Naarmate meer Afrikaanse landen streven naar gendergelijkheid in overheidsfuncties, worstelen sommige landen nog steeds met de volledige integratie van vrouwen in de politiek. Uit een recent rapport van het Policy and Legacy Advocacy Centre (PLAC) – een onafhankelijke, onpartijdige non-profit organisatie voor capaciteitsopbouw die zich inzet voor het versterken van democratisch bestuur en burgerparticipatie in Nigeria – bleek dat Nigeria het laagste percentage vrouwelijke vertegenwoordiging in het parlement heeft van alle landen van Sub-Sahara Afrika.
Van de 185 landen die in het rapport worden geanalyseerd, scoort Rwanda het hoogste in Afrika, met 61,3 procent vrouwen in het parlement. Nigeria staat daarentegen op de 180e plaats, met een vrouwelijke vertegenwoordiging van slechts 4,4 procent.
Uit de gegevens blijkt dat in het 360 leden tellende Huis van Afgevaardigden van Nigeria slechts 16 vrouwen zitten, terwijl er in de 109 leden tellende Senaat slechts vier vrouwen zitten. Bovendien hebben 14 van de 36 staten geen enkele vrouwelijke staatswetgever. Zelfs in staten met vrouwelijke wetgevers blijft hun aantal uitermate laag. De situatie is niet beter bij uitvoerende functies: sinds de terugkeer naar democratie in 1999 is in Nigeria geen enkele vrouw gekozen als president, vicepresident of gouverneur.
Dit lage niveau van vertegenwoordiging weerspiegelt niet de populatie vrouwen in Nigeria. Statistieken van de Wereldbank tonen zelfs aan dat vrouwen en meisjes de helft van de bevolking uitmaken van het dichtstbevolkte land van Afrika.
In overeenstemming met de beginselen en richtlijnen van het Internationaal Statuut van de Rechten van de Mens, het VN-Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, het Actieprogramma van de Internationale Conferentie over Bevolking en Ontwikkeling en de Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling, heeft de Nigeriaanse regering zich ingezet voor gendergelijkheid door in 2006 het nationale genderbeleid vast te stellen, dat een positieve discriminatie van 35 procent voor vrouwen in bestuursprocessen bevordert.
Ondanks dit beleid en vele andere inspanningen heeft Nigeria nog steeds het laagste percentage vrouwelijke parlementaire vertegenwoordiging in Afrika behouden, met een gestage daling van het aantal sinds 2011. Deze ondervertegenwoordiging is te wijten aan ongunstige politieke systemen en sociaal-culturele praktijken.
Ongunstige politieke systemen
De meeste Afrikaanse landen met een hoge of evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in het parlement hebben grondwettelijke, wettelijke en partijquota ingevoerd om vrouwen een eerlijke kans te geven om in een ambt te worden gekozen. In sommige Engelstalige landen in Afrika, zoals Nigeria en Ghana, is dit echter niet het geval. Deze landen gebruiken het meerderheidsstelsel als kiesstelsel, wat minder gunstig is voor vrouwelijke kandidaten, doordat politieke partijen zetels winnen en toewijzen op basis van het aandeel stemmen dat ze bij verkiezingen krijgen.
Mannelijke politici domineren leiderschapsrollen binnen de meeste politieke partijen in Nigeria. Deze partijen slagen er doorgaans niet in om een ondersteunende omgeving of infrastructuur te bieden voor hun vrouwelijke leden. Hierdoor hebben vrouwen moeite om partijnominaties te verkrijgen om zich kandidaat te stellen voor een ambt tijdens de algemene verkiezingen.
In Nigeria kunnen de weinige vrouwen die genderdiscriminatie weten te overwinnen, vaak niet voldoen aan de financiële eisen van deelname aan verkiezingen, omdat deze kostbaar zijn. Alleen vrouwen met veel steun van partijleiders en voldoende financiële middelen om “geschenken” aan de belanghebbenden van de partij te geven, worden genomineerd als kandidaten.
Ayisha Osori, schrijver, advocaat en pleitbezorger voor sociale rechtvaardigheid, stelde zich in 2015 kandidaat namens de People's Democratic Party voor het Huis van Afgevaardigden van Nigeria, maar verloor. Zij zei het volgende over de lage vertegenwoordiging van vrouwen in de Nigeriaanse politiek: “Verkiezingen in Nigeria worden gemonetariseerd en zijn transactioneel. Vrouwen zijn sociaal gezien al achtergesteld, terwijl in Nigeria de snelste manier om rijk te worden via de overheid is… Als vrouwen niet in de politiek zitten, kunnen ze geen geld inzamelen. En zonder geld kunnen ze niet in de politiek.”
Een andere belangrijke kwestie die vrouwen ervan weerhoudt om deel te nemen, is electoraal gendergerelateerd geweld. Nigeriaanse verkiezingen worden vaak gekenmerkt door geweld, waarbij vrouwelijke kandidaten en kiezers steevast slachtoffer zijn van verschillende vormen van door politiek aangemoedigd gendergerelateerd geweld.
Een van de overlevenden van electoraal gendergerelateerd geweld tijdens de presidentsverkiezingen van 2023 is Jennifer Bina Ifedi. Zij keerde terug naar haar stembureau om haar stem uit te brengen, nadat ze was aangevallen en gewond geraakt door politieke geweldplegers in Lagos. Er zijn echter veel meer gevallen van gendergerelateerd electoraal geweld tegen vrouwen die onopgemerkt blijven vanwege gebrek aan media-aandacht.
Culturele en maatschappelijke barrières
Hoewel de grondwet van Nigeria vrouwen het recht geeft om te stemmen en gekozen te worden, verhinderen veel culturele en maatschappelijke barrières hen nog steeds om volledig deel te nemen aan de politiek of om leidinggevende functies te bekleden. Binnen diverse etnische groepen in het hele land blijven conservatieve overtuigingen bestaan die vrouwen als ongelijk aan mannen beschouwen en ongeschikt achten voor leiderschapsrollen.
Sommige religieuze praktijken in Nigeria verzetten zich ook tegen gendergelijkheid, waardoor de kansen van vrouwen om leidinggevende posities te bekleden worden beperkt. Deze sociaal-culturele normen hebben de wijdverbreide overtuiging versterkt dat vrouwen, ongeacht hun vaardigheden of opleidingsniveau, in de eerste plaats geschikt zijn voor huishoudelijke taken. Voor velen wordt de keuze van een vrouw om zich kandidaat te stellen voor een openbaar ambt gezien als een uitdaging van de maatschappelijke verwachtingen, waardoor het een gedurfde en uitdagende onderneming wordt.
Om deze ondervertegenwoordiging aan te pakken, hebben experts de Nationale Vergadering opgeroepen om de gender- en gelijke kansenwet, gesponsord door senator Abiodun Olujimi van de Peoples Democratic Party, aan te nemen. Deze wet beoogt “gelijke kansen te bevorderen en sociaal-culturele barrières weg te nemen, die verhinderen dat vrouwen en meisjes hun volledige potentieel bereiken”. Dit wetsvoorstel stelt een quotum van 35 procent voor vrouwen in zowel federale als staatswetgevende zetels, evenals in partijleiderschapsposities. De Interparlementaire Unie heeft Nigeriaanse belanghebbenden bovendien aangespoord om “het huidige verkiezingsproces te benutten om het publiek bewust te maken van het belang van de deelname van vrouwen aan verkiezingen, parlementslidmaatschap en politiek leiderschap.”