Hayv Kahraman weeft voorwerpen van verlies en herinnering

Iraakse kunstenares Hayv Kahraman. Foto: Kahraman.

Op 11-jarige leeftijd ontvluchtte de familie van Hayv Kahraman de Golfoorlog in Irak, met slechts een koffer bij zich. Een van de belangrijkste dingen die haar moeder had ingepakt, was een mahaffa, een Iraakse hand-ventilator gemaakt van geweven palmbladeren. De mahaffa vergezelde Kahraman op haar reis vanuit het Midden-Oosten naar Europa en dient nu als decoratie in haar huis in Zweden. ‘Een mahaffa is voor mij een nomadisch voorwerp, omdat het me terugvoert naar het verleden,’ vertelt Kahraman tijdens haar laatste tentoonstelling [en- alle links] “Re-weaving Migrant Inscriptions” in de Jackson Shainman Gallery in Manhattan. ‘Naar een ander leven dat niet meer bestaat.’

Zoals op haar vorige tentoonstellingen “How Iraqi Are You” (2015) en “Let the Guest be the Master” (2013) is het nieuwe werk van Kahraman een meesterlijk onderzoek naar vraagstukken rondom identiteit, persoonlijke strijd en menselijk bewustzijn. Ditmaal heeft ze echter nieuwe methoden omarmd om voorwerpen in haar werk te integreren die de geschiedenis van generaties meedragen. Op de laatste expositie van Kahraman zien we ook de expressieve ontwikkeling van beelden en herinneringen waar vluchtelingen die in het Westen leven door worden gekweld.

“Kachakchi”, olieverf op linnen, uit haar collectie “How Iraqi Are You?”. Foto gebruikt met toestemming: http://www.hayvkahraman.com/.

Kahramans gebruik van vrouwenlichamen in verschillende poses, gedeeltelijk geïnspireerd op Perzische en Japanse miniaturen, kan worden gezien als een viering van herinnering, vrouwelijkheid en bevrijding. Deze verfijnde, meerlaagse voorstelling van verschillende, complexe perspectieven bieden, in combinatie met een levendig maar geruststellend kleurenpalet, een gladde afwerking aan haar methode van verhalen vertellen. Kahramans nieuwe werk ontroert niet alleen, maar roept bij iedereen, ongeacht hun achtergrond, gedachten en emoties op die blijven hangen.

Kahramans kunst excelleert met consistent esthetische en emotioneel sterke schilderijen waarmee ze uitdrukking weet te geven aan enkele van de belangrijkste thema's van onze tijd.

Omid Memarian (OM): ‘Waarom heb je jouw tentoonstelling “Re-Weaving Migrant Inscriptions” genoemd?’

Hayv Kahraman (HK): Ik denk dat herinnering het centrale thema van dit werk is – en wat dit betekent voor immigranten en mensen in de diaspora, zoals jij en ik. Toen ik voor het eerst op deze wijze het linnen uitsneed, was ik heel intuïtief bezig. Op dat moment dacht ik niet aan de mahaffa. Ik prikte door het oppervlak. En het uitsnijden werkte als een catharsis.

“Mnemonic artifact”, een van Kahramans kunstwerken uit “Re-Weaving Migrant Inscriptions”. Foto van de kunstenares.

OM: Het integreren van de mahaffa in jouw kunst ging goed samen met de lichamen en zielen van jouw schilderijen.

HK: Het was een strijd. Ik heb veel met conservatoren gesproken voordat ik hiermee begon en heb heel veel moeilijkheden moeten overwinnen. Als je namelijk in linnen snijdt, begint het te rimpelen en ik wilde dat het helemaal strak bleef. Hoe behandel je het oppervlak, de uitsneden, zodanig dat de structuur intact blijft? Ik heb heel veel tests gedaan. Zoals je ziet, heb ik twee schetsen opgehangen. In twee van de werken heb ik palmbladeren uit Californië geweven. Onlangs ontdekte ik – misschien is het een welbekend feit en wist ik het niet – dat Californië de zaden van de palmboom importeert uit Irak en het Midden-Oosten. Voor mij was dat een zeer interessante parallel.

OM: In je huidige tentoonstelling richt je je op de mahaffa in verschillende vormen. Het is een van de voorwerpen die jouw familie in je bagage stopte toen je Irak verliet. Door dat in je werk te integreren, lijkt het alsof je iets uit het verleden toevoegt en onsterfelijk maakt.

HK: Precies. Ik denk dat het daarom draait. Als kunstenaar archiveer ik deze herinneringen waarvan ik het gevoel heb dat ik ze aan het kwijtraken ben. Deze herinneringen moeten vertellen wie ik ben. En dat is nog niet zo gemakkelijk, want, wie ben ik? Ik ben geen Iraakse. Ik ben het, maar ook weer niet. Ik ben geen Amerikaanse, maar ik woon hier wel. Ik ben geen Zweedse, maar ik heb wel een Zweeds paspoort. Het is dus echt problematisch. Voor mij markeert dat het punt van ontheemding. Dat was het moment waarop mijn biografie, mijn identiteit werd onderbroken; toen ik vluchtte. Ik ben niet langer die persoon. Ik ben iemand anders. Dus, als je er een woord voor zou moeten geven, zou mahaffa ”ontheemding” betekenen.

OM: Hoe breng je de nostalgische relatie tussen “dingen” en “voorwerpen” over waarmee migranten aan hun verleden en wortels zijn verbonden?

HK: Taal kan een van de manieren zijn. Kalligrafie is een medium waarmee je toegang hebt tot taal of het verlies van taal; je moedertaal vergeten, het weer terughalen en proberen er een verbinding mee te maken. Omdat ik geen Arabisch meer spreek en hier in Amerika geen familie heb. Ik heb een dochter, maar zij is hier geboren. Ik denk dat het gevoel van verlies het belangrijkste is, het trauma van dat verlies. Om dat in een schilderij uit te beelden, wordt de strijd. Hoe breng ik dat over? Voor mij, persoonlijk, in mijn atelier. Met de techniek van het linnen snijden, het weven en het verbinden met een echt voorwerp zoals de mahaffa …

Dit kunstwerk is een voorbeeld van hoe Kahraman voorwerpen in haar werk “weeft”.

OM: Vrouwenhaar is in jouw werk nadrukkelijk aanwezig. Wat symboliseert haar voor jou?

HK: Ik denk dat jij dat als geen ander weet dat het heel omstreden is, vooral in het Midden-Oosten. Je houdt van je haar en alle gevoelens die erbij horen. Vrouwen zonder haar. Niet met zo'n weelderige, Arabische haardos zoals ik heb. Haar was voor mij een heel natuurlijk iets om mee te werken. Ik dacht eigenlijk niet aan wat het representeert. Het was heel intuïtief. Als ik er nu over nadenk, is dat omdat het zo'n omstreden lichamelijk iets is in mijn cultuur en zelfs in de hele wereld.

OM: De beelden in jouw schilderijen van verwrongen vrouwenlichamen en gezichten zijn zeer sterke verbeeldingen van de ervaringen van vrouwen. Hoe ontwikkelt zich jouw denkproces tijdens het definiëren en tekenen van vrouwenlichamen?

HK: Het begint met het poseren met mijn eigen lichaam. Ik poseer in verschillende poses in mijn atelier. De poses worden schetsen en vervolgens schilderijen. Er gaat altijd een soort performance aan vooraf.

Zij [de vrouwen] doen altijd iets op het doek. Ze beelden iets uit. Voor deze tentoonstelling, wilde ik echt de controle loslaten … Dat is de oorsprong van hoe ze tot leven komen …

OM: Je sprak over de relatie die deze lichamen hebben met een “pijnlijke reis”. Wat ligt onder het oppervlak van al deze verschillende poses?

HK: Dat is grappig, want ik begon te schilderen toen ik in Florence was, in Italië. Ik was geïnteresseerd in hoe er in de renaissance werd geschilderd. Ik bezocht musea en kopieerde de schilderijen. Ik voelde dat dit was waar ik naar zocht. En toen ontstond zij. Toen begon ik haar te schilderen. Ze kwam uit een door pilaren afgesloten ruimte. Een ruimte waar een gekleurd iemand dacht dat het deze witte figuren waren waar ik naar streefde, om ze te schilderen, om succes te hebben. Als ik nu naar ze kijk, komt het weer in mijn herinnering. Daarom hebben ze zo'n blanke huid. En daarom ben ik voortdurend met ze in dialoog, of heb in ieder geval dat gevoel.

Ik ben geboren tijdens de Iran-Irakoorlog, op de pijnlijke reis, en heb de eerste Golfoorlog meegemaakt. Dat zijn onuitwisbare littekens op je lichaam. Herinneringen die je altijd met je meedraagt. Het komt onherroepelijk in mijn werk terecht. Ik heb er iedere dag mee te maken. Het is alsof je in een posttraumatische stressstoornis zit en een manier probeert te vinden om te overleven.

Vrouwen dragen omslagdoeken met de textuur van de mahaffa's uit “Re-Weaving Migrant Inscriptions”.

OM: Er is een nauwe relatie in jouw werk tussen de uiterst gedetailleerde gezichten en Perzische miniaturen. Zelfs de kleuren op de gezichten zijn meer uitgesproken en levendig. Allereerst, hoe beschrijf of begrijp je seksualiteit en vrouwelijkheid in Perzische miniaturen, en waarom gebruik je deze expressievorm?

HK: Dat is een goede vraag, omdat de gezichten het leukst zijn om te doen. De Perzische miniatuur is voor het kleurenschema absoluut een inspiratie. Persoonlijk, wat betreft het lichaam en de uitdrukking van het gezicht, voel ik me meer verbonden met de Maqamat Al-Hariri [13e-eeuws Arabisch manuscript]. Maqamat hebben niet die schitterend uitgewerkte achtergronden van Perzische miniaturen. De figuur, het gezicht en de uitdrukking staan centraal. Voor het schilderen van mijn gezichten heb ik daar mijn inspiratie opgedaan.

OM: Er is een gevoel van vrijheid en bevrijding op de manier waarop vrouwen op jouw schilderijen op elkaar reageren, de manier waarop ze elkaar aanraken en naar elkaar of in de ruimte kijken. Welk deel daarvan komt voort uit jouw persoonlijke ervaring?

HK: Mijn vroegere werk was openlijk gewelddadig. Het gaat over vrouwelijke genitale verminking, vrouwen die zichzelf ophangen, echt heel gewelddadig, illustratief en recht in je gezicht. Het is een weerspiegeling van wat ik op dat moment in mijn leven doormaakte, met name in mijn relatie. Op dat moment verkeerde ik in een gewelddadige relatie. Kunst was voor mij een uitlaatklep om te onderzoeken wat ik doormaakte. En ik besefte niet wat er daadwerkelijk gebeurde. Dat is het gekke. Het was heel therapeutisch. Het begon waarschijnlijk als therapie of een wanhoopskreet. Jaren later, toen ik uit die relatie was gestapt, kon ik erop terugkijken en zeggen waarom ik had gedaan wat ik deed.

OM: Wat verbindt je met je afkomst?

HK: Daar worstel ik mee, om die verbinding te vinden. Ik denk dat ik of terug moet naar het Midden-Oosten, er fysiek rondreizen, of gewoon bij mijn gezin zijn. Eten met mijn gezin (lacht). En natuurlijk onderzoek doen.

Start een discussie

Auteurs graag inloggen »

Regels

  • Alle reacties worden beoordeeld door een moderator. Verzend je reactie maar één keer, anders kan deze als spam worden gemarkeerd.
  • Wees respectvol tegen elkaar. Reacties met hatelijke opmerkingen, obsceniteiten en persoonlijke aanvallen worden niet goedgekeurd.