Kinderen aan de grens: de waarheid over de crisis omtrent kinderarbeid en seksuele uitbuiting aan de grens tussen Pakistan en Afghanistan

De twaalfjarige Ahmar werkt in werkplaatsen waar hij auto-onderdelen verzamelt. Foto Ramna Saeed. Gebruikt met toestemming.

Bij Torkham, de drukke grensovergang tussen het noordwesten van Pakistan en Afghanistan, is het geraas van vrachtwagens en opleggers die goederen en essentiële voorraden over de grens brengen, constant aanwezig. Te midden van de drukte ontvouwt zich een verontrustend beeld van jonge kinderen die tussen de grote vrachtwagens rondfladderen, waarbij hun tengere postuur zware vracht moet verstouwen.

Heel behendig gaan ze om met de gevaren die ze lopen, ontwijken ze het rijdende verkeer en de altijd waakzame blik van het beveiligingspersoneel. Hun aanwezigheid roept duidelijk vragen op over hun overleving, uitbuiting en de schaduwzijde van de economische activiteiten in deze onveilige regio.

In het grensgebied van Ghazgi, een stad in het westen van Afghanistan, krijgen kinderen, zoals de twaalfjarige Ahmar, te maken met soortgelijke ontberingen. Ahmar en andere jonge kinderen brengen auto-onderdelen over de Afghaanse grens naar Pakistan. Ze vertegenwoordigen de strijd van een generatie die gebukt gaat onder zware arbeid en wanhoop.

In versleten kleren en een opgelapte traditionele Pashtun-hoed zorgt Ahmar voor extra inkomsten voor het gezin. Het afgelopen jaar droeg hij een vijf kilo zware tas met auto-onderdelen over en weer tussen Pakistan en Afghanistan. Hij vertelde dat zijn zusje hem bij de grensovergang opwachtte, om de grens over te steken met goederen die ze via een tussenpersoon of vanuit een magazijn in Pakistan of Afghanistan had ontvangen. Wanneer er aan de grens een lading autoschroot ligt, gaat ze naar huis om de verkoopbare goederen in te pakken. Soms zit ze de hele nacht langs de kant van de weg en wacht ze op een kans om restanten voor haar broer te verzamelen, zodat ze hem kan helpen. Soms zijn er ook kinderen die van hun ouders verkoopbare goederen moeten smokkelen, waarbij ze de gevaarlijke reis naar de grens helemaal alleen moeten maken.

Een magazijnchef vertelt Global Voices, op voorwaarde van anonimiteit, dat de georganiseerde maffia samenspant met de grensautoriteiten en betrokken is bij het verzenden en ontvangen van goederen over de grens. Volgens hem zijn ook veel kinderen, zonder begeleiding van volwassen familieleden, bij deze activiteiten betrokken. Om te helpen met het smokkelen van goederen, worden sommige kinderen door hun ouders die in het magazijn werken naar de grens gebracht. De ouders werken vaak samen met het magazijnpersoneel in Afghanistan voor het vervoer van goederen op hun terugreis. In ruil voor hun inzet worden de ouders extra beloond.

Farman Shinwari, de vorige voorzitter van de vakbond voor arbeiders in Torkham, onthulde in een persoonlijk interview, dat meer dan 3.000 arbeiders bij commerciële activiteiten aan de grens zijn betrokken, waarvan 70 procent kinderen.

De zevenjarige Kashmala komt ook uit Afghanistan. Ze werkt in Torkham, Pakistan, samen met haar familie en andere kinderen uit de buurt. Haar huis ligt een uur rijden van Torkham en om de paar dagen gaat ze naar huis terug, waar ze haar moeder 2.000–3.000 rupies (€ 7-11) geeft. Het geld wordt gebruikt om haar twee broers en drie zussen te onderhouden. Toen haar ouders naar haar werk informeerden, was het hartverscheurend om te horen dat incidenten bij dit soort werk, zoals seksueel misbruik en geweld tegen kinderen, schrikbarende en alledaagse vormen had aangenomen.

Volgens Farman Shinwari wordt kindarbeid in Pakistan wettelijk niet helemaal aan banden gelegd, omdat bij een volledig verbod kinderen misschien zouden proberen om de grens in gevaarlijke gebieden over te steken, over hekken te klimmen of zich in voertuigen en aanhangers te verstoppen, met nog meer ongelukken tot gevolg. Tijdens sporadische ontmoetingen met Pakistaanse en Afghaanse grensautoriteiten, treedt hij ook op als vakbondsvertegenwoordiger. Hij beweert dat tijdens elke ontmoeting de autoriteiten de noodzaak op beperkingen benadrukken, wanneer het om kinderen gaat die goederen brengen en meenemen, en dat ze soms het verkeer van de kinderen aan de grens gedurende meerdere dagen zullen stilleggen.

Volgens zijn gegevens zijn er de afgelopen twee jaar dertig kinderen overleden, nadat ze door vrachtwagens werden overreden. Maar de overheid beschikt niet over gegevens van deze kinderen en er is geen regeling om de families financieel bij te staan.

Seksueel misbruik van kindarbeiders

Azam Khan is twaalf jaar en komt uit de Pakistaanse stad Landi Kotal. Hij stak vanuit Afghanistan te voet de grens over en bereikte met twintig dozen sigaretten op zijn schouders een magazijn binnen de Pakistaanse grenzen. Zijn met zweet doorweekte kleren waren door het vele stof zwaarder geworden en hij zat naast een koeltank om zijn dorst te lessen. Toen hem werd gevraagd naar de sporen en littekens op zijn gezicht, onthulde hij dat hij meerdere keren aan de grens door Pakistaanse veiligheidsmensen en Afghaanse Taliban-strijders fysiek was mishandeld.

Azam vertelt dat de kindarbeiders tijdens hun werk het doelwit zijn van fysiek en seksueel geweld. Hij noemt een incident op een lokatie die de magazijnchef hem had aanbevolen en waar hij eens sliep. Daar probeerde iemand hem te molesteren.

Volgens Ferman Shinwari is het aantal kinderen, dat onder zware omstandigheden in Tirkham werkt, toegenomen door de komst van de Taliban in Afghanistan en internationale sancties. Van de honderd kinderen komen er tien uit Pakistan, en de rest zijn Afghaans. De meeste kinderen zijn de enige kostwinner in het gezin, waarvan de ouders zijn overleden of door het conflict lichamelijk zijn beperkt.

Zonder zijn naam te noemen, vertelde een functionaris van de Landi Kotal Sub Gevangenis, dat kinderen in Torkham worden ingezet voor het smokkelen van commerciële goederen en drugs. Hij verklaarde dat het afgelopen jaar 20 kinderen werden gearresteerd, maar omdat er in de gevangenis voor kinderen niet genoeg plaats was, hun zaken snel werden afgehandeld en juridische stappen werden ondernomen. Ook vertelde hij dat een groot aantal gearresteerde kinderen uit Afghanistan komen en vervolgens aan de Afghaanse autoriteiten worden overgedragen.

Sufyan, Kashmala's oudere broer werkt in een laswerkplaats aam de grens met Torkham. Foto Ramna Saeed. Gebruikt met toestemming.

Hoeveel kindarbeiders zijn er?

Volgens Lehaz Ali, journalst bij Agence France Presse, is het niet precies bekend hoeveel kindarbeiders er in Khyber Pakhtunkhwa zijn. Hij vertelde niet over gedetailleerde gegevens of een reële planning door de overheid bij het aanpakken van de problemen van de kindarbeiders in de regio te beschikken, waardoor het exacte aantal kindarbeiders in de regio moeilijk is te achterhalen.

Volgens de laatste peiling uit 1996, waren ongeveer 3,3 miljoen kinderen in Pakistan bij verschillende vormen en in bepaalde sectoren van kindarbeid betrokken. Hieronder waren heel veel kinderen, ongeveer 1 miljoen, afkomstig uit Khyber Pakhtunkhwa. Maar tribale gebieden, Afghaanse vluchtelingen en informele sectoren werden in de peiling niet meegenomen.

“De formele gegevensverzameling voor de peiling begon in januari 2022. Na deze fase, in oktober 2022 , werd begonnen met de procedure voor gegevensvalidatie en correctie, die in april 2023 was voltooid. Het rapport werd in vijf maanden opgesteld. De commissie kwam op het spoor van Afghaanse kinderen die slachtoffer waren van verschillende affaires, en met hulp van de genoemde autoriteiten met hun families in Afghanistan contact zocht. Momenteel zijn meer dan dertig Afghaanse kinderen opgenomen in de revalidatiecentra die door de commissie zijn aangewezen”, vertelt het hoofd van de Kinderbescherming en Welzijn in Khyber Pakhtunkhwa, Ajaz Muhammad Khan, tijdens een interview met Global Voices.

Wetten ter bescherming van het kind

In de provincie Khyber Pakhtunkhwa werd de Wet ter Bescherming en Welzijn van het Kind 2010, na diverse wijzigingen, in 2015 opnieuw aangenomen. De Leerplichtwet op het Basis- en Voortgezet onderwijs 2017, en  de Wijzigingswet ter Voorkoming van Kindarbeid, werden in 2015 uitgevaardigd, waarbij de voorwaarden omtrent kindarbeid werden verduidelijkt. Na een toename van het aantal gevallen van seksueel geweld tegen kinderen in Khyber Pakhtunkhwa, nam de druk van sociale activisten en het publiek toe om wijzigingen in de Wet ter Bescherming en Welzijn van het Kind 2010 door te voeren. Het wetsvoorstel werd in 2021 aan de provinciale autoriteiten voorgelegd, waarbij het wetsontwerp – na het schrappen van een omstreden paragraaf – unaniem werd goedgekeurd. Het omstreden voorstel betekende het openbaar maken van een video waarbij seksuele delinquenten werden opgehangen. Maar het voorstel werd uit de wet geschrapt, na afwijkende meningen van andersdenkenden.

Volgens de aangepaste wet moet iemand die betrokken is bij seksueel geweld tegen een kind, met levenslange gevangenisstraf worden gestraft, of de doodstraf en een boete van PKR 5 miljoen (€ 17.243). Het opnemen van video's van seksueel misbruik tegen kinderen betekent 20 jaar gevangenisstraf en een boete van PKR 7 miljoen (€ 24.150), terwijl het delen van video's met anderen 10 jaar gevangenisstraf oplevert, en een boete van PKR 2 miljoen(€ 6.900). Het wetsvoorstel schrapte de doodstraf en het voorstel tot amputatie bij personen die van aanranding worden beschuldigd.

Het valt nog te bezien of deze wet en andere maatregelen tegen kindermisbruik, maar ook gevaarlijke kinderarbeid, kwetsbare kinderen aan de grens beschermen. Maar activisten blijven hoopvol en zweren door te gaan met hun strijd.

Start een discussie

Auteurs graag inloggen »

Regels

  • Alle reacties worden beoordeeld door een moderator. Verzend je reactie maar één keer, anders kan deze als spam worden gemarkeerd.
  • Wees respectvol tegen elkaar. Reacties met hatelijke opmerkingen, obsceniteiten en persoonlijke aanvallen worden niet goedgekeurd.