In het politieke proces in Afrika heeft het leger vaak een beslissende, maar dubbelzinnige rol gespeeld. Tussen 1950 et 2000, hebben in 53 Afrikaanse landen 85 staatsgrepen plaatsgevonden, die ertoe hebben geleid dat er een nieuw regiem aan de macht kwam. [alle links – fr]. Na een rustiger periode in de jaren negentig, is het Afrikaanse continent na het jaar 2000 met 27 pogingen tot een staatsgreep weer de plek waar de meeste staatsgrepen plaatsvinden. Het leger kan zowel een stabiliserende als een destabiliserende factor zijn en wordt daarom in veel landen gewantrouwd. Het leger lijkt zich niet te kunnen aanpassen aan de veranderende mentaliteit.
Competentie en betaling zijn een probleem
In Mali was het gebrek aan daadkracht bij het oplossen van het conflict in Noord Mali het eerste argument dat kapitein Sanogo noemde toen hij Amadou Toumani Touré de macht ontnam. Sinds die staatsgreep op 22 maart 2012, staat het leger echter machteloos bij de herovering van het noorden van het land en lijkt het leger te wachten op hulp van een internationale troepenmacht om de islamistische groepen uit de regio te verjagen. Ook al wekt kapitein Amadou Sanogo de indruk dat hij de regering overlaat aan de burgerlijke autoriteiten en aan interim president Dioncounda Traoré, Sanogo blijft bij de huidige veranderingen een figuur waar niemand omheen kan en hij staat nog steeds aan het hoofd van het Nationaal Comité voor het herstel van de democratie en van de staat. (CNRDRE).
Kapitein Sanogo begon zijn militaire opleiding in het militaire opleidingscentrum in Kati, hij vervolgde zijn opleiding in de Verenigde Staten, eerst in Lackland, Texas daarna in Fort Benning, Georgia en tussendoor in Fort-Wachica in Arizona. Tijdens de korte periode dat Sanogo aan het hoofd van het land stond, heeft de MNLA, die gelieerd is aan verschillende islamistische groepen, waaronder de AQMI, het gehele Noorden van Mali veroverd en heeft de onafhankelijkheid van Azawad uitgeroepen. Over de militaire kwaliteiten van Sanogo kan men van mening verschillen, maar er is weinig twijfel mogelijk over het feit dat hij niet over de noodzakelijke politieke competenties beschikt, getuige zijn vele eenzijdige ingrepen en beslissingen bij het leidinggeven aan het land. Hieronder een video op MrMaliweb van het interview dat Sanogo gaf nadat hij de macht overgedragen had aan de interim president:
In Madagascar speelde het leger een cruciale rol bij het ontstaan van de huidige politieke crisis. In een video die gemaakt is toen Rajoelina de macht overnam, wordt een verband gelegd tussen het verloop van de staatsgreep en de rol die het leger speelde bij de machtsgreep:
Een lezer van Tananews schrijft dat het leger van Madagascar zijn missie geofferd heeft voor een betalingsprobleem:
Geld en corruptie speelden inderdaad een beslissende rol in deze eindeloze crisis.
Het zal voor het leger van Madagascar niet gemakkelijk zijn om voor het oog van de hele wereld zijn reputatie te redden!
Heel wat officieren hebben ervoor gekozen om hun Eer en hun Trots te verliezen ten bate van het verkrijgen van onduidelijke baantjes! Zijn ze trots op hun nieuwe strepen, die ze van een onwettig regiem hebben gekregen?
die vraag moeten ze zichzelf stellen [..] Er zijn geen duizenden oplossingen om ons land te redden:
– Hetzij het leger van Madagascar herneemt zichzelf en versterkt de rangen van de vahaoaka;
– Hetzij het leger van Madagascar blijft een marionettenrol spelen.
Juvence Ramasy, politicoloog in Madagascar, heeft voor de Raad voor de ontwikkeling van sociaal-wetenschappelijk onderzoek in Afrika een artikel gepubliceerd over de rol van de strijdkrachten in politieke stabiliteit en democratie. Hij stelt:
Voordat er echt sprake kan zijn van een leger dat politiek neutraal is, moet de politieke macht worden gedemilitariseerd, want het terugtrekken van militair personeel uit de directe uitoefening van de politieke macht en de onderwerping van de militaire instituties aan civiele beslissingen, is niet voldoende om die politieke neutraliteit veilig te stellen. Het terugtreden is gebeurd tijdens en door de derde democratiseringsgolf. Echter, de transitie gaat daarheen waar de militairen gaan.
Mathieu Pellerin, onderzoeker bij het Franse Instituut voor Internationale Betrekkingen IFRI, stelt dat de politieke actoren in Madagascar bij elke crisis proberen bij de strijdkrachten in de gunst te komen:
Traditioneel houdt het leger van Madagascar zich aan zijn wettelijke positie [..]. Dat wil echter niet zeggen dat het leger geen enkele rol speelt, integendeel. Ik kwalificeer het leger als een afschrikkingsmacht, door de dreiging die ervan uit gaat. Elk kamp weet dat het afhankelijk is van de welwillendheid van het leger. In 2002 speelde het oproepen van reservisten door Marc Ravalomanana een rol in de krachtsverhoudingen. [..] Andry Rajoelina omgaf zich met militairen, in de eerste plaats de gepensioneerde generaal Dollin Rosoloa die directeur werd van zijn staf op het stadhuis van Antananarivo, en de generaals Blake en Organes die dienden onder Marc Ravalomanana. Zij moeten daardoor wel invloed hebben op bepaalde groepen binnen het leger van Madagascar.
In zijn boek “Madagascar, le coup d'Etat de mars 2009“, [de staatsgreep van maart 2009] verklaart professor Solofo Randrianja het mechanisme van corruptie in het leger tijdens de huidige crisis:
Rajoelina verleent verschillende gunsten [aan de militairen] om zich te verzekeren van hun steun en trouw. De toekenning van premies ter hoogte van 3,2 miljard ariary aan de gezamenlijke strijdkrachten tijdens het onafhankelijkheidsfeest van 2009 getuigt hiervan […] om te voorkomen dat deze clientelistische herverdeling voortduurt, moeten de militaire instellingen onder democratische controle komen, niet alleen onder civiele controle.
Een leger dat verdeeld is en vaak onder druk staat
In Ivoorkust staat het leger (FRCI), na een burgeroorlog die zijn sporen heeft nagelaten, nog onder druk van milities die trouw zijn aan het oude regiem van Gbagbo. In augustus 2012 vonden schermutselingen plaats bij de hoofdstad Abidjan, wat deed vrezen voor terugkeer van onveiligheid. Richard Banegas, professor aan Ceri-Sciences-Po, bevestigt dat deze ongerustheid gerechtvaardigd is:
Veel leden van de militie van Gbagbo lopen nog vrij rond, in Ghana of in Liberia, zelfs in Abidjan, ze hoeven zich nauwelijks schuil te houden. De meest radicalen geloven dat ze een messiaanse oorlog voeren en geven voeding aan de “terugkeerrethoriek” van hun leider. [..] Bovendien is de hervorming van het nationale leger weliswaar in volle gang, maar vaak worden pro-Ouattara rebellen als officieren aangesteld, ten koste van de reguliere militairen, wat rechtvaardiger zou zijn.
In Guinea bracht de staatsgreep van december 2008 kapitein Moussa Dadis Camara aan de macht. De eerste democratische verkiezingen in het land in 2010 maakten een einde aan zijn regiem, maar niet zonder dat daar eerst in 2009 een bloedige repressie aan was voorafgegaan, waarbij tijdens een anti-junta demonstratie meer dan duizend doden vielen. De interne verdeeldheid in het leger is nog voelbaar met betrekking tot de huidige spanningen.
In Mauritanie, is de door een staatsgreep aan de macht gekomen generaal en huidige president Aziz recent slachtoffer geworden van een schietpartij, wat leidde tot zijn evacuatie naar Frankrijk. Er wordt veel gespeculeerd over de herkomst van die schoten en over de maatregelen die de militairen zouden kunnen nemen als het herstel van Aziz in het buitenland langer duurt dan voorzien.
Het is een onweerlegbaar feit dat in veel Afrikaanse landen de strijdkrachten weer een overheersende positie innemen. Zoals Juvence Ramasy stelt, lijkt het urgent dat demilitarisering van de politiek en depolitisering, maar ook professionalisering van het leger wordt opgelegd in landen waar de democratie nog kwetsbaar is.