Banden van leden Trump-kabinet met politieke sekte beloven weinig goeds voor Iran

MEK-leider Maryam Rajavi, hier op een bijeenkomst in Parijs, kan het goed vinden met een aantal naar verluidt toekomstige leden van het Trump-kabinet. FOTO: Public Domain

Donald Trump is geen vriend van de meeste denktanks die zich bezighouden met buitenlandse politiek, noch van commentatoren uit New York en Washington DC. Ze steunen hem niet, en hadden er trouwens ook geen moment rekening mee gehouden dat hij de verkiezingen zou winnen. Nu de eerste schok van die overwinning is verwerkt en hij spoedig zijn intrek zal nemen in het Witte Huis, wordt er druk gespeculeerd over de buitenlandse politiek die hij zal voeren. 

Wat de 70-jarige miljardair zo onvoorspelbaar maakt is dat hij vaak drastisch van koers is veranderd in zijn leven. Het lijkt erop dat hij geen rechtse ideoloog uit het boekje is, maar veeleer een opportunist die met een reeks vage beleidsvoornemens bij zijn rechtse basis in de smaak wil vallen. Vóór 1987 was hij lid van de Democratische Partij, daarna stapte hij over op de Republikeinse Partij, vervolgens sloot hij zich aan bij de rechtse Reform Party van Ross Perot, waarop hij terugkeerde naar de Democraten, om uiteindelijk – na de overwinning van Obama – weer bij de Republikeinen uit te komen. 

Ook tijdens zijn campagne nam hij vage en tegenstrijdige standpunten in en legde hij vooral een grote wispelturigheid aan de dag als het om belangrijke kwesties ging. Hij probeerde te profiteren van het feit dat Hillary Clinton bekend staat als havik en van de afkeer van het Amerikaanse publiek voor de vele militaire avonturen van hun land. Trump leek een isolationistische positie in te nemen. Daarmee strooide hij jammer genoeg zand in de ogen van mensen in het linkse kamp, die beweerden dat hij ”een minder grote bedreiging” was dan zijn rivale. In belangrijke kwesties wil hij echter helemaal niet minder maar juist meer militaire interventie. 

Trump heeft gepleit voor een ruimer militair budget [Engels – alle links, tenzij anders vermeld] en een escalatie van de strijd tegen ISIS. Eerst wilde hij 20.000 tot 30.000 Amerikaanse militairen erbij in het Midden-Oosten, later zei hij dat Saoedi-Arabië deze troepen moest leveren. Soms noemde hij de door de VN gesteunde oorlog in Afghanistan een fout en soms steunde hij die. Tijdens de door de VN geschraagde interventie in Libië was hij er voorstander van om Gaddafi ten zal te brengen, maar sindsdien heeft hij zijn standpunt op dit gebied meer dan eens veranderd

Niemand kan beweren te weten welke kant het buitenlands beleid van Trump op zal gaan. Dat lijkt nog volop in ontwikkeling naarmate de komende president zich het vooruitzicht eigen maakt dat hij straks werkelijk achter het meest prestigieuze bureau ter wereld zal zitten.  

Aan wat voor voorspellingen kunnen we ons dan wagen als het gaat om het Iran-beleid van de regering-Trump?

Hoewel hij tijdens de drie verkiezingsdebatten met Hillary Clinton beloofde korte metten te maken met de Iran-deal, zal hij dat volgens analisten ”waarschijnlijk” niet doen, met name omdat die overeenkomst de steun geniet van andere wereldmachten, zoals de EU en Rusland. Met de leider van dat laatste land, Vladimir Poetin, lijkt Trump het nu al te kunnen vinden, en Poetin is een bondgenoot van Iran. Aan de andere kant, zo stelt de Israëlische commentator Zvi Bar’el, kan het in Iraans voordeel zijn als Trump aan de Iraanse deal gaat morrelen, omdat de VS zich hiermee een verdragsschender zal tonen, wat Teheran sympathie kan opleveren. Onbesproken is gebleven dat een vijandige opstelling van Trump de hardliners in het Iraanse establishment in de kaart zal spelen. Die waren altijd al tegen de deal geweest – reden voor sommigen van hen om zich lovend over Trump uit te laten. De Iraanse Opperste Leider Ali Khamenei sprak nog net niet zijn expliciete steun uit aan de zakenman toen hij zei: ”Ze noemen hem een populist omdat hij de waarheid spreekt.”. 

Wat licht zou kunnen werpen op het beleid van Trump, is de samenstelling van zijn kabinet, in het bijzonder zijn nationaal veiligheidsteam. En dan zijn we op een punt aanbeland dat de pleitbezorgers van vrede en democratie zorgen moet baren.

Twee belangrijke kandidaten voor de positie van minister van Buitenlandse Zaken zijn de voormalige voorzitter van het Huis voor Afgevaardigden Newt Gingrich en voormalig VN-ambassadeur John Bolton. Niet alleen hebben beide mannen zich uitgesproken voor een militaire aanval op Iran en “regime change”, ze behoren ook nog tot de beste Amerikaanse “vrienden” van een beruchte Iraanse militante politieke organisatie die bekend staat als Mojahedin-e-Khalq (MEK) [nl] en die door bijna alle Iraniërs wordt gehaat vanwege collaboratie met Saddam Hussein tijdens de oorlog met Irak.

De MEK stond tot aan 2012 op een lijst van terroristische organisaties van de VS. Nadat haar beschermheer, Saddam Hussein, in 2003 ten val was gekomen, was ze nauwelijks meer relevant en geen enkele Iraanse politicus van naam wilde er nog iets mee te maken hebben na onthullingen over tal van ernstige misstanden.

John Bolton, al vele jaren een aanhanger van de MEK, is een geregelde gast op de bijeenkomsten van de beweging. In maart 2015, toen besprekingen rond de Iraanse deal in een precair stadium waren beland, bepleitte hij een militaire aanval op Iran en “krachtige Amerikaanse steun” voor de MEK, “gericht op regime change in Teheran”. Afgelopen zomer sprak Gingrich op een bijeenkomst van de MEK in Parijs, samen met Turki bin Faisal, het voormalige hoofd van de Saoedische inlichtingendienst. Gingrich ging zelfs zo ver dat hij een plechtige buiging maakte voor de MEK-leider Maryam Rajavi, en haar aansprak met de door haar geliefkoosde titel “Gekozen president”. Toen hij in 2012 meedong voor de Republikeinse nominatie voor het presidentschap, sprak Gingrich zich openlijk uit voor ”vervanging van het leiderschap van Iran”, een klus die volgens hem binnen een jaar zou zijn te klaren.

Nu het ernaar uitziet dat Gingrich en Bolton hoge veiligheidsposten zullen bekleden in het kabinet-Trump, is het niet denkbeeldig dat de totalitaire sekte van Rajavi aan invloed zal winnen.

Andere kandidaat-leden van het kabinet-Trump zijn ook vooraanstaande anti-Iran haviken. De voormalige burgemeester van New York Rudy Guliani, die voor de positie van minister van Justitie in aanmerking lijkt te komen, liet zich vorstelijk betalen om op MEK-bijeenkomsten te verschijnen. Chris Christie, gouverneur van New Jersey en hoofd van het overgangsteam van Trump, heeft Iran “een grotere bedreiging dan ISIS” genoemd. Mike Flynn, mogelijk de toekomstige minister van Defensie, heeft gezegd dat hij “de afgelopen tien jaar in oorlog is geweest met de islam of een onderdeel van de islam” en zou zich hebben beklaagd over “Iraanse leugens, flagrante leugens, en de haat die ze constant zaaien, wanneer ze hun mond maar opendoen”.

Last but not least: een van de belangrijkste financiers van Trump’s campagne is casino-eigenaar Sheldon G. Adelson, die in mei zijn steun voor Trump uitsprak en hem 25 miljoen dollar gaf voor een lobbygroep tegen Clinton. Het is bekend dat Adelson een nucleaire aanval op Iran heeft bepleit. Deze 25ste rijkste man op aarde is ook een bondgenoot van de rechtse Israëlische premier Netanyahu en behoort tot de intieme kring van Gingrich, wiens verkiezingscampagne in 2012 hij ondersteunde. Adelson heeft zo veel op met Netanyahu dat hij 50 miljoen dollar per jaar in een gratis dagblad pompt, Israël Hayom, dat Netanyahu's vijanden ter linker- en ter rechterzijde aanvalt. De twee zijn zo nauw verbonden dat toen er een wet in de Knesset (het Israëlische parlement) dreigde te worden aangenomen die schadelijk was voor Israel Hayom, Netanyahu bereid was een kabinetscrisis te riskeren om die wet tegen te houden. De volgende coalitieregering kwam er pas toen Netanyahu's partners beloofden geen mediawetten voor te stellen die Adelson konden schaden.

Trumps Iran-poltiek kan van veel factoren afhangen, waaronder zijn relatie met Moskou, Riyadh en Tel Aviv, zijn standpunt inzake militaire betrokkenheid van de VS in Irak, Syrië en Jemen, en de eisen van het door Republikeinen gedomineerde Congres, waarvan de meerderheid tegen de Iran-deal was. Maar de banden met de MEK geven de meeste aanleiding tot bezorgdheid, en zijn een reden voor Iraniërs om waakzaam te zijn en duidelijk te maken dat deze sekte het volk niet vertegenwoordigt en dat ze niet als voorvechtster van democratie mag worden gezien.

Start een discussie

Auteurs graag inloggen »

Regels

  • Alle reacties worden beoordeeld door een moderator. Verzend je reactie maar één keer, anders kan deze als spam worden gemarkeerd.
  • Wees respectvol tegen elkaar. Reacties met hatelijke opmerkingen, obsceniteiten en persoonlijke aanvallen worden niet goedgekeurd.