Klimaatcrisis ruïneert veehouders in de Himalaya

Foto: Rabin Pun Magar via Nepali Times. Gebruikt met toestemming.

Dit artikel door Rabin Pun Magar is oorspronkelijk gepubliceerd in de Nepali Times. Het betreft een geredigeerde en opnieuw uitgegeven versie door Global Voices, als onderdeel van een wederzijdse inhoudelijke overeenkomst.

In de ruige bergen in het Oostelijke Rukum district in de provincie Lumbini, gelegen langs het Dhaulagiri gebergte, heeft het laat in de winter nog gesneeuwd. Na een lange droogteperiode is het eindelijk gaan sneeuwen, maar te laat om het gras op de hooggelegen weilanden weer te laten groeien. Die zijn allemaal verdord.

Op 3.700 meter hoogte worden de hooggelegen weiden in het bergachtige weidegebied in de Kharka-regio nog zelden begraasd. Maar 20 jaar geleden lieten alle families in het dorp llage Lukum hun schapen en berggeiten daar grazen. De herders met hun kuddes leefden daar een half jaar op de voorheen koele en groene graslanden. Slechts enkelen zijn er nog te vinden.

Rassa Gurung, 65, is een van de laatste en weinige  herders die hun eeuwenoude beroep nog uitoefenen. “Ik kwam hier al als baby, deinend op mijn moeders rug. Schrijven en lezen was er niet bij, want we hielpen allemaal onze ouders met het hoeden van de schapen.”

Gurung kent elk plekje op dit weiland als zijn broekzak. Zijn schapen konden overal vrij grazen, maar nu let hij erop dat ze niet op het land van een boerderij of in een nabijgelegen gemeenschappelijk bos belanden.

Rassa Gurung is one the last few shepherds carrying on their ancestral occupation. Image by Shristi Karki via Nepali Times. Used with permission.

Rassa Gurung is een van de laatste herders die nog hun eeuwenoude beroep uitoefenen. Foto: Shristi Karki via Nepali Times. Gebruikt met toestemming.

De 8.167 meter hoge Mt Dhaulagiri doemt op in de verte, maar op de top ligt dit jaar weinig sneeuw. Het lijkt op een gigantische donkere rots.

De schapen sterven op een mysterieuze manier. “Elk jaar sterven er nu 40 tot 50. Zelf heb ik nu nog zo'n 150 schapen, 300 minder dan vier jaar geleden”, vertelt Gurung. “Het merendeel sterft door het eten van gras, aangezien het eetbare gras niet op tijd groeit. Sommige schapen worden door luipaarden en beren opgegeten.”

Hij vervolgt: “Het regent als dat niet hoort en het sneeuwt wanneer het niet moet. Soms sneeuwt het pas in maart en andere keren regent het pas in juni, daarom is er geen gras om te begrazen.”

De gemeenschappen in het hooggebergte worden oneveredig zwaar getroffen door de klimaatcrisis. 2023 was een van de warmste jaren in Nepal.

“De boeren worden direct getroffen door de gemiddelde temperatuurstijging. Onvoorspelbare seizoensveranderingen kunnen leiden tot de groei van nieuwe plantensoorten, terwijl inheemse planten verdwijnen”, vertelt klimaatwetenschapper Ngamindra Dahal.

Hij vervolgt: “Het neerslagpatroon is ook veranderd. Soms hebben we te maken met ongebruikelijke wolkbreuken, andere keren is er in de winter geen regenval, maar een droogteperiode. Het gebrek aan sneeuw raakt de schaapsherders.”

Toch groeien er nu nieuwe grassoorten, maar herders als Gurung weten absoluut niet of ze eetbaar zijn.

Botanicus Bhakta Bahadur Raskoti onderschrijft dat de klimaatverandering de groei van eetbaar gras voor schapen en geiten in de hoger gelegen berggebieden heeft beïnvloed. “Door de klimaatverandering vinden we grassoorten uit de Tarai nu in de bergen, terwijl de berggrassen verder zijn opgerukt.”

Herder Jore Pun, 43, hoedde een paar jaar geleden nog 350 schapen, maar heeft er nu nog maar 250.

Jore Pun. Image by Rabin Pun Magar via Nepali Times. Used with permission.

Jore Pun. Foto: Rabin Pun Magar via Nepali Times. Gebruikt met toestemming.

Lukum was oorspronkelijk een groot dorp met schapenhouderijen in het Oost-Rukum-district. De helft van de 400 huishoudens hoedde hier vroeger schapen en geiten. Tegenwoordig leven er 500 huishoudens, waaronder slechts 35 herders.

De Magar-bevolking vertegenwoordigt de meerderheid van de Oost-Runkum bevolking. De schapenhouderij was  hier vroeger hun broodwinning. Tijdens de plaatselijke festiviteiten worden de schapen geofferd, waarna de vrouwen de wol gebruiken om te breien. Nu de schapen zijn verdwenen, zijn deze tradities in verval geraakt.

“Onze graslanden raken uitgeput en het fokken van schapen is niet meer haalbaar”, vertelt wijkvoorzitter Mankaji Pun. “Bovendien verhuizen jonge mannen voor werk naar de steden of naar het buitenland. Ze breken met hun eeuwenoude beroep.”

Veel mannen in ons gebied vertrokken naar de Golfstaten, Maleisië of India. De jonge mensen trekken ook steeds meer naar de Verenigde Staten. Alleen de vrouwen, ouderen en kinderen blijven achter.

Graphic via Nepali Times. Used with permission.

Graphic via Nepali Times. Used with permission.

In bijna elk huishouden is er altijd wel iemand die naar deVerenigde Staten is geëmigreerd. De overtocht kost deze gezinnen NPR 6 miljoen (€ 41.277), een bedrag dat ze tegen een hoge rente bij lokale kredietverstrekkers moeten lenen.

Dilchan Pun Magar uit Lugum fokte en bezat drie jaar geleden nog 200 schapen. Omdat hij er niet van kon leven, had hij ook nog allerlei bijbaantjes. Nu heeft hij het fokken van schapen helemaal achter zich gelaten en exploiteert hij een hotel.

“Het was ondoenlijk om de schapenhouderij te moderniseren. Het zou enorm veel tijd in beslag nemen en we hadden er nauwelijks geld voor, zodat ik uiteindelijk alles achter me heb gelaten”, zegt Pun Magar.

Rassa Gurung ondersteunt nog steeds zijn gezin door de verkoop van schapen. Hij vertelt dat hij hiermee jaarlijks NPR 400,000 (€ 2.752) verdient, en de opbrengst naar de opleiding voor zijn kinderen gaat. “Maar mijn kinderen willen niet in mijn voetsporen treden. Ze vinden de schapenhouderij te bewerkelijk.”

Image via Nepali Times. Used with permission.

Foto: Rabin Pun Magar via Nepali Times. Gebruikt met toestemming.

Jore Pun noemt ook de geringe interesse bij de nieuwe generatie als reden waarom de schapenhouderij is teruggelopen. “De mensen gingen voor het eerst naar school. Tegenwoordig vertrekken velen naar elders. Maar de schapenhouderij is bovendien ook arbeidsintensief.”

Volgens het ministerie van Landbouw en Veeteelt telt het Oosten van Runkum momenteel nog ongeveer 22.000 schapen. Twee jaar geleden waren het er in het hele land nog bijna 800.000. Hiervan zijn er nog maar 770.000 over.

Bovendien heeft de terugloop van het aantal schapen invloed gehad op de productie van vlees, namelijk van 2.964 ton vorig jaar naar 2.280 dit jaar. De wolproductie liep ook terug, van 584.000 kg twee jaar geleden naar 567.412 nu.

Start een discussie

Auteurs graag inloggen »

Regels

  • Alle reacties worden beoordeeld door een moderator. Verzend je reactie maar één keer, anders kan deze als spam worden gemarkeerd.
  • Wees respectvol tegen elkaar. Reacties met hatelijke opmerkingen, obsceniteiten en persoonlijke aanvallen worden niet goedgekeurd.