Onderwijs voor meisjes: de impuls die Afrika vooruit kan helpen

Blije kinderen tijdens de schoolpauze. Afbeelding van PexelsVrij te gebruiken.

Door Raby S. Diallo en Stéphanie Manguele

Hoewel landen in Sub-Sahara-Afrika vooruitgang hebben geboekt op het gebied van gendergelijkheid en onderwijs, blijft de scholing van meisjes een hardnekkige uitdaging. Miljoenen jonge meisjes krijgen nog altijd niet de kans om naar school te gaan. En als ze dat wel doen, maken ze hun opleiding zelden af. Op dit moment gaan bijna 32,6 miljoen meisjes in de basisschoolleeftijd en de onderbouw van het voortgezet onderwijs niet naar school. Dit aantal stijgt tot 52 miljoen in de hogere klassen van het middelbaar onderwijs. Toch is het algemeen bekend dat de emancipatie van vrouwen een belangrijke motor is voor economische groei. Dit is onmogelijk zonder gelijke toegang tot onderwijs voor jongens èn meisjes.

De aanhoudende sociale en culturele barrières

Het probleem van onderwijs voor meisjes in Afrika draait niet alleen om toegang tot scholing; het gaat ook om structurele ongelijkheden en patriarchale normen die hun vooruitgang belemmeren.

Gendergebonden opvattingen zitten diep verankerd in veel Afrikaanse samenlevingen en worden in stand gehouden door sociale structuren, waaronder scholen. Deze vooroordelen maken het voor meisjes moeilijk om zichzelf voor te stellen in andere functies dan de traditionele rollen. Onderwijsmaterialen versterken deze ongelijkheid vaak nog: vrouwen worden zelden afgebeeld in leidinggevende functies en meestal alleen in huishoudelijke context. Een recent voorbeeld daarvan is de berichtgeving vanuit bepaalde overheidsdiensten in Senegal, waarin stond dat vrouwelijke werknemers tijdens de ramadan eerder naar huis mochten om alvast huishoudelijke taken te doen. Dit lijkt onschuldig, maar illustreert hoe hardnekkig de rolverdeling blijft. Vrouwen worden beperkt tot huishoudelijke taken terwijl mannen leidinggevende posities bekleden in bedrijven.

Voor echt inclusief onderwijs is genderbewust beleid nodig dat ervoor zorgt dat meisjes een veilige en ondersteunende leeromgeving hebben. Het is essentieel om lesmateriaal te herzien, stereotypes te doorbreken en meisjes te stimuleren om ook voor bèta- en technische richtingen te kiezen.

Ook economische obstakels mogen niet genegeerd worden. Onderwijs kost geld, waardoor gezinnen gedwongen worden om te kiezen tussen de jongens of meisjes naar school laten gaan. In veel gevallen wordt het uithuwelijken van dochters als een uitweg uit armoede gezien, waardoor investeren in hun opleiding geen prioriteit is. Maar in het succes en de prestaties van jongens wordt wel geïnvesteerd.

Volgens de Wereldbank en UNESCO ligt het meisjesonderwijs in Sub-Sahara-Afrika zo’n dertig jaar achter op dat van ontwikkelde landen. Dringende maatregelen zijn nodig om deze genderkloof te overbruggen en het recht op onderwijs voor meisjes te waarborgen. Dat kan op drie manieren: door bewustwording te vergroten binnen gemeenschappen, door financiële steun te bieden aan kansarme gezinnen, en door een veilige, inclusieve leeromgeving te creëren.

Investeren in meisjesonderwijs is investeren in de emancipatie van vrouwen én in de ontwikkeling van Afrika. Maar echte verandering vereist ook dat er buiten het onderwijs wordt ingegrepen om de sociale normen die meisjes vanaf jonge leeftijd een ondergeschikte rol toekennen te doorbreken.

Het recht op onderwijs voor meisjes waarborgen

Het bevorderen van het recht op onderwijs voor meisjes vraagt om inzet van álle betrokken partijen. Er is behoefte aan oplossingen die aansluiten bij de complexe realiteit van het Afrikaanse continent. Iedereen moet betrokken zijn: maatschappelijke organisaties, regeringen en NGO's hebben hierin allemaal een verantwoordelijkheid. Maar vooral de overheid moet dit recht garanderen en daartoe alle nodige maatregelen treffen.

Hoewel Afrikaanse landen hebben beloofd om twaalf jaar gratis basisonderwijs en middelbaar onderwijs aan te bieden aan alle kinderen, jongens èn meisjes, is de uitvoering vaak gebrekkig. Armoede en diepgewortelde culturele normen in lokale gemeenschappen belemmeren de inspanningen van de overheid en houden de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in stand.

Afrikaanse overheden moeten daarom concrete hervormingen doorvoeren en fors investeren in beleid dat alle jonge meisjes toegang geeft tot goed onderwijs. Dat betekent onder andere: sociale drempels tot onderwijs wegnemen, wetten opstellen die garanderen dat alle meisjes hun opleiding afmaken vóór hun zestiende, meer geld toewijzen aan gratis en verplicht basis- en middelbaar onderwijs, en zorgen voor veilige, ondersteunende leeromgevingen mede door het curriculum te herzien om genderstereotypen uit de weg te ruimen.

Daarnaast moeten er beroepsopleidingen komen voor jonge moeders en kwetsbare meisjes, om te voorkomen dat zij geen onderwijs krijgen. Ook moet er beleid komen om kindhuwelijken tegen te gaan. In alle gevallen is het van groot belang dat er systemen zijn om te monitoren en evalueren of het beleid ook daadwerkelijk werkt.

De meeste vrouwen besteden tot wel 90 procent van hun inkomen aan het welzijn van hun gezin en gemeenschap, tegenover slechts 30 tot 40 procent bij mannen. Het is daarom cruciaal dat er meer juridische, personele en financiële steun komt voor onderwijs van meisjes. Deze investering verbetert niet alleen de individuele omstandigheden, maar legt ook de basis voor een daadwerkelijke transformatie van de Afrikaanse samenleving.

Raby S. Diallo is sociologe, schrijfster, voorzitter van de organisatie ‘Debbo Femmes d’Afrique’ en voorvechter van vrouwelijk leiderschap. Stéphanie Manguele is advocate bij de Orde van Advocaten van Parijs en is werkzaam bij het kantoor Thiam en Associés.

Start een discussie

Auteurs graag inloggen »

Regels

  • Alle reacties worden beoordeeld door een moderator. Verzend je reactie maar één keer, anders kan deze als spam worden gemarkeerd.
  • Wees respectvol tegen elkaar. Reacties met hatelijke opmerkingen, obsceniteiten en persoonlijke aanvallen worden niet goedgekeurd.