Na een rit van acht uur vanuit Beijing, waar hij zijn nieuwe film The Flowers of War [en – alle links] promootte, werd de Britse acteur Christian Bale op donderdag 15 december 2011 ruw behandeld nadat hij had geprobeerd een bezoek te brengen aan het huis van mensenrechtenactivist Chen Guangcheng, die in huisarrest zit.
CNN-reporters waren erbij aanwezig toen Bale probeerde om het dorp van Chen binnen te gaan en door bewakers werd gedwongen om weg te gaan. De bewakers achtervolgden Bale en zijn gevolg vervolgens meer dan 40 minuten in een minibusje. Op Sina Weibo en andere sociale netwerken werden prompt allerlei Batman-grappen gemaakt.
Een opiniestuk in de New York Times van de gerespecteerde Chinese journalist Chen Min leidde vorige maand tot grote beroering onder Chinese activisten omdat Chen Min schreef dat, in gevallen als dat van Chen Guangcheng, alleen stille diplomatie tot minder onderdrukking kan leiden, en dat het internationale “gezichtsverlies” van de Chinese regering alleen maar tot gevolg heeft dat ambtenaren nog minder geneigd zijn om toe te geven.
Als uitgebreide censuur en politiemaatregelen Chinese burgers ervan weerhouden om namens Chen te spreken en als buitenlanders niets over dit soort zaken mogen zeggen, werpen anderen tegen, moeten mensen als Chen Guangcheng, die geen contact met de buitenwereld mogen hebben, dan maar voor zichzelf opkomen?
Meer Global Voices-artikelen over Chen Guangcheng: