Na het vertrek van Bolsonaro in Brazilië zijn er minder aanvallen op journalisten, terwijl de rechtszaken tegen hen zijn toegenomen

Beeld Fabio Rodrigues-Pozzebom/Agência Brasil, gebruikt met toestemming.

Dit verhaal door Fernanda Diniz werd oorspronkelijk gepubliceerd op de website van Agência Pública op 31 januari 2024 in de rubriek ‘Entrelinhas do Poder’. Een bewerkte versie is opnieuw uitgegeven door Global Voices, als onderdeel van een wederzijdse inhoudelijke overeenkomst.

Het jaarverslag over geweld tegen journalisten en de persvrijheid in Brazilië door de Nationale Federatie van Journalisten (FENAJ), onthulde een aanzienlijke teruggang van het gebruik van direct geweld tegen mediamedewerkers  in 2023, maar meldde meer rechtszaken om het journalistieke werk te belemmeren. Het rapport werd eind januari 2024 gepubliceerd.

Uit de gegevens blijkt dat er 181 verschillende vormen van agressie tegen mediamedewerkers waren gemeld, een halvering vergeleken met de 376 geregistreerde gevallen in 2022.

Maar het aantal rechtszaken tegen journalisten nam vorig jaar met 92,31 procent toe. In dit kader kan censuur als een  van de meest verontrustende gevolgen worden aangemerkt, waarbij Agência Pública zelf het doelwit werd.

De enquête is gebaseerd op meldingen van slachtoffers of journalisten aan vakbonden door het hele land, maar ook door het verzamelen van nieuwsberichten.

Tegenwoordig is het geweld tegen de media veranderd ten opzichte van de voormalige president Jair Bolsonaro, toen constante aanvallen door het hoogste gezag gebruikelijk waren. Deze periode werd gekenmerkt door pogingen om de pers in diskrediet te brengen, tegelijk met aanvallen door aanhangers van de voormalige president Bolsonaro (PL, Liberale Partij), en de president zelf toen hij aan de macht was.
Een enquête van FENAJ in 2021, het derde jaar tijdens zijn regering, wees naar de toenmalige president als verantwoordelijk voor een op de drie aanvallen tegen de pers dat jaar.

Het geweld betekent meer dan individuele fysieke- of cyberaanvallen, en lijkt op een opzettelijke poging om journalisten het zwijgen op te leggen. Het aanspannen van rechtszaken om te pogen journalisten te intimideren en de publicatie van rapporten over politici of overheidsfunctionarissen te voorkomen, is ook afkomstig van de politici zelf.

Een voorbeeld was een juridisch proces door Arthur Lira (PP, Progressieve Partij), voorzitter van de Kamer van Afgevaardigden en federaal afgevaardigde van de staat Alagoas, tegen een rapport door Pública. Dit resulteerde in de voorlopige uitspraak waarin werd bevolen de rapporten en columns op hun website te verwijderen, of in het andere geval een  boete van BRL 100.000 (ongeveer € 18.634) op te leggen.

De bewuste inhoud – van algemeen belang – betrof beschuldigingen door Arthur Lira's ex-vrouw, Jullyene Lins, die werd gestaagd door feiten en documenten, maar ook de toezegging om met alle betrokkenen in gesprek te gaan.

Al tijdens de eerste uitspraak door rechter Luis Carlos de Miranda van de 14e civiele rechtbank van Brazilië, werd Lira's bezwaarprocedure afgewezen. Maar tijdens de tweede uitspraak werd het Pública verboden om nog andere rapporten met dezelfde inhoud te publiceren. Het verhaal werd voor het eerst op 21 juni 2023 gepubliceerd en vervolgens op 18 september 2023 verwijderd. Momenteel is de zaak bij het hooggerechtshof in behandeling.

In een officiële verklaring waarin de bevindingen van het rapport werden gepresenteerd, omschreef  FENAJ-voorzitter  Samira De Castro de situatie als ‘zeer zorgwekkend’. Ze vertelt:

Mostra o uso do Judiciário para calar os jornalistas. E o efeito dessa prática, mais à frente, certamente será a autocensura de profissionais e veículos de mídia porque esse tipo de abuso do poder de litigância tem efeito não só individual, mas coletivo. Os profissionais acabam devastados emocional e financeiramente, tendo de arcar com defesas em supostos cde rimes contra a honra que, infelizmente, têm apenas o objetivo de impedir a livre circulação da informação jornalística.

Rechtbanken worden als middel ingezet om journalisten het zwijgen op te leggen. En het gevolg van deze praktijk zal zijn, dat verderop in het proces zonder twijfel de zelfcensuur van mediamedewerkers en verkooppunten actueel wordt, omdat deze vorm van misbruik maken van de bevoegdheid om te procederen, individuen en de gemeenschap zal treffen. Mediamedewerkers worden hierdoor emotioneel en financieel ernstig geraakt, omdat ze hun verdediging van vermeende misdaden zelf moeten betalen, helaas met de bedoeling om het vrije verkeer van journalistieke informatie te ondergraven.

Geweld

Bedreigingen, pesterijen en intimidatie waren in 2023 de meest voorkomende vormen van geweld tegen journalisten. Volgens het FENAJ-rapport betrof het 42 gevallen of 23,21 procent. Ook werden 40 mediamedewerkers fysiek mishandeld, ofwel 22,1 procent van het totaal.

Uit de gegevens in het FENAJ-rapport blijkt dat het Federaal District, waar de federale hoofdstad Brasilia en de belangrijkste overheidsinstellingen zijn gevestigd, 21 gevallen heeft geregistreerd. Dit betekent dat dit voor journalisten de moeilijkste plaats is om te werken, evenals in São Paulo, de dichtstbevolkte staat in Brazilië, met identieke aantallen gevallen. Samen vertegenwoordigen de twee federale entiteiten 22,2 procent van het totale aantal gevallen.

Volgens de enquête zaten een op de vier politici achter de aanslagen. de grootste groep die de vrijheid van meningsuiting ondermijnt. Daarna volgen de leden van het publiek (9,39 procent), rechters en magistraten (8,84 procent), politiefunctionarissen, managers, spelers en fans in het voetbal (6,08procent) en online agressie.

Start een discussie

Auteurs graag inloggen »

Regels

  • Alle reacties worden beoordeeld door een moderator. Verzend je reactie maar één keer, anders kan deze als spam worden gemarkeerd.
  • Wees respectvol tegen elkaar. Reacties met hatelijke opmerkingen, obsceniteiten en persoonlijke aanvallen worden niet goedgekeurd.