In Bolivia, waar de bevolking op grote schaal vakbonden vormt, heeft weer een groep arbeiders een vakbond opgericht: de kinderen [en].
Jean-Friedman Rudovsky presenteert een verhaal over kinderarbeid in Bolivia als onderdeel van een serie verhalen over vrouwen die zich inzetten voor verandering, Ground Shifters: Stories of Women Changing Unseen Worlds [en]. Rudovsky schrijft:
Bolivia telt 9 miljoen inwoners. Eén miljoen daarvan zijn werkende kinderen die soms al vanaf hun zevende jaar werken. De helft van deze kinderen zijn meisjes. De meisjes zitten, net als hun werk, vaak verstopt, in huis of in de achterkamertjes van een restaurant.
Mauricio Aira betoogt in de blog Bolivia Primera Plana [es] dat kinderarbeid niet iets is dat de Boliviaanse samenleving zorgen baart. Hij voegt eraan toe:
el anonimato en el que viven [los niños trabajadores] simplemente refleja el desprecio que siente el mundo adulto por la niñez en Bolivia.
Hispanically Speaking News [en] berichtte al eerder:
Deze kinderen en jongeren werken om het gezin te helpen, om hun studie te betalen, om in hun eigen kosten te voorzien, om zich van een betere toekomst te verzekeren dan hun vader en broers die in de mijnen en op de suikerrietplantages longaandoeningen oplopen en ongelukken riskeren.
Het grootste deel van de werkende kinderen gaat naar school en heeft tegelijkertijd een veeleisende baan; sommigen werken zelfs fulltime. Ze hebben vakbonden gevormd zodat ze van overheidswege worden beschermd en met respect worden behandeld door de samenleving. Marion Gibney schrijft [en]:
deze kinderen vinden niet dat ze in een slechte situatie zitten. Ze willen werken en ze vormen deze vakbonden voor hun eigen voordeel. De vakbonden zijn bedoeld om bescherming en basisrechten van de regering te krijgen en gerespecteerd te worden door andere arbeidskrachten. Omdat ze kinderen zijn, worden ze vaak gepest en geslagen door volwassenen, maar ze hebben geleerd zich aan te passen en zichzelf te beschermen.
Omdat kinderarbeid verboden is, is het moeilijk om de overheid of andere organisaties te vragen om kinderarbeid te beschermen. Noemi Gutierrez, een jonge coördinator voor CONNATSOP, de raad voor georganiseerde werkende kinderen in Potosi zegt [en]:
‘Iedereen zegt dat kinderen niet moeten werken, maar ze houden geen rekening met de economische realiteit in dit land. Natuurlijk, als we allemaal rijk waren, hoefden we geen van allen te werken. Maar in plaats van rationeel te denken, zegt de regering dat we kinderarbeid moeten uitroeien. Dan zeg ik dat ze eerst de armoede zouden moeten uitroeien.’
De blog Children's Participation [en] geeft een samenvatting van een aantal eisen van de UNATSBO (‘Unión de Niños, Niñas, y Adolescentes Trabajadores de Bolivia’ – vakbond van werkende jongens, meisjes en adolescenten in Bolivia), de grootste vakbond van werkende kinderen in het land:
Ze willen ervoor zorgen dat kinderen net zoveel verdienen en dezelfde financiële middelen hebben als hun volwassen tegenhangers. In sommige sectoren verdienen ze minder dan de helft van het loon dat hun volwassen collega's krijgen. Bovendien hebben kinderen geen toegang tot een spaarrekening en vaak geven ze hun verdiensten meteen aan hun ouders. Vakbondsleden zetten zich ook in voor veilige werkomstandigheden en betere medische zorg, vooral voor kinderen met werk dat gevaar voor de gezondheid kan opleveren.
Omdat niet erkend wordt dat kinderen werken, is het bijzonder moeilijk om betere levensomstandigheden voor werkende kinderen te bereiken.