Op een late augustusdag speelde Saleh Mohammad zoals gewoonlijk in de tuin van het ouderlijk huis in Kabul. Toen hij over een houtblok sprong, bezeerde hij zijn voet en verloor een teennagel. Het belette hem niet om aanwezig te zijn bij een van de belangrijkste gebeurtenissen die zijn familie diezelfde dag voor de avond had voorbereid: de trouwerij van zijn zus.
Toen de muzikanten begonnen te spelen, zat Saleh naast hen om van het feest te genieten. Maar zijn vreugde was van korte duur. Onder de vele gasten bevond zich een zelfmoordterrorist die uit naam van Islamitische Staat een bom tot ontploffing bracht. Dat maakte een eind aan de bruiloft en het leven van Saleh. Hij was dertien jaar.
Ghulam Mohammad Hazrati, het gezinshoofd, ontruimde in paniek de tientallen lichamen van de bruiloftsgasten maar vond geen spoor van zijn zoon Saleh. Tevergeefs doorzocht hij nabijgelegen ziekenhuizen. Uiteindelijk zag hij in de tuin een ernstig verminkt lichaam liggen. Ghulam vertelt: “We identificeerden zijn lichaam aan zijn losgeraakte teennagel.”
Bij de zelfmoordaanval kwamen 92 personen [en – alle links tenzij anders aangegeven] om het leven, waaronder tieners en schoolkinderen zoals Saleh.
Gezien het feit dat bijna de helft van de Afghaanse bevolking jonger dan 15 jaar is, worden kinderen het meest getroffen door het langslepende conflict. Door zelfmoordacties of autobommen, drones, nachtelijke luchtaanvallen en uitgebreide grondgevechten zijn Afghanen in grote getale omgekomen.
De Verenigde Naties hebben in de afgelopen vier jaar van de oorlog in Afghanistan 14.000 “ernstige gewelddadigheden” tegen kinderen gedocumenteerd. Door het conflict verloren in de periode van 2015 tot 2018 bijna 3500 jongeren het leven en raakten 9000 kinderen gewond. Volgens een rapport van de Verenigde Naties zijn gewapende opstandelingen verantwoordelijk voor 43 procent van de minderjarige slachtoffers en pro-regeringstroepen voor 30 procent van de slachtoffers.
Degenen die dergelijke aanvallen overleven, kampen voor de rest van hun leven met het trauma. Volgens non-profit organisatie Save the Children worden dit jaar naar schatting 20 miljoen kinderen iedere dag wakker met angst voor bomexplosies of geweerschoten.
Kamaludin is een veertienjarige tiener die begin september een autobom van de Taliban overleefde. Hij vertelt: “Ik was vroeg naar bed gegaan omdat ik de volgende morgen naar school moest. Ik werd wakker door de aanval.” Zijn jongere broers en zussen werden onder het puin vandaan gehaald van de uit twee verdiepingen bestaande woning die volledig was ingestort.
“Het belangrijkste is dat we niet erkennen dat kinderen door blootstelling aan geweld trauma's en depressies krijgen,” zegt Freshta Karim, oprichter en directeur van Charmaghz, een bibliobus voor de kinderen in Kabul. “Kinderen die direct aan dit geweld werden blootgesteld kampen met een posttraumatische stressstoornis [nl].”
Twee recentelijke aanvallen laten zien welke emotionele tol de oorlog eist van kinderen. Door een autobom die in juli van dit jaar door de Taliban tot ontploffing werd gebracht, werd in de vroege ochtend, onder schooltijd in Kabul, een Afghaanse militaire basis geraakt. Tenminste 26 schoolkinderen raakten gewond. Tijdens de ontploffing van een andere autobom raakte de Taliban een Afghaans kantoor van de inlichtingendienst vlakbij een privéschool in Ghazni in het midden van Afghanistan. Een schoolkind werd gedood en 60 kinderen raakten gewond bij de aanval.
De scholen vlakbij de plaats waar de bom explodeerde werden een paar dagen gesloten. Toen de lessen werden hervat keerden de schoolkinderen zwaar gewond door de bomexplosie terug in de klaslokalen. De situatie op het platteland is nog ernstiger. De Taliban en Afghaanse veiligheidsdiensten vorderen vaak schoolgebouwen en gaan zelden weer weg.
Grootschalige grondgevechten blijven de belangrijkste reden voor het sluiten van scholen. Volgens rapporten van UNICEF, het Kinderfonds van de Verenigde Naties, zijn de aanvallen op Afghaanse scholen tussen 2017 en 2018 verdrievoudigd.
In mei 2019 werden volgens UNICEF eind 2018 duizend scholen gesloten en gingen naar schatting 3.7 miljoen Afghaanse kinderen in de leeftijd van 7 tot 17 jaar – bijna de helft van alle leerplichtige kinderen in Afghanistan – niet naar school.
“Het is de grootste schade die kinderen in dit land wordt aangedaan,” aldus Karim. “De kans om hun talenten tot bloei te laten komen, wordt hen ontnomen. De oorlog staat de ontwikkeling van hun potentieel in de weg. Toekomstige wetenschappers krijgen geen kans om zich te ontplooien.
De oorlog in Afghanistan heeft hen de ruimte ontnomen om op te groeien in een gezonde omgeving,” voegt Karim eraan toe. “Ze leren niet om kritisch te denken, waardoor ze kwetsbaar worden voor uitbuiting door extremistische groepen, waaronder de Taliban en Islamitische Staat.”
Waarschijnlijk zal een opgeleide, toekomstige generatie de vlam van de volgende-generatie-oorlog in Afghanistan weer aanwakkeren, mogelijk zelfs in samenwerking met de Taliban, een langdurig vredesproces dat zich al jarenlang voortsleept zonder merkbaar resultaat. Maar Saleh Mohammad, zesdeklasser, werd gedood in de oorlog voordat hij de uitslag van hun examens voor de zomervakantie konden zien. Een lot dat hij met andere kinderen deelt.
Saleh Mohammad had vlak voor de bruiloft van zijn zuster examen gedaan en genoot van de zomervakantie. Toen de school weer begon, ontving zijn vader Hazrati de examenresultaten van zijn zoon. Hij deelt zijn gevoelens: “Mohammad was een zeer goede leerling. Ik had gehoopt dat hij naar de middelbare school zou gaan, rechten zou studeren aan de universiteit, een baan zou krijgen en een toekomst opbouwen.”