
Foto's van 14 slachtoffers van gedwongen verdwijningen in de Filippijnen tijdens de regering van president Ferdinand Marcos jr. Foto Lito Ocampo. Gebruikt met toestemming.
Mensenrechtenactivisten hebben hun bezorgdheid geuit over de toenemende aantallen gedwongen verdwijningen in de Filippijnen onder de regering van president Ferdinand “Bongbong” Marcos jr.
Marcos, die 30 juni 2022 aan de macht kwam, is de zoon van dictator Ferdinand Marcos sr., die van 1972 tot 1981 de noodtoestand in de Filippijnen uitriep. In die periode werden de regeringstroepen beschuldigd van het op grote schaal schenden van de mensenrechten, om afwijkende meningen de kop in te drukken. Mensenrechtenorganisaties registreerden bijna 1.894 slachtoffers van gedwongen verdwijningen.
LEES OOK: de eerste 100 dagen Marcos
Ondanks de verdrijving van het Marcos-regime door een volksopstand in 1986, kwam er geen einde aan de repressie die tijdens de noodtoestand werd uitgeroepen. Dit leidde tot onafgebroken systematische schendingen van rechten, waarbij activisten en oppositiebewegingen het doelwit waren.
In de afgelopen twee jaar verdwenen 14 mensen op gewelddadige wijze, wat betekent dat ze door de staat in het geheim, zonder enige vorm van proces of aankondiging, zijn vermoord. Deze niet-aflatende praktijk bewijst dat Marcos jr. met zijn beruchte mensenrechtenpraktijken en onophoudelijk geweld, duidelijk in het voetspoor treedt van zijn vader. Volgens mensenrechtenorganisaties zijn de niet-aflatende ontvoeringen van activisten het bewijs van het falen van de ‘Wet tegen gedwongen of onvrijwillige verdwijning’, die in 2012 werd ingevoerd, om het probleem aan te pakken.
Mensenrechtenorganisatie Karapatan wees erop dat de toenemende straffeloosheid een afschrikwekkend effect op de samenleving heeft, waar maatschappelijke groeperingen, activisten en journalisten zich niet openlijk durven uit te spreken tegen de staat of verandering opeisen.
Families van de verdwenen mensen worden in een voortdurende staat van angst, onzekerheid en met een psychotrauma achtergelaten. Mits de zaken van hun dierbaren niet worden opgelost, is er geen gerechtigheid of definitief einde in zicht. Zolang de staat voor haar daden verantwoordelijk is, zal de terreur van gedwongen verdwijningen hele gemeenschappen treffen, waarbij de vrijheid van meningsuiting en afwijkende meningen in de kiem worden gesmoord. Er heerst een klimaat van repressie, waar de mensenrechten systematisch en probleemloos kunnen worden geschonden.
De verdwenen activisten waren meestal gemeenschapsorganisatoren en vakbondsmensen, die actief waren betrokken bij campagnes voor sociale rechtvaardigheid. Het Centrum voor Vakbond en Mensenrechten riep de autoriteiten op om te stoppen met het in de criminele sfeer neerzetten van activisten en de solidariteitsgedachte.
Wellicht ten overvloede herinneren wij de regering eraan dat het organiseren van vakbondsactiviteiten geen misdaad is, en dat werknemers de ruggengraat zijn van elk economisch herstel. Organiseren is een fundamenteel mensenrecht en onderdeel van een normaal functionerende democratie.

Bijeenkomst van families van verdwenen activisten ter herinnering aan hun geliefden en een oproep tot gerechtigheid. Foto Lito Ocampo. Gebruikt met toestemning.
Op 2 november kwamen de families en vrienden van de verdwenen slachtoffers ter herdenking samen op Allerzielen, een nationale feestdag in een land met een grotendeels katholieke bevolking. Moeder Nanay Linda Cadapan, wiens activistische dochter in 2006 werd vermist, deelde haar boodschap over de samenkomst in een verklaring naar de media:
Vandaag zijn we samen om onze dierbaren te herdenken. Elk jaar komen we met een bezwaard hart bij elkaar, met een een nooit aflatende hoop dat we ze op een dag zullen vinden, zodat we op hun rustplaatsen kaarsen kunnen aansteken en bloemen leggen.
Filmmaker J.L. Burgos, wiens activistische broer in 2007 door beweerde leden van de veiligheidsdiensten werd ontvoerd, vertelde ontroerd dat er op Allerzielen geen plek is waar ze hun verdwenen familieleden kunnen bezoeken, bloemen kunnen leggen en een kaars aansteken.
Geen enkel teken of naam op deze steen, maar een herinnering aan zij die verdwenen. Ze leven voort in onze strijd.

Families leggen bloemen en steken kaarsen aan om de verdwenen activisten te eren en te herinneren. Foto Lito Ocampo. Gebruikt met toestemming.
Mensenrechtengroeperingen uit Azië betuigden hun solidariteit met de Filippijnse activisten en herhaalden hun oproep tot onmiddellijke actie door de regering. Mary Aileen Diez-Bacalso, uitvoerend bestuurslid van Forum Azië, herinnerde de Filippijnse regering aan de noodzaak om de wetgeving tegen gedwongen verdwijningen na te leven.
De gebruikte methoden van regressie en en intimidatie tegen de verdedigers van mensenrechten en dissidente uitingen, worden steeds vaker toegepast.
Dergelijke ontvoeringen om vooral milieu-activisten, mensenrechtenorganisaties, uitingen door dissidenten en verdedigers van de rechten van werknemers angst aan te jagen, zijn al langer aan de orde van de dag.
De Filippijnse regering moet nu snel besluiten om de wet op onvrijwillige verdwijningen uit 2012 te handhaven, door de daders in de volle omvang van de wet op te sporen, te vervolgen en te straffen.
Wong Chen, parlementslid uit Maleisië en bestuurslid van ASEAN (Associatie van Zuid-Aziatische Naties) Parlementariërs voor de Mensenrechten, deed een soortgelijk beroep:
Deze alarmerende situatie vraagt om een onmiddellijk en doortastend ingrijpen. Wij zijn onverzettelijk solidair met de families en gemeenschappen van alle slachtoffers van gedwongen verdwijningen.
Ondertussen benadrukte president Marcos jr. dat het aantal gevallen van mensenrechtenschendingen tijdens het eerste jaar van zijn presidentschap duidelijk zijn afgenomen, en prees hij verschillende instellingen voor de grotere toewijding aan het land jegens de democratie en de gerechtigheid.