Dit is een herpublicatie van het oorspronkelijk op The Battleground verschenen artikel van in het kader van de overeenkomst over het delen van inhoud.
Ik weet via de sociale media campagne voor het boycotten van Franse producten en via gesprekken met vrienden dat moslims uiteenlopende gevoelens hebben over de recente terroristische aanslagen in Wenen en Nice.
Ze veroordelen het geweld, maar toch is er ergens ook het gevoel dat het te verwachten was. Deze tweespalt komt op de volgende manier tot uiting:
“Doden wordt door ons niet getolereerd en degenen die moorden, hebben niets met de islam te maken. Maar als provocaties worden verhuld als vrijheid van meningsuiting (bijvoorbeeld Charlie Hebdo) dan kan er een reactie verwacht worden.”
Of zo:
“Waarom worden alleen aanvallen door moslims bestempeld als ‘terrorisme'? Waarom wordt het Franse secularisme (laïcité), alleen op moslims toegepast? Waarom is het verboden om de Holocaust in twijfel te trekken maar oké om de heiligste elementen van de islam te bekritiseren?”
Natuurlijk veroordelen sommige moslims duidelijk deze verwarring tussen secularisme, vrijheid van meningsuiting en burgerrechten. Maar het is een wijdverspreide tweestrijd. Het lijkt te komen van gevoelens over het ontnemen van rechten die in het taalgebruik van de hedendaagse politieke islam geuit worden.
Waar komt deze rationalisering van geweld vandaan? Is het echt een aangeboren eigenschap van de islam waardoor de godsdienst onherroepelijk onverenigbaar is met de belangrijkste aspecten van de democratie en in het bijzonder vrijheid van meningsuiting en secularisme?
Dit zijn uiterst belangrijke vragen op het moment dat terroristische aanslagen trauma's veroorzaken die in de Europese landen al net zulke reactionaire discussies uitlokken en vragen oproepen over culturele diversiteit, integratie en assimilatie.
Alles wat in de verte lijkt op een excuus voor terrorisme kan extreem-rechtse groepen politieke winst verschaffen en de islam ten onrechte afschilderen als ouderwets en gewelddadig.
We hebben dit al eerder meegemaakt. In 2005 zag ik iets op de tv in mijn kleine woonkamer in Syrië dat mijn verbeelding te boven ging. Het waren de massaprotesten overal in het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) tegen beledigende afbeeldingen van de profeet Mohammed door de Deense krant Jyllands-Posten.
De protesten werden getolereerd door de meest autoritaire regimes die gewoonlijk met harde hand zouden optreden tegen elke vorm van protest. Deze demonstraties waren uniek tot de Arabische Lente in 2010.
Nu ik erover nadenk, vraag ik me af waarom andere gebeurtenissen niet dezelfde verontwaardiging bij de moslims losgemaakt heeft.
Het uitmoorden van de Rohingya moslims werd veroordeeld, maar leverde niet dezelfde openbare verontwaardiging op. Evenmin als de Oeigoeren kampen in China.
In 2012 was er zelfs een wijdverbreide video op YouTube te zien, de eerste van vele, waar een stel onverlaten van de Syrische regering een antiregeringsactivist onder bedreiging van een wapen dwongen om op het portret van Bashar al-Assad te knielen in plaats van op de sajjāda (islamitisch gebedskleed).
Een van die schurken schreeuwde tegen hem “Aanbid je God Bashar!” Het is waar dat de acties van het Syrische regime jihadisten van over de hele wereld aantrokken, maar toch veroorzaakte dit geen openbare protesten voor Syrische ambassades zoals bij de Deense cartoons.
Deze dubbelzinnigheid is fascinerend. Het zegt iets over de nationalistische natuur van de huidige politieke islam.
Het is niet zozeer dat islam en vrijheid van meningsuiting onverenigbaar zijn. Het is eerder dat de islam een onzekere identiteit geworden is die altijd ondermijnd wordt door kritiek van christenen of van goddelozen, maar altijd koloniaal, uit het Westen.
Aanhangers van gematigde stromingen van de islam en niet-praktiserende moslims delen dit gevoel met de meer conservatieve moslims. Zelfs seculiere nationalisten zien westerse kritiek op de islam als een aanval op hun eigen cultuur.
Of ze nou moslim zijn of nationalist, de meeste mensen in de landen van het MENA gebied zijn arm, ongeschoold en niet politiek vertegenwoordigd. Door langdurige stagnatie zijn ze vatbaarder geworden voor de vernietigende retoriek die identiteitspolitiek aanwakkert en sociale problemen op de spits drijft. Het Europese succes wordt niet gezien als het resultaat van een humanistische filosofie en een bloedig gevecht tegen nationalisme zoals tijdens de Tweede Wereldoorlog. Voor veel moslims is secularisme slechts een westers koloniaal complot om de islamitische identiteit en cultuur uit te vagen.
Veel mensen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika zien alleen maar het christelijke imperialistische Europa en raken verstrikt in hun eigen geërfde koloniale trauma's. Overal in de islamitische wereld bekrachtigen demagogen, koningen en dictatoren deze visie om hun eigen bestaan te rechtvaardigen. Dit onderhoudt een tweedracht zaaiende, nationalistische identiteitspolitiek die elke positieve interculturele relatie met Europa tenietdoet.
Het probleem wordt nog ingewikkelder binnen Europa waar gemeenschappen van immigranten zich in een onbekende en vaak racistische omgeving bevinden. Ze houden zich staande door oppervlakkige en dogmatische versies van een politieke islam aan te hangen.
Het kolonialisme verscherpte de al bestaande sociale problemen van de moslimgemeenschappen. Het creëerde ze niet. We waren al ongelijkwaardig, hiërarchisch en sektarisch voor de Europese kolonisatie en het Ottomaanse Rijk. Het Europese kolonialisme versterkte slechts de al bestaande hiërarchische politieke structuren en gebruikte het sektarisme om de ‘verdeel en heers’ tactiek toe te passen. De dictaturen waar wij vandaag onder lijden zijn het verlengde van deze structuren. Wat betekent dat het aan ons is om een intellectuele revolutie te ontketenen die de demagogen ervan weerhoudt om onze slechtste instincten tegen ons te gebruiken. Dat houdt in dat we overal zelfkritiek op moeten hebben, zelfs op een fundamentele hervorming van onze identiteit of religie.
Ik bedoel niet dat gemeenschappen die geleden hebben onder het kolonialisme het verleden gewoon maar moeten vergeten en verder moeten gaan. In tegendeel, we moeten de nalatenschap van het kolonialisme als een belangrijk onderdeel van het probleem zien maar niet als het enige. Het kolonialisme heeft diepe littekens achtergelaten op de psychologie en de politiek van de MENA culturen en die littekens zijn nog niet geheeld. En het racisme dat immigranten uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika ondervinden maakt ze alleen maar dieper.
Daarom moet het legitieme gevoel van in de slachtofferrol geduwd te worden door het kolonialisme niet op elk sociaal kwaaltje toegepast worden.
Aan de andere kant heeft Europa de verantwoordelijkheid, juist vanwege de geschiedenis van het kolonialisme, een politiek correct betoog te hanteren met respect voor moslims dat gericht is op het bevorderen van hun integratie als gelijken. Dit moet tegelijkertijd ondersteund worden door initiatieven in het buitenland met betrekking tot internationale ontwikkeling en veiligheidsbeleid. Daartegenover staat dat de moslimgemeenschappen moeten begrijpen dat er geen ontkomen is aan het hervormen van het huidige politieke islamitische betoog.
Meer gematigde moslims moeten duidelijk maken dat niets heilig is in een democratie en dat we politiek geweld zonder mankeren moeten verwerpen.
Om deze hervorming op te starten hoeven moslimgemeenschappen alleen maar naar hun eigen geschiedenis te kijken om boodschappen te vinden van tolerantie, redelijkheid en, wat nog het belangrijkst is, gedeelde waarden met Europa.
Er zijn veel wetenschappers, filosofen en zelfs militaire leiders geweest in onze geschiedenis die getuigen van het rijke potentieel van de islamitische cultuur die vrijheid van meningsuiting tolereert.
Een voorbeeld is de middeleeuwse Arabische filosoof en dichter Al-Ma'arri. In een van zijn vrijelijk vertaalde gedichten schrijft hij “Er is opschudding in Latakia tussen Ahmed en Issa. De één luidt een klok en de ander roept vanaf een minaret. Ze verheerlijken allebei hun religie. O, mijn gedicht, wie heeft er gelijk?”
In Resalat Al-Ghufran, voegt Al-Ma’arri toe, “Er is maar één imam, de geest,” en “Twee wonen er op aarde: één met hersens en zonder religie en één met religie maar zonder hersens.”
Dit is een filosoof die 1000 jaar geleden tijdens het Kalifaat van de Abbasiden leefde. Hij werd niet onthoofd noch vervolgd. Hij werd in tegendeel beschouwd als een van de grootste Arabische filosofen en dichters.
In zijn geboorteplaats in Syrië stond zelfs een standbeeld ter gedachtenis van Al-Ma'arri dat pas in 2013 vernietigd werd door het Al Nusra Front, een afsplitsing van Al Qaida.
Als we het over de onverenigbaarheid met secularisme hebben, moeten we de Mu'tazila stroming noemen die overeenkomsten vertoont met het renaissance-humanisme waaruit het seculiere humanisme voortvloeide.
De Mu'tazila beweging kwam tot leven na het vertalen en interpreteren van Aristoteles’ Metafysica en het neoplatonisme. Mu'tazilites verwerpen het in soennitische en sjiitische doctrines overheersende idee dat de Koran “ongeschapen” is met het argument dat de wereld verklaard kan worden door rationeel denken samen met de schrift. Het komt niet geheel overeen met de manier waarop wij secularisme vandaag de dag begrijpen omdat het geen scheiding maakt tussen staat en religie. Maar het zet de deur op een kier voor een kritische en wetenschappelijke denkwijze die de weg kan vrijmaken voor het secularisme.
Secularisme is te verenigen met de islam. Het is alleen maar onverenigbaar met de huidige versie van de politieke islam.
Secularisme is ook aan hervorming toe omdat het vaak gebruikt is om minderheden te discrimineren waarvan de religiositeit enorm verschilde van het geloof dat juist door het secularisme bedwongen had moeten worden.