Zoals schrijfster Lisa Insansa terecht stelt [en – alle links], heeft de muziekscene van Zambia meerdere malen de dood en wedergeboortes meegemaakt, wat een weerspiegeling is van de turbulente sociale, economische en politieke realiteit. De cultuur en identiteit van het land bloeien echter weer dankzij de heropleving van Zambiaanse muzikanten en de promotie van Zambiaanse muziek.
Vóór de onafhankelijkheid was er een dominante culturele invloed van de blanke koloniale heersers. De Britse hogere klasse die in Zambia woonde, importeerde bijvoorbeeld rockplaten met populaire artiesten uit die tijd, waaronder Jimi Hendrix, The Beatles, Deep Purple en The Rolling Stones. Een hele generatie groeide op met het luisteren naar deze bands, waarbij sommige Zambiaanse fans zelf instrumenten oppakten en hun muzikale helden nabootsten.
Traditioneel diende Zambiaanse muziek duidelijke rituele doeleinden en gaf uitdrukking aan de sociale structuur van de cultuur. Liederen waren hulpmiddelen om te onderwijzen, te genezen, een beroep te doen op de geesten en eenvoudigweg te genieten. Ondanks het verval van de traditionele muziek, zijn de invloeden ervan nog steeds aanwezig in veel hedendaagse Zambiaanse muziekvormen. De Afrikaanse ‘vraag-en-antwoord‘-vorm komt in vrijwel elk Zambiaans lied voor, ongeacht de stijl. Traditionele drumritmes en polymeters weerklinken ook in verschillende Zambiaanse muziekgenres.
Nadat het land, dat toen nog Noord-Rhodesië heette, in 1964 onafhankelijk werd van Groot-Brittannië, voerde Kenneth Kaunda‘s nieuwe regering een wet in die vereiste dat 95 procent van de muziek die op de radio werd gespeeld van Zambiaanse oorsprong moest zijn. Kaunda hield van muziek en verwerkte tijdens zijn campagnes liedjes in zijn politieke boodschappen. Twee factoren, deze wet die lokale content op de ether voorschreef, gekoppeld aan een economische bloei van de koperindustrie van het land die tot toenemende industrialisatie en verstedelijking leidde, hielpen bij het creëren van een gunstig klimaat voor de ontwikkeling van Zambiaanse muzikanten en hun unieke geluid. Livemuziek floreerde, omdat mijnwerkers genoeg werden betaald om geld te kunnen besteden aan het kijken naar optredens van lokale bands. De mijnindustrie speelde een cruciale rol in de ontwikkeling van de Zambiaanse muziek. Zambiaanse muzikanten en hun kenmerkende geluid bloeiden in een periode waarin de mijnbouwsector floreerde. De economische welvaart die door de mijnindustrie werd gegenereerd, had een directe impact op de lokale gemeenschappen en daardoor ook op de livemuziekscene.
De opkomst en ondergang van enkele unieke sounds van Zambia
Eén van de unieke geluiden die in deze periode (de jaren zeventig) opkwam en aan populariteit won, is ‘Zamrock’. Het combineerde psychedelische rock, funk en traditionele Zambiaanse muziek, en vertegenwoordigde een verlangen om te breken met koloniale invloeden en toch westerse muziekstijlen te integreren. Bands als WITCH (een backroniem voor ‘We Intend To Cause Havoc'/We Willen Chaos Veroorzaken) speelden met geïmporteerde westerse stijlen, maar voegden hun eigen inheemse draai toe en erkenden hun Afrikaanse identiteit in hun muziek.
Andere opmerkelijke artiesten die bekend stonden om dit muziekgenre zijn onder meer The Peace, Amanaz, Chrissy “Zebby” Tembo, en Paul Ngozi en zijn Ngozi Family. Ngozi was een legendarische Zambiaanse muzikant in de jaren zeventig en tachtig. Hij werd populair als leider van de Ngozi Family, een lokale rockgroep die bekend staat om hun Zamrock-muziek; zijn liedjes resoneerden met de samenleving vanwege hun herkenbare thema's.
Hier is een YouTube-video van WITCH die in 2017 optrad voor een publiek in Londen:
Naast Zamrock werd Kalindula een populair genre in Zambia. Gekenmerkt door zijn up-tempo ritme, kenmerkende basgitaar en veelvuldig gebruik van traditionele drums, is Kalindula een muziekstijl afkomstig uit Centraal-Zuidelijk Afrika. Hoewel het specifieke land van herkomst onduidelijk is, wijzen veel claims op de Democratische Republiek Congo. De populariteit ervan is het duidelijkst te zien in Zambia, met bekende artiesten als Ameyenge, Emmanuel Mulemena, Chris Chali, Paul Ngozi en PK Chishala, hoewel de sound ook aanwezig is in buurlanden als Malawi en Zimbabwe. Dit muziekgenre werd doorgaans uitgevoerd door bands, waaronder Serenje, Mulemena Boys, Oliya, Masasu, Amayenge Asoza, Mashombe Blue Jeans, Mutende Cultural Ensemble, Distro Kuomboka, en de Green Labels-bands. Deze bands stonden bekend om hun liveoptredens, met name op Zambia National Broadcasting Corporation (ZNBC) TV.
Veel Zamrock-klassiekers gingen over thema's die de door de oliecrisis van 1973-1974 veroorzaakte economische wanhoop en sociale spanningen weerspiegelden, terwijl andere de politieke kwesties belichtten. Zamrock-nummers als ‘Working on the Wrong Thing’ van Rikki Ililonga & Musi-O-Tunya en ‘I've Been Losing’ van Chrissy Zebby Tembo & Ngozi Family benadrukten bijvoorbeeld thema's van arbeidsmigranten en alledaagse onrechtvaardigheden, terwijl ‘Black Power’ van The Peace het groeiende bewustzijn in Afrika en de wereld vastlegde
Zoals beschreven op het Music in Africa-platform, verdiepen Kalindula's lyrische verhalen zich in een breed scala aan onderwerpen, van traditionele folklore en maatschappelijke waarden tot hedendaagse kwesties. Het genre dient vaak als medium voor het vertellen van verhalen, waarbij het culturele erfgoed en de identiteit van Zambia behouden blijven door zijn ritmische beats en melodieuze deuntjes, met thema's als huwelijk, gebruiken, het dagelijks leven en de gemeenschap.
Zamrock en Kalindula werden populair in de jaren zeventig, maar begonnen tegen het einde van het decennium hun aantrekkingskracht en momentum te verliezen. Deze terugval was te wijten aan economische factoren, politieke instabiliteit, en de verwoestende impact van de AIDS-epidemie op de muzikanten, zoals benadrukt door Ambitious Africa en Amaka. Volgens het Ambitious Africa-artikel en een ander artikel van de Guardian, werd Zamrock tientallen jaren later herontdekt en nieuw leven ingeblazen door buitenlandse muziekliefhebbers, wat leidde tot een heropleving van de belangstelling voor Zamrock en het opnieuw uitbrengen van platen, waardoor enkele overgebleven Zamrock-artiesten zoals Emmanuel Jagari Chanda, de zanger van WITCH, konden toeren en optreden voor een nieuw publiek in Europa en de VS.
De hedendaagse sounds
Na de hierboven genoemde gebeurtenissen die de stabiliteit van het land deden wankelen, zag de muziekscene van Zambia begin jaren 2000 een heropleving van via de diaspora zwaar geïmporteerde sounds, waaronder hiphop, soul, reggae en gospel. De toenemende prevalentie van piraterij door digitalisering heeft de muziekindustrie van Zambia verder gedestabiliseerd. Niettemin is de Zambiaanse muzikale output nooit helemaal verdwenen, aangezien artiesten ondanks de economische uitdagingen doorgingen met het maken van muziek.
Tegenwoordig brengt de Zambiaanse muziekscene een duidelijk lokale sound voort, die bekend staat als Zed Beats (‘Zed’ is de informele naam voor Zambia). Zed Beats onderscheidt zich door het gebruik van elektronische instrumenten en software, waardoor een samensmelting van Afrikaanse sounds ontstaat met elementen van R&B, Zed Hip Hop, Zed Rhumba, Zed Dancehall of zelfs Zed ‘Anything’. Het is aanzienlijk populair geworden, vooral onder de jeugd van Zambia. Belangrijke Zed Beats-artiesten zijn onder meer JK, Danny Kaya, Petersen Zagaze, Macky 2 en K'Millian. De lyrische thema's in de liedjes van Zed Beats zijn divers en behandelen onderwerpen als de liefde en relaties, sociale en politieke kwesties, en meer. Nummers als ‘Kapiripiri Kandi’ door JK en No More Love door Macky 2 gaan over de liefde en relaties, terwijl anderen, zoals ‘Alabalansa’ door K'Millian en Petersen Zagaze's ‘Munyaule’, ingaan op sociaal en politiek commentaar.
Zed hiphop is de meest veelbelovende categorie in Zed Beats, met populaire rappers als Slap Dee, Chef 187, Macky 2 en anderen. Als reactie op de publieke vraag naar een knipoog naar de Zambiaanse cultuur hebben sommige hiphopartiesten een ‘Kalindula touch’ in hun werk verwerkt. Bijvoorbeeld het nummer ‘Backshot’, van Bombshell Grenade, zoals uitgelegd in de onderstaande YouTube-video:
Hoewel de Zambiaanse popmuziekscene traditioneel wordt gedomineerd door mannelijke artiesten, zijn er ook enkele getalenteerde vrouwelijke artiesten die opvallen, zoals Mampi, Cleo Ice Queen, Bombshell Grenade, Kantu Siachingili, Dambisa, Kay Figo, Princess Natasha Chansa en Salma Dodia.
De hedendaagse muziekscene van Zambia is niet alleen geëvolueerd om divers te worden qua genre, maar ook qua geslacht; veel vrouwelijke artiesten zoals de hierboven genoemde, verzetten zich tegen de historisch patriarchale muzikale ruimte.
Hieronder vind je een afspeellijst met Zambiaanse muziek, en voor een volledig aanbod aan eclectische muziek van over de hele wereld, zie het Spotify-profiel van Global Voices.