Dit verhaal is oorspronkelijk uitgegeven door Meta.mk News Agency, een project van de Metamorphosis Foundation. De hierna herschreven versie is onderdeel van een overeenkomst over de wederzijdse uitwisseling van informatie.
De Verenigde Naties hebben 27 januari 2020 uitgeroepen tot Internationale Herdenkingsdag voor de Holocaust, ter nagedachtenis aan de genocide van 6 miljoen Joden en 11 miljoen andere slachtoffers van het naziregime en zijn collaborateurs tijdens de tweede wereldoorlog. Op dezelfde datum in 1945 werd Auschwitz-Birkenau, het grootste nazi-concentratielamp, door het Rode Leger bevrijd.
Auschwitz was een complex met meer dan 40 concentratie- en vernietigingskampen onder bevel van nazi-Duitsland in bezet Zuid-Polen, nabij de stad Oświęcim. Van de 1,3 miljoen mensen die sinds de opening in mei 1940 naar Auschwitz werden gedeporteerd, werden er 1,1 miljoen vermoord door gifgas, uithongering, uitputting, ziekte, executies, mishandeling en medische experimenten.
Alleen al in dit kamp werden 960.000 Joden, 74.000 niet-Joodse Polen, 21.000 Roma, 15.000 Sovjet-krijgsgevangenen en 15.000 andere Europeanen vermoord.
De meeste gevangenen werden per trein met speciale veewagons, met een laagje hooi op de vloer, naar Auschwitz op transport gesteld.
De foto's zijn afkomstig uit verschillende musea in het vroegere Joegoslavië en gedigitaliseerd door het online-archief Znaci.net.
Het Auschwitz-vernietigingskamp werd rondom hermetisch afgegrendeld met versperringen en prikkeldraad onder hoogspanning. Slechts 144 gevangenen slaagden erin te ontsnappen toen het complex volledig ‘operationeel’ was.
Nadat de gevangenen de wagons waren uitgeknuppeld, werden de vrouwen en de mannen door de nazikamp-bewaarders van elkaar gescheiden, waarbij de kinderen bij de vrouwen werden ingedeeld.
Vervolgens werden de zieken en invaliden gescheiden van de mensen die gezond genoeg waren om te werken. Velen onder de eerste groep werden direct naar de gaskamers gestuurd, nog voordat ze in de kampadministratie werden geregistreerd; daarom zal het aantal slachtoffers en hun identiteit altijd onbekend blijven.
De gevangenen die als dwangarbeider werden geselecteerd, werd hun waardigheid ontnomen door bijvoorbeeld het tatoeëren op de arm van een kampnummer, kaalscheren en inbeslagname van alle schamele bezittingen, zoals hun kleren die werden vervangen door gestreepte kampkleding.
De lichaamsdelen van de vermoorde slachtoffers werden commercieel te gelde gemaakt. Van menselijk haar maakte men haarvezels en van de botten en huid lugubere souvenirs. Groepen gevangenen werden gedwongen om de lijken van hun gouden tanden te ontdoen en te zoeken naar verborgen voorwerpen in de lichamen.
Bij een andere vorm van extreme uitbuiting werden gevangenen gebruikt bij dodelijke experimenten, zoals het testen van wapens voor massavernietiging en methoden om de racistische nazi-ideologie te promoten.
Het opruimen van de lijken van de slachtoffers was voor de nazi-moordmachine een grote logistieke uitdaging. In Auschwitz-Birkenau werden daarom vijf crematoria gebouwd waarvan de ovens 24 uur per dag brandden. Over het kamp hing vaak een dikke, vette walm. De gevangenen die het hadden overleefd verklaarden later dat ze maandenlang de zon niet konden zien.
Om geen spoor van hun misdaden achter te laten hebben de nazi's, voordat ze het kamp in 1944 verlieten, eerst alle installaties opgeblazen.
De terugtrekkende nazi's namen gevangenen mee op een dodenmars, met de bedoeling ze onderweg te laten omkomen aan ontberingen en honger. Duizenden werden achtergelaten of keerden terug naar het kamp waar ze opgeslagen voedsel vonden. Ongeveer 1 op 5 gevangenen stierven nog voordat de Sovjets enkele dagen later arriveerden.
In Auschwitz werden ongeveer 4.800 gevangenen door het Rode Leger bevrijd. Hieronder waren 108 Joegoslaven en leden van de Mandić familie, afkomstig uit Rijeka, Kroatië, dat vroeger was bezet door Italiaanse fascisten en daarna tijdens de tweede wereldoorlog door de nazi's.
In mei 1944 arresteerden de nazi's de 10-jarige Oleg Mandić, samen met zijn moeder en oma. Zijn vader en opa hadden zich aangesloten bij de partizanen, het Joegoslavische communistische anti-fascistische verzetsleger. Nadat ze maanden in Kroatië en Italië gevangen hadden gezeten, werden ze als ‘politieke gevangenen’ naar Auschwitz gedeporteerd, waar ze acht maanden in het dodenkamp overleefden.
Oleg werd twee maanden in het vrouwenverblijf tewerkgesteld, maar toen de nazi's erachter kamen dat hij inmiddels elf jaar was geworden, werd hij naar het mannenverblijf gestuurd. Daar kreeg hij door de spanningen koortsaanvallen en werd hij ‘opgenomen’ in de ziekenboeg waar SS-officier Josef Mengele zijn medische experimenten uitvoerde. De weken erna wist hij de koortsthermometer in zijn voordeel naar zijn hand te zetten en bedacht hij andere methoden om de aandacht als observatie-object te blijven trekken.
Oleg Mandić, zijn moeder Nevenka en oma Olga waren de laatste gevangenen die Auschwitz levend konden verlaten.
De volgende film die Mandić 20 jaar na zijn bevrijding tijdens zijn bezoek aan Auschwitz zag, beschrijft het moment waarop zijn familie een brief van Stalin's assistent Nikolai Bulganin ontving waarin hun transport per truck via Krakov naar Moskou wordt geregeld. In de Sovjet-hoofdstad ontmoetten ze een bezoekende Joegoslavische delegatie met verzetsleider Josip Broz Tito, waarmee ze samen op 1 mei 1945 naar Belgrado vlogen.
Mandić, nu 86 jaar, heeft zijn hele leven gewijd aan het verkondigen van de waarheid over de Holocaust. Hij gaf leiding aan een NGO in Opatija, Kroatië, organiseerde een tentoonstelling en gaf lezingen en interviews in verschillende talen. Op de bevrijdingsdatum van het kamp begeleidt hij ook jaarlijkse groepsbezoeken aan het Auschwitz-museum.
Ter gelegenheid van de 70 ste verjaardag van de bevrijding in 2015, vertelde hij nog altijd koude rillingen te krijgen, wanneer hij denkt aan ‘de menselijke geest die erop is gericht om met voorbedachten rade op een industriële wijze te moorden’.