
Vrouw voedt kind met Ready-to-use Supplementary Food (RUSF), een voedingssupplement voor ondervoede kinderen. De foto is met toestemming gebruikt, en gemaakt door Abel Gichuru voor Action Against Hunger.
Door Dr. Charles E. Owubah, CEO van Action Against Hunger
Recente bezuinigingen op de Amerikaanse overheidsbegrotingen voor internationale hulp bedreigen essentiële projecten wereldwijd. Hoe moeten non-profitorganisaties reageren? Door belangenbehartiging en meer innovatie.
Non-profitorganisaties zijn natuurlijk altijd al bezig met het benadrukken van het belang en de doelen van hun organisatie, en nu is het moment om deze capaciteit optimaal te benutten. Het is cruciaal om met urgentie te handelen, maar tegelijkertijd een langetermijnvisie hebben.
Op dit moment vragen veel organisaties om een ontheffing van de bezuinigingen op hun levensreddende programma’s. Zelfs in de uitzonderlijke gevallen waarin deze zijn toegekend, worden de fondsen echter vaak nog steeds niet uitgekeerd. Bovendien bestaat er onzekerheid over wat er na het herzien van de subsidies door de Amerikaanse overheid zal gebeuren, een proces dat binnen 90 dagen moet worden afgerond. Een schrijnend voorbeeld is Action Against Hunger, een wereldwijde non-profitorganisatie die honger bestrijdt. Deze organisatie dreigt tot 120 miljoen dollar aan financiering te verliezen in landen als Haïti, Ethiopië en Afghanistan. Dit kan ernstige gevolgen hebben voor honderdduizenden mensen, met mogelijk een dodelijke afloop. En dit is slechts één voorbeeld; de impact op de gehele sector kan nog veel groter zijn.
Leiders van non-profitorganisaties moeten deze uitdaging zowel individueel als collectief aanpakken, bijvoorbeeld via samenwerkingsverbanden zoals InterAction, een vooraanstaand netwerk van NGO’s in de Verenigde Staten. Het is belangrijk te benadrukken dat deze bezuinigingen plaatsvinden ondanks brede steun van zowel Democraten als Republikeinen voor Amerikaanse hulp in de strijd tegen wereldwijde honger; bijna 60 procent van de Republikeinse achterban steunt deze hulp.
Daarnaast moeten we verder kijken dan alleen de VS. Zo leidt de campagne van Action Against Hunger bijvoorbeeld elk jaar tot tientallen verbeterde overheidsmaatregelen, veelal ook buiten de VS. Gezamenlijke inspanningen zouden hierbij zinvol zijn. Hoewel financiering essentieel is, biedt deze crisis ook een kans om kritisch te kijken naar de manier waarop de beschikbare fondsen worden besteed.
Terwijl non-profit organisaties blijven pleiten voor extra financiering, moeten ze ook alles op alles zetten om iedere dollar zo effectief mogelijk in te zetten voor maximaal impact. Innovatie is nu belangrijker dan ooit, vooral op het gebied van hongerpreventie en -bestrijding, en zou ook andere sectoren ten goede kunnen komen. Hier zijn drie concrete stappen die we nu kunnen nemen.
Processen en programma’s stroomlijnen
Samen met collega's pleit ik al lang voor het vereenvoudigen van de processen en protocollen die nodig zijn om zorg te verlenen aan kwetsbare bevolkingsgroepen, met name kinderen. Het huidige beleid maakt bijvoorbeeld onderscheid tussen de verschillende niveaus van acute ondervoeding met elk een eigen behandelprotocol, wat leidt tot gefragmenteerde zorg en inefficiënte hulpverlening. Deze verdeling maakt het moeilijker voor gezinnen om toegang te krijgen tot zorg, omdat ernstig en matig ondervoede kinderen vaak verschillende klinieken moeten bezoeken en verschillende therapeutische voedingsmiddelen moeten gebruiken.
Deze inefficiënte zorg leidt tot tragische gevolgen: elke 15 seconden sterft een kind aan hongergerelateerde oorzaken.
Dit is een dringende kwestie. Op dit moment heeft één op de vijf ondervoede kinderen geen toegang tot levensreddende behandeling. Ondervoeding is echter een medisch probleem en het is riskant om behandelprotocollen te veranderen zonder degelijk wetenschappelijk bewijs. Om dit aan te pakken heeft Action Against Hunger, samen met de International Rescue Committee en de London School of Hygiene and Tropical Medicine, het onderzoek Combined Protocol for Acute Malnutrition Study (ComPAS) uitgevoerd. Dit onderzoek testte een vereenvoudigde aanpak waarbij één behandelprotocol wordt gebruikt voor zowel ernstige als matige ondervoeding.
Door ernstige en matige ondervoeding als één aandoening te behandelen in plaats van als twee afzonderlijke, neemt de ComPAS-aanpak onnodige complexiteit weg, wat de kosten kan verlagen en de toegang tot behandeling kan vergroten. Bij proeven in Zuid-Sudan en Kenia bleek deze aanpak net zo veilig en effectief te zijn als de huidige behandelingsmethoden, terwijl de kosten per kind met ongeveer 12 procent daalden. Door de efficiëntie te verbeteren zonder de zorg in gevaar te brengen, zou de ComPAS-aanpak voor de behandeling van ondervoede kinderen ervoor kunnen zorgen dat er elk jaar aanzienlijk meer kinderen behandeld kunnen worden.
Onderzoek naar de oorzaken van ondervoeding
Preventie is net zo belangrijk als behandeling, zowel om levens te redden als om kosten te verlagen. Onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat kinderen die behandeld zijn voor ernstige acute ondervoeding, Severe Acute Malnutrition (SAM), een hoog risico lopen om opnieuw ondervoed te raken. Soms raakt wel 30 tot 50 procent van de herstelde kinderen opnieuw ondervoed, vooral op het platteland en in gebieden met beperkte middelen. Dit onderstreept het belang van preventieve maatregelen. Het voorkomt niet alleen leed, maar vermindert ook de kans op herhaaldelijke behandelingen op de lange termijn.
We onderzoeken nieuwe en mogelijk meer effectieve manieren om te kunnen zorgen voor blijvend herstel na ondervoeding. Een mogelijke oplossing is de ontwikkeling van een verbeterde versie van Ready-to-Use Therapeutic Food (RUTF), een voedzaam pasta-achtig product dat direct uit het zakje gegeten kan worden zonder water of ziekenhuisbezoek. Het product bestaat inmiddels 20 jaar en wetenschappers werken op dit moment aan een betaalbaardere versie van RUTF door lokale ingrediënten te gebruiken.
Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar de darmmicrobiota, dat cruciaal is voor de algehele gezondheid maar kan worden aangetast door SAM, waardoor het risico op ondervoeding bij kinderen zou kunnen toenemen. Door de bacteriën in de darmmicrobiotica aan te passen, hopen onderzoekers de terugvalpercentages te verlagen en langdurig herstel te bevorderen.
Het belang van preventie door toegang tot informatie
Op grote schaal is preventie wellicht nog belangrijker dan voor een individu of gemeenschap. Preventieve maatregelen kunnen zelfs de kosten van humanitaire hulp met wel 30 procent verlagen. Gelukkig zijn er wereldwijd systemen ontwikkeld om hongersnood en voedseltekorten vroegtijdig te signaleren, zodat we met minder geld meer levens kunnen redden. Zo bieden het Famine Early Warning Systems Network (FEWS NET) en de Integrated Food Security Phase Classification (IPC) essentiële inzichten in voedseltekorten. Toch zou het beter zijn om potentieel gevaarlijke hongersituaties nog eerder te signaleren.
Daarom richt Modeling Early Risk Indicators to Anticipate Malnutrition (MERIAM) zich specifiek op ondervoeding bij kinderen jonger dan vijf jaar, kijkt naar eerdere cijfers en kan daarmee ondervoeding tot twaalf maanden vooruit voorspellen, langer dan wat bestaande systemen toelaten. Samen kunnen MERIAM, FEWS NET en IPC helpen om het risico op ondervoeding te identificeren en een gezamenlijke aanpak te bepalen voordat een potentiële crisis zich uitbreidt.
Door deze inzichten en opties, kunnen we efficiënter werken en de impact van onze inspanningen vergroten. Ze kunnen ons helpen om hongersnood te voorspellen en te voorkomen, activiteiten te stroomlijnen zodat we meer kinderen kunnen bereiken, en herhaaldelijke ondervoeding in de toekomst te voorkomen bij de kinderen die we behandelen. Door te investeren in onderzoek en innovatie kunnen we efficiënter werken en met beperkte middelen de impact van onze inspanningen vergroten. Maar eerst is er geld nodig om hierin te investeren.
Daarom is het nu tijd voor wereldleiders om zich niet alleen in te zetten voor meer middelen, maar ook voor effectievere oplossingen. Hongerbestrijding is niet alleen een financiële kwestie; het is een noodzaak die voor veel mensen van levensbelang is. Het gaat hier om leven of dood.