Een ingrijpende inperking van sociale media [en – alle links], tientallen Kasjmirse studentes die op uitdagende wijze tegen de aanwezigheid van Indiase militaire troepen protesteren, een Kasjmirse man vastgebonden aan een Indiaas militair voertuig als menselijk schild tegen stenen gooiende betogers. Dit zijn een paar van de recentste verhalen uit de Kasjmirvallei in de noordoostelijke Indiase deelstaat Jammu en Kasjmir, ook bekend als het door India bestuurde deel van Kasjmir.
Sinds 1990 ervaart Jammu en Kasjmir een verstikkende militaire aanwezigheid onder statuten zoals de “Armed Forces Special Powers Act” en de “Public Safety Act”.
Jammu en Kashmir bestaat uit drie delen: Jammu, de Kasjmirvallei en Ladakh. Het hart van de onderdrukking en de regelmatige avondklok bevindt zich in de Kasjmirvallei, waar 97% van de bevolking moslim is en zich Srinagar, de zomerhoofdstad van de deelstaat, bevindt. In 27 jaar tijd zijn meer dan 70.000 Kasjmiri's gedood en nog meerdere gewond geraakt of gearresteerd tijdens Indiase militaire optredens.
Demonstraties voor onafhankelijkheid, ook wel azadi genoemd, vinden al sinds 1989 in de Vallei plaats maar hebben een nieuwe dimensie aangenomen na de dood vorig jaar van een tweeëntwintigjarige man. In april 2016 werd Burhan Wani, een jonge sociale mediaster, aanhanger van een vrij Kasjmir en het gezicht van de nieuwe golf van de Kasjmirse gewapende strijd, gedood tijdens een anti-oproeroperatie. Na zijn dood publiceerde de Kasjmirse journalist en New York Times schrijver Basharat Peer het volgende op Facebook:
Het internet is verboden. Een avondklok is opgelegd. Telefoons kunnen niet worden bereikt. De machtige Indiase staat heeft hem weliswaar gedood, maar ze hebben niet gewonnen. Een tweeëntwintigjarige man op zijn sterfbed heeft jou doen schudden.
Shujaat Bukhari, redacteur van de krant “Rising Kashmir” uit Srinagar, voegt hieraan toe:
Wani werd geboren in een hoogopgeleide, elitaire Kasjmirse familie. Men gelooft dat hij op vijftienjarige leeftijd tot strijdlust werd gedreven, nadat zijn broer en hijzelf “zonder enige reden” werden geslagen door de politie. Wani was uiterst actief op sociale media en in tegenstelling tot andere militanten in het verleden verborg hij zijn identiteit niet achter een masker.
Sinds de dood van Wani hebben de onderdrukkingen van de protesten al meer dan honderd dodelijke burgerslachtoffers, alsmede duizenden gewonden, tot gevolg gehad. Bedrijven, scholen en het internet worden met tussenpozen afgesloten.
De Azadibeweging in Kasjmir
Jammu en Kasjmir telt 12 miljoen mensen en is de enige Indiase deelstaat met een eigen vlag en een moslimmeerderheid. Mensen uit de Kasjmirvallei eisen al sinds 1989 het recht om een referendum te houden over hun onafhankelijkheid, ook wel azadi genoemd, maar de Indiase regering staat dit niet toe.
Jammu en Kasjmir is een multiconfessionele deelstaat met een aanzienlijke hindoeïstische gemeenschap in Jammu en een boeddhistische gemeenschap in Ladakh. De meerderheid van de etnisch Kasjmirse bevolking bevindt zich echter in de Kasjmirvallei en is moslim.
Sinds begin jaren negentig wordt de politiek in de Vallei gedomineerd door politici die voorstander zijn van zelfbestuur, evenals politici en allianties (zoals de “All Parties Hurriyat Conference”) die onafhankelijkheid nastreven. Door de jaren heen hebben verscheidene kleine onafhankelijke peilingen laten zien dat de meerderheid van de inwoners van de Kasjmirvallei zich willen afscheiden van India. Demonstranten dragen tijdens verzamelingen vaak azadi-borden en azadi-graffiti duikt vaak op in de Vallei.
De Indiase overheid heeft officieel verklaard te geloven dat heel Jammu en Kasjmir integraal deel van India uitmaakt.
In 2015 werd India's regerende hindoe-nationalistische BJP-partij voor de eerste keer beëdigd in de regering van Jammu en Kasjmir. De partij maakt deel uit van een coalitie met de lokale “Kashmiri People's Democratic Party” die voor zelfbestuur is en in 2015 met een anti-BJP rethoriek verkiezingscampagne voerde.
In The Diplomat legt de Kasjmirse geleerde en journalist Haris Zargar uit hoe hindoenationalisme en Indiaas veiligheidsbeleid hebben geholpen om de Kasjmirse onafhankelijkheidsbeweging te voeden:
Voor de Kasjmirse moslims heeft deze opkomst van krachtig hindoenationalisme ook de manier waarop zij de Indiase staat zien, beïnvloed. In de nasleep van deze vermeende tegenspoed voor hun identiteit en voortbestaan heeft de opkomst van Indiaas nationalisme daardoor ook de Kasjmirse moslimidentiteit een nieuwe vorm gegeven. De regerende partij, “People Democratic Party (PDP)”, gebruikte bijvoorbeeld een anti-BJP agenda tijdens de verkiezingen om aan de macht te komen in de deelstaat. De PDP is nu binnen enkele maanden echter minder populair dan ooit geworden, nadat zij een regeringscoalitie met diezelfde rechtse BJP partij vormde.
Sinds 2015 oefent de BJP-regering zware druk uit op de Vallei door middel van onderdrukkingen van betogingen en juridische procedures, zoals het handhaven van het uit de koloniale tijd stammende verbod op rundvlees. Toen de rechtbanken oordeelden dat het verbod strikt moest worden toegepast, sloten velen in de Kasjmirvallei uit protest hun winkels, bedrijven en overheidsdepartementen. In een opiniestuk voor Scroll schreef Athar Pervaiz het volgende:
De uitspraken van verscheidene BJP-leiders in de afgelopen maanden over minderheden, en voornamelijk moslims, hebben in de Vallei alleen maar de indruk versterkt dat de BJP er niet in geïnteresseerd is duurzame vrede te brengen in het grotendeels islamitische Kasjmir.
India's progressieve activisten
Er is een groeiende beweging van activisten in India die de misstanden van hun regering in Kasjmir aanvechten. Indiërs die hun steun uitspreken voor de zelfbeschikking van het Kasjmirse volk krijgen vaak te maken met bedreigingen.
Vorig jaar is een keten protesten op een openbare universiteit in New Delhi begonnen die zich vervolgens over het hele land heeft verspreid. Dit gebeurde nadat de voorzitter van de studentenvereniging van Jawaharlal Nehru University werd gearresteerd wegens beschuldiging van opruiing door het organiseren van een bijeenkomst om de executie van Afzal Guru, een Kasjmirse onafhankelijkheidsstrijder, te herdenken. Volgens Zargar “geloofden de meeste Kasjmiri's, van alle ideologische overtuigingen, dat hij onterecht was geëxecuteerd vanwege zijn Kasjmiri-moslim identiteit.”
Mir Suhail [@mirsuhail ] on how India controls Kashmir. pic.twitter.com/t99WHoWidr
— Mirza Waheed (@MirzaWaheed) July 11, 2016
Mir Suhail over de manier waarop India controle uitoefent over Kasjmir
In 2008 stelde Arundhati Roy, romanschrijver, mensenrechtenactivist en Bookerprijswinnaar, dat de behoefte aan onafhankelijkheid beide kanten opgaat:
India heeft net zozeer azadi van Kasjmir nodig als dat Kasjmir azadi van India nodig heeft.
De meest gemilitariseerde zone ter wereld
De “Public Safety Act (PSA)” laat opsluiting zonder proces tot twee jaar lang toe. Daarnaast is de “Armed Forces Special Powers Act (AFSPA)” een grondwettelijke bepaling die Indiase troepen overstijgende bevoegdheden en juridische immuniteit voor hun acties in Jammu en Kasjmir geeft.
Kasjmir is de meest dicht gemilitariseerde zone ter wereld. Meer dan 700,000 Indiase militairen zijn gestationeerd in de deelstaat, de hoogste verhouding van soldaat tot burger ter wereld.
De AFSPA geeft troepen het recht om mensen dood te schieten, om wie dan ook vanaf twaalf jaar oud met geweld en zonder bevel te arresteren, om elk huis binnen te gaan en te doorzoeken en elk voertuig te stoppen en te doorzoeken, om eigendommen in gebruik te nemen en te vernietigen tijdens anti-oproeroperaties en om Kasjmiri's tot twee jaar lang zonder aanklachten vast te zetten. Legerofficieren hebben juridische immuniteit voor hun acties. Er kan geen vervolging, rechtszaak of ander juridisch proces plaatsvinden tegen eenieder die onder deze wet valt.
Het verblinden van demonstranten met kogels van luchtdrukpistolen is een van de meest controversiële tactieken die wordt gebruikt door de Indiase strijdkrachten in Kasjmir.
De AFSPA is door Human Rights Watch bekritiseerd als een “instrument voor misbruik, onderdrukking en discriminatie door de staat”. De VN heeft India verzocht de AFSPA te herroepen en stelt dat het niet thuishoort in de Indiase democratie. Christof Heyns, de speciale rapporteur van de VN over buitenrechtelijke of willekeurige executies zonder vorm van proces, heeft hier het volgende over gezegd:
[De AFSPA] schendt duidelijk het internationale recht. Een aantal VN-verdragsorganen heeft ook uitgesproken dat het een overtreding van het internationale recht betreft.”
Als gevolg van de PSA zijn duizenden Kasjmirse jongeren en activisten, waaronder advocaten en journalisten, onrechtmatig in hechtenis genomen, volgens Amnesty International. De schattingen door de organisatie van het aantal gedetineerden in de afgelopen twee decennia variëren van 8.000 tot 20.000. Vele gevangenen worden na hun vrijlating dikwijls opnieuw gearresteerd. De herhaalde arrestaties en illegale opsluitingen zijn een kwestie van overheidsbeleid geworden, aldus mensenrechtengroepen.
In 2012 werden verscheidene massagraven met de overblijfselen van meer dan 6.000 Kasjmiri's, die waren verdwenen of opgepakt door Indiase veiligheidsdiensten, ontdekt en in kaart gebracht, maar niemand werd vervolgd.
In 2013 dienden 50 Indiase vrouwen een petitie in bij het Hooggerechtshof van India om het onderzoek naar de verkrachtingen in Kunan en Poshpora, in het afgelegen Kasjmirse Kupwara District, weer te openen. Op 23 februari 1991 vond een vermeende groepsverkrachting van tussen de 23 en 100 vrouwen door het Indiase leger plaats. Dit gebeurde tijdens een zoek- en ondervragingsoperatie in de zusterdorpen Kunan en Poshpora. Het Indiase leger ontkende de beschuldigingen en een onderzoek door de persraad noemde het een bedrog dat in kaart was gezet door militante groeperingen.
Na de ingediende petitie bij het Hooggerechtshof oordeelde het Kasjmirse Gerechtshof dat de slachtoffers een schadevergoeding moeten krijgen. De deelstaatoverheid en het leger hebben deze orders afgeweerd.
Het laatste verzet
Op 8 juli 2016 heeft het Hooggerechtshof van India in een historische uitspraak technisch gezien de immuniteit van de krijgsmachten voor vervolging onder AFSPA beëindigd. Echter, geen enkele Indiase soldaat is tot nu toe aangeklaagd voor acties in Kasjmir.
Op diezelfde dag executeerden Indiase veiligheidsdiensten de tweeëntwintigjarige Burhan Wani. Een reeks protestacties vanwege Wani's dood volgden en de authoriteiten reageerden hierop door een avondklok in alle tien districten van de Kasjmirvallei op te leggen. Hiermee zetten ze de mobiele diensten stop, waardoor het leven voor velen tot stilstand kwam.
- Lees meer: “How My Father Recorded 100 Days of Curfew In Kashmir”
- Lees meer: “Braving Crackdowns by India, These Young Kashmiri Volunteers Keep Neighbourhoods Safe”
Het geweld escaleerde toen Indiase strijdkrachten het vuur openden op duizenden betogers die zich tegen de avondklok bleven verzetten. Rapporten spreken van 90 dodelijke burgerslachtoffers en meer dan 15.000 gewonden.
De avondklok in de Kasjmirvallei bleef 53 dagen van kracht. Scholen en universiteiten waren maandenlang gesloten, sommige tot acht maanden lang.
- Lees meer: “Makeshift ‘Curfew Schools’ Help Kashmiri Students Continue Their Studies Despite Conflict”
In april 2017 vlamden de protesten in Kasjmir opnieuw op tijdens de verkiezing voor een vacante zetel in het Lagerhuis van het Indiase Parlement, de Lok Sabha, in de zomerhoofdstad van de deelstaat, Srinagar. Ten minste acht Kasjmiri's werden gedood en tientallen andere werden gewond toen de Indiase veiligheidsdiensten het vuur openden op de menigtes.
Demonstranten voor onafhankelijkheid boycotten de verkiezing en slechts iets meer dan zeven procent van 1,2 miljoen geregistreerde kiezers in Kasjmir namen uiteindelijk deel. Het was de laagste geregistreerde kiezersopkomst in de geschiedenis van de regio.
Vervolgens trad de politie hard op tegen een groep studenten die protesteerden tegen de installatie van een veiligheidspost in de buurt van hun universiteit op 14 april in de zuidelijk Kasjmirse plaats Pulwama. Dit ontketende grootschalige betogingen op universiteiten in verschillende districten van de Vallei. De overheid reageerde hierop door alle onderwijsinstellingen te sluiten om verdere verspreiding te voorkomen. Studenten riepen op tot protesten op alle universiteiten in Kasjmir op 17 april. Tenminste 100 Kasjmirse studenten raakten gewond tijdens de demonstraties.
De status van vrije meningsuiting in Kasjmir
De lokale overheid heeft diverse keren geprobeerd om informatiestromen te controleren door publicaties aan banden te leggen en kranten vóór uitgave in beslag te nemen.
- Lees meer: “‘Limited Bandwidth': Where Is the Reporting on Kashmir?”
- Lees meer: “Kashmir: Where ‘Digital India’ Ends”
- Lees meer: “Netizen Report: What do Zimbabwe, Kashmir, and Turkey Have in Common? Internet Censorship”
- Lees meer: “Netizen Report: India Suspends Mobile Broadband in Kashmir”
Volgens informatie van de Software Freedom Law Centre uit Bangalore heeft Jammu en Kasjmir sinds 2012 28 stilleggingen van het internet meegemaakt, het hoogste aantal van alle Indiase deelstaten. De overheid blokkeerde internetsignalen gedurende vijf maanden in 2016 na de commotie rondom de dood van Burhan Wani.
Meest recentelijk blokkeerden de autoriteiten meerdere sociale mediaplatforms, omdat ze zogezegd werden “misbruikt door antinationale en antisociale elementen”.
- Lees meer: “Indian Government Bans 22 Social Media Platforms in Kashmir including Facebook, WhatsApp”
Het langstdurende conflict in de geschiedenis van de VN
De strijd van het Kasjmirse volk is altijd overschaduwd door de problematiek tussen India en Pakistan.
In 1947 eindigde de Britse imperialistische overheersing van het Indische subcontinent en werd het territorium verdeeld tussen het voornamelijk hindoeïstische India en het grotendeels islamitische Pakistan. De hindoeïstische machthebber van het grotendeels islamitische vorstenland Kashmir en Jammu ondertekende vervolgens een toetredingsverdrag met India. Kort daarna brak de oorlog uit tussen India en Pakistan over de regio.
Op 2 november 1947 zei minister-president Jawaharlal Nehru op All Indian Radio: “het lot van de deelstaat Jammu en Kashmir moet uiteindelijk besloten worden door de mensen zelf. We hebben deze belofte niet alleen gemaakt aan het Kasjmirse volk maar ook aan de wereld. We zullen en kunnen ons hier niet aan onttrekken.” Twee weken later informeerde hij het Indiase Parlement: “we hebben voorgesteld dat, wanneer het Kasjmirse volk een kans wordt gegeven om over zijn toekomst te beslissen, dit zou moeten gebeuren onder het toezicht van een onpartijdig tribunaal zoals de Organisatie van de Verenigde Naties”.
India vestigde de aandacht van de VN-Veiligheidsraad spoedig op de Kasjmirkwestie. De resoluties van de Verenigde Naties van 13 augustus 1948 en 5 januari 1949 legden de optie van een volksraadpleging voor om het geschil over Kasjmir te beslechten. Deze riepen Pakistan op om zijn troepen terug te trekken en India om zijn militaire aanwezigheid in de regio tot een minimum terug te brengen.
Een wapenstilstand kwam van kracht, maar Pakistan weigerde zijn troepen uit de westelijke districten te evacueren en zodoende werd Kasjmir in praktijk verdeeld. De westelijke districten van de voormalige vorstenlanden bekend als Azad Kashmir kwam onder Pakistaanse controle en de grotere Jammu, Kasjmirvallei en Ladakh bleven onder Indiase controle. In 1951 ondersteunden de verkiezingen in de door India bestuurde deelstaat Jammu en Kasjmir de toetreding tot India. India verklaarde kort daarna dat dit een referendum onnodig maakte. In 1957 legde de grondwet van de door India bestuurde deelstaat Jammu en Kasjmir diens status vast als deel van India. De VN en Pakistan maakten bezwaar aan en zeiden dat een referendum plaats moest vinden om rekening te houden met de opvattingen van kiezers in het hele vormalige vorstenland.
In 1972 tekenden India en Pakistan het Verdrag van Shimla waarin de wapenstilstandlijn in Kasjmir werd vastgesteld als de “Line of Control”. Beide kanten beloofden hun geschillen voortaan door middel van onderhandelingen te beslechten en riepen op tot een definitieve regeling van het dispuut in Kasjmir. Dit verdrag vormde nadien de basis voor Pakistaans-Indiase betrekkingen. Sindsdien heeft Pakistan officieel het recht op zelfbeschikking van het Kasjmirse volk gesteund. Aangenomen wordt dat Pakistan in de jaren negentig een gewapende opstand in de regio ondersteunde. In 2001 verbood Pakistan groeperingen in eigen land waarvan India zei dat ze militaire doeleinden in Jammu en Kasjmir nastreefden. India beschuldigt Pakistan er echter van dit soort groeperingen binnen Pakistan nog steeds te ondersteunen.