Op 26 februari 2018 woonden bijna tweehonderd personen een antioorlogsdemonstratie bij tegenover de Russische en Turkse ambassades in Berlijn.
De demonstratie was georganiseerd door Adopt A Revolution [Adopteer een revolutie], een belangrijke grassroots organisatie die in 2011 is opgericht door Syrische en Duitse burgeractivisten. De protestanten eisten onmiddellijke en onvoorwaardelijke stopzetting van de bombardementen en belegering van Oost-Ghouta, Idlib en Afrin door het regime van president Bashar al-Assad, Rusland, Iran en Turkije.
De demonstratie werd bijgewoond door vooraanstaande, culturele en politieke figuren uit zowel Syrië als Duitsland, waaronder Annalena Baerbock, voorzitter van Duitse politieke partij Die Grünen, Christine Buchholz van de Duitse democratisch-socialistische politieke partij Die Linke en de Syrische schrijver, journalist en politiek Yassin Al Haj Saleh.
In hun verklaring schreven de organisatoren van het evenement:
Syrië is het Ground Zero van het internationaal recht geworden. Met name Rusland draagt de verantwoordelijkheid voor de geweldsescalatie in Ghouta en Afrin. Zonder toestemming van Rusland, zou de regering Erdogan niet in staat zijn geweest om de Syrisch-Koerdische regio Afrin aan te vallen. In Oost-Ghouta, een buitengebied bij de hoofdstad Damascus, intervenieert Rusland met zijn luchtmacht zelfs actief in het gevecht. Volgens de onafhankelijke, internationale non gouvernementele organisatie Artsen zonder Grenzen, zijn alleen al in de afgelopen dagen meer dan 15 ziekenhuizen vernield en waren bakkerijen en zelfs scholen het doelwit. Dit is niet langer een gevecht tegen radicale, islamitische rebellengroepen, maar een slachting van de burgerbevolking van Oost-Ghouta.
Wij kunnen dit inferno in Oost-Ghouta niet langer accepteren! We kunnen niet blijven zwijgen over de moorden die Turkije in Afrin pleegt!
Daarom, eisen wij het volgende:
+ Laat de wapens zwijgen! Zowel in Ghouta, Idlib en Afrin.
+ Overal in Syrië moet een onmiddellijk staakt-het-vuren worden afgeroepen.
+ Er moet onmiddellijk toegang worden geboden voor humanitaire hulp in alle gebieden van Syrië!
Sinds 19 februari hebben de regering Assad en zijn Russische en Iraanse bondgenoten het lucht- en grondoffensief tegen Oost-Ghouta, dat in handen is van de oppositie, laten escaleren. Een verzameling plattelandsdorpen even ten oosten van Damascus met een arbeiders- en boerenbevolking van naar schatting 400.000 inwoners, wordt sinds 2013 belegerd door het Syrische regeringsleger. Sinds 28 februari zijn er in Oost-Ghouta 582 burgers gedood, waarvan een kwart kinderen, volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, een informatiebureau dat in 2006 is opgericht om mensenrechtenschendingen in Syrië te documenteren.
Sinds 20 januari 2018 worden burgers in Afrin – een kanton en stad in het Syrische gouvernement Aleppo dat in handen is van de door de VS gesteunde Koerdische PYD [nl] en de Koerdische militie YPG [nl] – bestookt door Turkse militaire strijdkrachten en het door Turkije gesteunde Vrije Syrische Leger (FSA). In het gebied, genoemd naar de rivier de Afrin, wonen 172.095 mensen. De stad Afrin telt 36.562 inwoners. Het Syrische Observatorium voor Mensenrechten noemde het Turkse offensief “een slachting”. Gezondheidsambtenaren in het Koerdische kanton verklaarden dat sinds het begin van het Turkse offensief op 26 februari bijna 200 burgers, waaronder veel kinderen, zijn gedood.
De situatie wordt nog gecompliceerder doordat Syrische milities die het leger van president Assad steunen op 20 februari de regio Afrin zijn binnengetrokken als onderdeel van een overeenkomst tussen het regime van president Assad en de Koerdische leiders.
Rusland heeft in het kader van Vladimir Putins expansiepolitiek, actief steun geboden en deelgenomen aan militaire acties tegen Oost-Ghouta en Afrin.
In een interview met Global Voices zei Zakaria Mohammadi, een Syrische Palestijn uit Aleppo, dat hij gelooft dat de verschillende gemeenschappen die in deze oorlog zijn betrokken hun meningsverschillen naast zich neer moeten leggen en samen een front vormen om deze oorlog te stoppen.
Wij staan hier om te protesteren tegen het moorden, tegen de oorlog, tegen alles. Wij zijn mensen, we moeten leven. Mensen uit verschillende gemeenschappen met verschillende opvattingen over deze oorlog houden hun eigen, afzonderlijke demonstraties. Ze zijn het niet over alles met elkaar eens, maar in dit protest zijn mensen van verschillende gemeenschappen samengekomen om nee te zeggen tegen het moorden. Of het nu in Al Ghouta is of in Afrin, tegen de Arabieren of de Koerden, we moeten het moorden stoppen. Wat je geloof of etniciteit is, maakt ons niet uit. We moeten met elkaar samenleven.
De demonstratie werd gezien als een belangrijke stap om de militaire, financiële en geopolitieke invloeden van de overheersende regionale machten in het conflict uit te dagen. Het feit dat Turkije een van de enige politieke en militaire sponsors van de Syrische oppositie is geweest, heeft Syrische activisten tegen het regime van president Assad er niet van weerhouden solidair te zijn met de slachtoffers van het Turkse militaire geweld tegen Koerdische gemeenschappen in Afrin. Tegelijkertijd sloten Syrische Koerden en Syrische Arabieren de gelederen in hun veroordeling van het gebruik van grof militair geweld door de Syrische regeringstroepen en zijn bondgenoten tegen Oost-Ghouta, Idlib en verder.
Terwijl het escalerend oorlogsgeweld een zware tol eist met burgerslachtoffers van verschillende taal, etniciteit- en geloofsachtergronden, wordt er vanuit Arabische en Koerdische gemeenschappen in en buiten Syrië een oproep gedaan tot interetnische solidariteit. In een uiterst informatief artikel uit 2017, herinnert de verbannen Syrische journalist Loubna Mrie ons aan de regionale machtsdynamiek die sinds de Syrische opstand in 2011 invloed heeft gehad op de verstandhouding tussen Koerdische en Arabische gemeenschappen:
Het valt niet te ontkennen dat zowel Arabieren als Koerden slachtoffer zijn geweest van onderdrukking door de staat, en dat wij daarom, natuurlijke bondgenoten zijn. Het is het cynische spel van grote, machtige landen die de Arabieren tegen de Koerden hebben opgezet en, andersom, de Koerden tegen de Arabieren.