Azerbeidzjan spreekt van vrede, maar treedt tegelijkertijd hard op tegen de islam

Foto door Arzu Geybullayeva

Bakoe, de hoofdstad van Azerbeidzjan, verwelkomde op 8 maart 2024 officieel de gasten van de internationale conferentie “Embracing Diversity: Tackling Islamophobia in 2024″.
Het evenement werd georganiseerd door het Centre for Analysis of International Relations en het Baku International Centre for Multiculturalism in samenwerking met het G20 Interfaith Dialogue Forum en de Baku Initiative Group.

Het evenement vond plaats enkele dagen voor 15 maart, de Internationale Dag ter Bestrijding van Islamofobie [Engels – alle links], die in 2022 door de Verenigde Naties werd uitgeroepen.
Hoewel de Azerbeidzjaanse president Ilham Aliyev niet persoonlijk aanwezig was, richtte hij zich wel tot de gasten van de conferentie in een brief die werd voorgelezen door de assistent van de president van Azerbeidzjan en het hoofd van de afdeling Buitenlandse Beleidszaken van de presidentiële administratie, Hikmet Hajiyev.

In zijn toespraak bekritiseerde hij Westerse landen waar de islam volgens hem wordt gezien als een potentiële bedreiging, waar gelovigen onder druk worden gezet, waar hun rechten en vrijheden worden beperkt en waar haat tegen moslims wijdverspreid is, terwijl vervolging van moslims aan de orde van de dag is. Als cruciaal detail werd het consequente optreden van zijn regering tegen religie niet genoemd in zijn toespraak.

Vorige maand nog, in februari, werden in het hele land tientallen gelovigen opgepakt. Volgens mensenrechtenactivisten zijn er alleen al in de afgelopen anderhalf jaar meer dan vijfhonderd gelovigen gearresteerd.

“Het verkeerde soort islam”

In januari 2024 plaatsten de Verenigde Staten Azerbeidzjan op de Special Watch List van landen “wegens het zich schuldig maken aan ernstige schendingen van de godsdienstvrijheid of het tolereren hiervan”. De beslissing was gebaseerd op een aanbeveling in het jaarverslag van 2023 van de Amerikaanse Commissie voor Internationale Religieuze Vrijheid (USCIRF).

En hoewel het regerende Bakoe zich verweerde en het rapport bekritiseerde, geeft de realiteit ter plaatse een ander beeld. Naast de voortdurende arrestaties heeft een reeks beleidsmaatregelen en regels in de afgelopen tien jaar geleid tot inperking van religieuze vrijheden via de wet op de vrijheid van godsdienst (godsdienstwet) van het land, waaronder een verbod op openbare gebeden buiten moskeeën en het sluiten van gebedshuizen, om er maar een paar te noemen.

De staat maakte ook gebruik van de spanningen met buurland Iran om in februari 2023 tientallen mensen te arresteren en beschuldigde de gearresteerden ervan een Iraans spionagenetwerk te leiden.
Sommige politieke activisten zinspeelden er destijds op dat massale arrestaties en opsluitingen van gelovigen niet noodzakelijkerwijs verband hielden met wat de staat omschreef als een “verzetseenheid gericht op het vestigen van een sharia-staat in Azerbeidzjan”, maar in plaats daarvan een poging waren om Iran te bedreigen en een boodschap te sturen.

De meeste van deze gelovigen werden gearresteerd op basis van valse drugsaanklachten, waarbij een familielid van de gearresteerden zei: “Ten eerste, als zoveel burgers van een staat spionnen zijn van een andere staat, zoals ze zeggen, dan is dit een schande voor die staat. Ten tweede, hoe is het mogelijk dat zoveel religieuze gelovigen drugsverslaafden en drugsdealers zijn geworden? Belachelijker dan dit kan het niet worden!” Hoewel de staat beweerde dat de gearresteerde groep een spionagenetwerk runde, werd niemand beschuldigd van spionage, maar eerder van drugsbezit of -gebruik.

Aanklachten voor drugsbezit komen vaak voor en worden niet alleen gericht tegen gelovigen, maar ook tegen critici van de overheid.

In zijn toespraak tot de deelnemers aan het evenement bekritiseerde president Aliyev Frankrijk, waar de staat “een beleid voert van openlijke druk en discriminatie en verschillende islamofobe campagnes organiseert”. Azerbeidzjaans eigen beleid van druk en discriminatie werd echter niet genoemd, alleen dat Azerbeidzjan “deze tendens, die er steeds meer op gericht is om onze religie te bezoedelen, sterk veroordeelt”.

Toch hebben de leiders van het land religie en religieuze groeperingen lange tijd met voorzichtigheid bekeken.

Deze spanningen bereikten een hoogtepunt in 2015 toen de politie na een speciale veiligheidsoperatie in Nardaran, een conservatief sjiitisch dorp aan de rand van de hoofdstad, vijftien mannen arresteerde. De autoriteiten beweerden dat ze “een religieuze opstand van fanatieke sjiitische gelovigen, die een sharia-staat wilden installeren in het moderne en seculiere Azerbeidzjan, hadden verijdeld”. In de daaropvolgende weken, toen wrok woedende inwoners naar het openbare plein bracht, ging de confrontatie met de autoriteiten door. Als gevolg hiervan arresteerde de politie minstens zeventig mensen, sommigen schatten het totaal op meer dan tachtig. Uiteindelijk werden velen vrijgelaten, behalve Taleh Bagirzade, de voorzitter van de Moslim Eenheidsbeweging, en veertien anderen.

Bagirzade werd twee jaar later veroordeeld tot twintig jaar cel. Zijn plaatsvervanger, Abbas Huseynov, kreeg dezelfde straf. Beiden werden veroordeeld voor “het publiekelijk oproepen tot de omverwerping van de regering en het aanzetten tot etnische, religieuze en sociale haat”, meldde Radio Liberty destijds. De veroordelingen gingen de maanden daarop door en sommigen kregen gevangenisstraffen variërend van 12-15 jaar. De vervolging van religieuze activisten hield hier echter niet op. In de loop van de daaropvolgende jaren bleven de autoriteiten leden van de Moslim Eenheidsbeweging oppakken.

In een artikel voor Eurasianet schreef de in Bakoe gevestigde onafhankelijke analist Rovshan Mammadli,

De heersende elite heeft de boeman van het islamitisch extremisme gebruikt om zichzelf op te werpen als de hoeder van een seculiere en stabiele Azerbeidzjaanse staat om de aanname van meer autocratisch beleid in binnen- en buitenland te rationaliseren. De reactie van de regering [op de aanval op de Azerbeidzjaanse ambassade in Teheran] is een afspiegeling van de Amerikaanse “Global War on Terror” na 9/11, en gebruikt deze als een politiek instrument om waargenomen bedreigingen te gebruiken als rechtvaardiging voor autoritaire praktijken, met weinig onafhankelijk toezicht om deze beschuldigingen te verifiëren. In wezen “geen bedreiging voor wat het is, maar een bedreiging voor wat het vertegenwoordigt”.

Dezelfde logica geldt voor alle soortgelijke gevallen waarin de regering hard optrad tegen burgergroeperingen en activisten. Vorig jaar beschuldigde de staat de VS en Frankrijk zonder enig bewijs van het exploiteren van een spionagenetwerk in Azerbeidzjan. Het was dan ook niet verrassend dat president Aliyev Frankrijk op de korrel nam in zijn toespraak bij de opening van de conferentie op 8 maart. De twee liggen al een tijdje met elkaar overhoop.

In zijn slottoespraak sprak president Aliyev: “Ik ben ervan overtuigd dat deze conferentie een bijdrage zal leveren aan gezamenlijke inspanningen in de strijd tegen islamofobie en nieuwe initiatieven zal genereren tot het bevorderen van een cultuur van tolerantie, gebaseerd op respect voor religieuze en geloofsdiversiteit”. Of tolerantie en vrede de grenzen van Azerbeidzjan kunnen bereiken valt nog te bezien.

Start een discussie

Auteurs graag inloggen »

Regels

  • Alle reacties worden beoordeeld door een moderator. Verzend je reactie maar één keer, anders kan deze als spam worden gemarkeerd.
  • Wees respectvol tegen elkaar. Reacties met hatelijke opmerkingen, obsceniteiten en persoonlijke aanvallen worden niet goedgekeurd.