
Een zeer traditionele keuken in Lee YJ's dorp in Yanbian. Foto: Lee.
De Culturele Revolutie (1966-1976) verstoorde het onderwijs, ontspoorde carrières en hervormde talloze levens in China. Voor velen betekende het een verloren decennium van ontwikkeling. Maar voor vrouwen uit etnische minderheden, zoals Lee YJ uit de Koreaanse Autonome Prefectuur Yanbian in het noordoosten van China, een regio op de grens van China en Noord-Korea, waren de uitdagingen meer dan alleen politiek: zij moesten politieke omwentelingen, etnische tradities en onbuigzame gendernormen trotseren om te overleven.
In mei 2025 sprak Jo Carter, een medewerker van Global Voices, met Lee om haar verhaal te horen. Lee is inmiddels al een eind in de zeventig. Door haar woorden op te schrijven, probeert dit project haar verhaal niet te romantiseren of te veralgemenen, maar om de stem van één vrouw te bewaren. Haar verhaal laat zien hoe politieke onrust, gender en etniciteit de levens van gewone Koreaanse vrouwen in Noordoost-China vormgaven. Het maakt deel uit van een grotere verzameling van stemmen die anders met de tijd zouden vervagen.
Yanbian: “Het Derde Korea”

Ligging van de prefectuur Yanbian (rood) in de provincie Jilin (oranje) en het Chinese vasteland (geel). Afbeelding van Wikimedia Commons. Publiek domein
Omdat Yanbian (in het rood aangegeven op de kaart rechts) direct aan de overkant van de rivier ligt, is het een natuurlijke bestemming geworden voor Koreaanse migranten die op zoek zijn naar een nieuwe thuis in China. De geschiedenis van migratie gaat eeuwen terug: al halverwege de 17e eeuw, tijdens de late Ming-dynastie, staken groepen Koreanen de Tumen over naar China, vaak op de vlucht voor natuurrampen of hongersnood. Later, begin 20e eeuw, veroorzaakte de Japanse kolonisatie van Korea (1910-1945) een nieuwe vluchtelingengolf, waarvan velen aan de vervolging door het Japanse leger konden ontkomen. Deze Koreaanse vluchtelingen speelden een belangrijke rol in de steun aan de Koreaanse Onafhankelijkheidsbeweging.
De Koreaanse Autonome Prefectuur Yambian werd opgericht in 1952, midden in de Koreaanse Oorlog (1950-1953). Een groot aantal Koreanen in de regio werden gerekruteerd voor het Chinese Volksvrijwilligersleger om Noord-Korea te steunen. Hierbij werden enorme verliezen geleden. Tijdens de Culturele Revolutie verslechterde echter de relatie tussen de Volksrepubliek China (VRC) en de Sovjet-Unie. Hierdoor werden etnische Koreanen in Yanbian het doelwit van vervolging vanwege hun familiebanden in het pro-Sovjet Noord-Korea en het pro-Amerikaanse Zuid-Korea.

Het eerste Volkscongres in Yanbian, 1952. Foto uit het publieke domein via Picryl.
Momenteel is ongeveer één op de drie mensen in Yanbian van Koreaanse afkomst, wat soms ook wel het ‘Derde Korea’ wordt genoemd.
Generatie na de Koreaanse oorlog
Lee werd in de jaren vijftig geboren als middelste van acht kinderen in een arm gezin. Zij groeide op in een gezin waarin van meisjes verwacht werd dat ze hard werkten, ontberingen doorstonden en hun gezin op de eerste plaats zetten:
Toen ik zes was, zorgde ik al voor drie jongere broertjes en zusjes. Mijn vriendjes speelden buiten, sprongen over de rivier en klommen in bomen, maar ik droeg mijn kleine zusje op mijn rug en hield de hand van mijn broertje vast. Een andere broer volgde me als een schaduw.
Haar moeder legde haar een strenge discipline op en eiste dat Lee vroeg thuiskwam en zich wijdde aan de zorg voor de kinderen. Elk uitstel werd bestraft – een vroege les over wat het destijds betekende om een dochter te zijn in een Koreaans gezin.
Toch weerspiegelde de strengheid van haar moeder de normen van haar generatie, gevormd door jaren van ontberingen, huiselijk geweld en de last van het opvoeden van acht kinderen in armoede.
De last van de kinderopvang vertraagde Lee's opleiding. Ze ging twee jaar later dan haar klasgenoten naar de basisschool en werd al snel ziek door haar slechte kleding in de strenge winters van Yanbian. Hierdoor moest ze opnieuw een jaar missen.
Toen ze eindelijk op school zat, werd haar talent duidelijk: ze was steevast de beste van haar klas.
Onderwijs verstoord
Aan het einde van de middelbare school in 1966 werd ze gekozen tot een van de beste leerlingen van de regio en uitgenodigd op het Plein van de Hemelse Vrede in de hoofdstad Peking. Daar zag ze Mao Zedong zwaaien vanuit een passerende auto. “Ik was trots”, herinnerde ze zich met een glimlach.
Dat een meisje uit een arme etnische minderheidsfamilie in Yanbian werd verkozen tot een van de meest uitmuntende studenten van de regio was buitengewoon. Alleen de allerbeste studenten uit heel China hadden de eer om de toekomst van het land te vertegenwoordigen door op het Plein van de Hemelse Vrede te staan als de volgelingen van voorzitter Mao. Zelfs een vluchtige glimp van Mao Zedong opvangen vanuit een passerende auto was in die tijd een uniek moment. En voor Lee was het een moment van erkenning voor haar inspanningen en talenten, ondanks alle moeilijke omstandigheden.
Lee's droom om haar opleiding voort te zetten, kwam in 1966 abrupt ten einde toen de Culturele Revolutie leidde tot schoolsluitingen in het hele land. Ze werd toegewezen aan een lokale boerencommune en werd later gepromoveerd tot teamleider, waar ze hielp met het regelen van de dagelijkse taken van andere leden van de commune.
In 1973 werd ze uitgehuwelijkt. Haar echtgenoot, GR Park, kwam uit een familie met een aangrijpend verleden. Parks vader werd in 1910 in Noord-Korea geboren, toen Japan officieel Korea koloniseerde via het Japan-Korea verdrag. Koreanen vochten terug om het land te bevrijden en werden gewelddadig onderdrukt. Park was getuige geweest van de bestorming van zijn dorp door Japanse soldaten en zijn hele familie werd afgeslacht. Hij alleen overleefde, kon ontsnappen en had buiten zijn leven niets meer. Hij was getraumatiseerd en een wees. Hij vluchtte alleen de grens over naar het noordoosten van China. Dat trauma wierp een lange schaduw over de volgende generatie.
Lee's echtgenoot worstelde met alcohol, gokken en een agressief temperament. Maar wat het meest ondermijnend was, waren de voortdurende kleineringen en narcistisch gedrag. Hoewel ze in haar eentje het huishouden beheerde, bespotte hij haar als ‘dom’ en ‘onwetend’. Tijdens de maaltijden lag hij vaak languit aan tafel en blafte hij bevelen van één woord – ‘drank’, ‘rijst’, ‘eetstokjes’. Zijn schamele inkomen verdween in drank, waardoor Lee alleen op de boerderij en in haar eentje allerlei klusjes moest doen om het gezin te onderhouden en twee dochters groot te brengen.
Na het einde van de Culturele Revolutie in 1976 begon China met de wederopbouw van zijn onderwijssysteem. In 1977 voerde de overheid het Nationale Toelatingsexamen voor Hogescholen (高考/Gaokao) opnieuw in, waardoor universiteiten hun deuren weer konden openen en nieuwe studenten konden uitnodigen om zich aan te melden.
In haar dorp geloofde iedereen dat Lee de toelatingsexamens voor de universiteit met gemak zou halen. Ze stond bekend om haar intelligentie, leiderschap en toewijding – ze leidde zelfs de lokale vrouwenfederatie, waar ze gemeenschappelijk werk organiseerde, vrouwen in moeilijkheden steunde en haar kennis van koken en huismiddeltjes deelde. Haar ‘kimchi’ werd lokaal beroemd, een symbool van zowel vaardigheid als vrijgevigheid.
Maar ondanks de kans kon Lee haar opleiding niet voortzetten. “Ik had niemand om voor mijn dochter te zorgen”, zei ze.
Hoop voor de toekomstige generaties
Lee's dochters zetten de academische dromen die zij niet kon waarmaken voort. Beiden gingen naar topuniversiteiten in China en werden later hoogleraar. Haar kleindochters studeren nu in het buitenland en zijn van plan hun opleiding voort te zetten. Ze zei:
Ik wil dat mijn kleinkind alles doet wat hij of zij wil, met heel zijn of haar hart. Ik hoop dat ze de hoogste mogelijke top bereiken.
Lee is trots, maar niet verbitterd. Haar stem was kalm, geworteld in de herinnering en ze koestert geen spijt. Wat ze niet kon krijgen, streven haar dochters en kleindochters nu na.
Haar tweede dochter, MJ Choi, reflecteerde op het leven van haar moeder:
Ik zag mijn moeder leven met grote kracht en positiviteit, en ze steunde zowel haar familie als de gemeenschap. Haar ongeluk was simpelweg dat ze in die tijd geboren was. De verouderde cultuur van het Koreaanse schiereiland deed haar en ons ook pijn. Door te zien hoe mijn moeder het drankgebruik en de mishandeling van mijn vader moest verdragen, geloofde ik dat vrouwenleed een deugd was. Maar nu wil ik die schadelijke tradities doorbreken. Verheven worden alleen maar omdat je een man bent, is niet alleen schadelijk voor vrouwen, maar ook voor mannen. Ik vertel aan mijn dochters dat een relatie gebaseerd op gelijkheid en wederzijds respect het allerbelangrijkste is.
Lee's verhaal was geen uitzondering – het was de realiteit waarmee talloze Koreaanse vrouwen van haar generatie in Yanbian en in heel China werden geconfronteerd
De genderongelijkheid die haar leven belemmerde, is niet verdwenen. In heel Oost-Azië bepaalt de herinnering aan vrouwen die het zwijgen werden opgelegd, overbelast werden of geen keuzevrijheid kregen, nog steeds hoe jongere vrouwen aankijken tegen huwelijk en gezin. Voor sommigen is de keuze om het huwelijk uit te stellen of zelfs te laten varen niet alleen iets persoonlijks, maar het is ook een stille afwijzing van de offers die het leven van hun moeders en grootmoeders hebben bepaald.
Haar ervaringen laten zien hoe een getalenteerd meisje, gevormd door onbuigzame gendernormen, etnische tradities en politieke onrust, haar kans op onderwijs verloor, maar toch haar familie en gemeenschap in stand hield. Door haar woorden te delen, worden we eraan herinnerd dat geschiedenis niet alleen wordt geschreven door leiders of gebeurtenissen, maar ook door de stille veerkracht van vrouwen wier stemmen het verdienen om gehoord te worden.






