
Hersenkoraal, foto van Canva Pro.
De riffen in het Caribisch gebied kampen met serieuze uitdagingen; van hogere temperaturen die bijdragen aan verzuring van de oceanen en afbraak van koraal tot gevallen van koraalverbleking door een combinatie van warmere oceanen, overbevissing en vervuiling. Nu waarschuwt het Institute of Marine Affairs (IMA) van Trinidad en Tobago voor een andere bedreiging: Stony Coral Tissue Loss Disease (SCTLD) (ziekte van het steenachtig koraalweefselverlies), die volgens het instituut ”verwoestend is voor koraalriffen in het Caribisch gebied.”
Sinds de ziekte in 2014 voor het eerst in Florida werd opgemerkt, heeft SCTLD zich verspreid naar verschillende andere regionale territoria, waaronder De Bahama's, de Kaaimaneilanden, Jamaica, de Nederlandse Cariben, en zelfs eilanden van de Kleine en Grote Antillen. Dit komt doordat het SCTLD-pathogeen zeer besmettelijk is en zich gemakkelijk verspreidt door direct contact met geïnfecteerd koraal, waterstromingen en ballastwater. Havens zijn daarom vaak een ”vroege infectieplek”.
Geïnfecteerde koralen vertonen laesies op plekken waar dood weefsel aanwezig is. Deze plekken worden groter naarmate de ziekte zich verder verspreidt, en het is een snelle ziekte die koraal binnen enkele weken tot maanden doodt. Het kan zijn dat de ziekte volledig door bacteriën wordt veroorzaakt of misschien door een combinatie van bacteriën en een virus. Om de riffen in de regio te redden, worden geïnfecteerde koralen behandeld met antibiotica. Sommige worden zelfs tijdelijk naar faciliteiten op het land verplaatst om zo een betere overlevingskans te krijgen.
Van de 45 soorten steenkoralen die in het Caribisch gebied voorkomen, meldt de IMA dat SCTLD er meer dan 20 heeft besmet, waaronder de doolhof-, berg- en hersenkoralen, soorten die ook veel voorkomen op het op toerisme gerichte Tobago, dat al lange tijd bekend staat als duiklocatie. Volgens de IMA ”is zelfs het wereldberoemde, gigantische hersenkoraal dat zich in Speyside bevindt, een soort die zeer vatbaar is voor de ziekte.”
Als de ziekte uitbreekt onder de koraalpopulaties op Tobago, kan dat verwoestende gevolgen hebben voor het eiland. In een onderzoeksrapport uit juni 2008 met de titel ”Coastal Capital – Economic Valuation of Coral Reefs in Tobago and St. Lucia (Kust Kapitaal – Economische Waardering van Koraalriffen in Tobago en St. Lucia)” door Lauretta Burke, Suzie Greenhalgh, Daniel Prager en Emily Cooper, werd de jaarlijkse waarde van de koraalriffen van Tobago genoemd als ergens tussen de 120 en 160 miljoen dollar.
Hoewel SCTLD Tobago nog niet lijkt te hebben bereikt, sterven de aangetaste riffen in andere gebieden snel af, wat lokaal tot bezorgdheid leidt. De IMA-blogpost verwijzend naar een onderzoek van William Precht naar koraalriflocaties in Zuidoost-Florida, merkte op dat sommige zwaar getroffen soorten waren teruggelopen tot minder dan 3 procent van hun oorspronkelijke populatie; andere, zoals het hersenkoraal dat zo dominant is op Tobago, tot minder dan 25 procent. SCTLD is al vastgesteld op het naburige Grenada en op enkele eilanden in het Nederlands Caribisch gebied. De IMA voorspelt daarom dat het ”slechts een kwestie van tijd is voordat het virus zich aandient”.
Hoe kunnen we ons dan voorbereiden? ”Overleving is het meest waarschijnlijk wanneer de autoriteiten in actie komen, het publiek wordt voorgelicht en er capaciteit wordt opgebouwd om de bescherming tegen de bedreiging te versterken”, vervolgde de blogpost. Vanuit het perspectief van het IMA zal een subsidie die het in 2024 van de Specially Protected Areas and Wildlife Regional Activity Centre (SPAW RAC) ontving voor een eenjarig project gericht op het opbouwen van paraatheid en veerkracht tegen koraalziekte, waardevol blijken.
In januari van dit jaar, kregen IMA-koraalrifecologen een training van het Perry Institute of Marine Science (PIMS) in San Andres, Colombia om koraalziekten te beoordelen, SCTLD te identificeren en antibioticabehandelingen voor te bereiden en toe te passen op geïnfecteerde koralen. Door hun capaciteit te versterken, is de IMA nu beter toegerust om de bewustwording rond SCTLD te vergroten en strategieën te implementeren om koraalriffen te monitoren en ze te behoeden voor de grillen van de ziekte.
De organisatie informeert lokale zeegangers over waar ze op moeten letten om SCTLD in koraal te herkennen, waar ze dan melding van kunnen maken via de seaiTT app van de IMA. Zij dringen er ook bij snorkelaars en duikers op aan om koraal niet aan te raken – wat een goed advies is, zelfs bij gezonde riffen – want als er een infectie aanwezig is, versnelt het aanraken van koraal de potentiële verspreiding. Duikers moeten er ook voor zorgen dat ze hun uitrusting ontsmetten, voor het geval ze in contact zijn gekomen met besmet koraal. Ook het bilgewater van boten moet routinematig worden ontsmet. Dit zijn kleine stapjes die een groot verschil kunnen maken als het gaat om het voorkomen van verspreiding.
”We moeten […] samenwerken om onze koraalriffen te beschermen”, aldus de IMA. Belast met de plicht om de ecologische en economische diensten van onze riffen te behouden”, ziet de IMA maar één manier om de potentiële verwoesting die SCTLD kan aanrichten, te minimaliseren: proactief reageren op de bedreiging.