Dit artikel geschreven door Joyce Hackel [en] verscheen oorspronkelijk op 4 augustus 2016 op PRI.org [en]. Het wordt hier opnieuw gepubliceerd als onderdeel van een overeenkomst om de inhoud van het artikel te delen.
Iedere dag regent het bommen uit de lucht in Aleppo.
Wanneer de inwoners het brommende geluid van vliegtuigen horen, rennen de meeste weg om dekking te zoeken.
Maar een groep vrijwilligers, gekend als de “Witte Helmen”, blijven in de richting van de vernieling hollen. En de laatste dagen lijkt er geen einde te komen aan hun werk.
“De laatste paar dagen leken op de hel,” zegt de 29-jarige Witte Helm Ishmael Alabdullah. “Er is geen elektriciteit meer in Aleppo, het is volslagen donker … Er zijn alleen nog bombardementen, bombardementen, bombardementen.”
Gedurende maanden is Aleppo gebombardeerd door Russische en Syrische gevechtsvliegtuigen. In de afgelopen weken hebben de regeringstroepen de meeste uitvalswegen uit de stad versperd, waardoor ongeveer 250.000 burgers vastzitten in stadswijken die door de rebellen gecontroleerd worden. Dag na dag halen vrijwilligers daar burgerslachtoffers door luchtaanvallen vanonder het puin. Vooral het werk gisteren was bijzonder zwaarmoedig.
“We werkten meer dan 10 uur om de lichamen vanonder het puin te halen,” zegt hij. “Er waren 10 doden, waaronder drie kinderen.”
Alabdullah vertelt dat zijn team een gewonde vrouw opgroef die naar een nabijgelegen ziekenhuis rende en overleefde.
De Witte Helmen, ook gekend als de civiele bescherming van Syrië, zijn werkzaam in gebieden van Syrië die door de oppositie gecontroleerd worden en zijn een van de weinige overgebleven kentekens van een ooit bloeiende maatschappij in Aleppo. Hun aanwezigheid vormt een baken voor velen in de stad, waarvan de straten vaak verlaten en de markten gesloten zijn.
De vrijwilligers lopen een groot risico. Bombardementen trekken menigten aan die vaak een verleidelijk doelwit zijn voor nog meer luchtaanvallen.
“Bij het bombarderen van een plaats wachten ze tot wij aankomen en dan volgt er een nieuwe bomaanval,” zegt hij.
Vorige maand zijn twee van Alabdullah's collega's omgekomen nadat de gevechtsvliegtuigen teruggekeerd waren naar de plek van een bombardement waar de mannen aan het werk waren. Een van de Witte Helmen stierf ter plaatse tijdens het tweede bombardement. Een ander verloor een hand en een been en overleed later in het ziekenhuis.
Maar Alabdullah zegt dat hij en zijn collega's niet uit het veld geslagen zijn.
“Als je mensen ziet lijden, moet je iets doen om hen te helpen,” zegt hij. “Ik beschouw iedereen die in Aleppo blijft als helden.”