Een uitgebreidere versie van dit artikel is gepubliceerd op de Roemeense media- website HotNews en opnieuw met toestemming van Global Voices geredigeerd.
Het is ‘s morgens 29 juli 2024 als de 26-jarige Yeni (niet haar echte naam) in de bus zit van Valencia naar Caracas, Venezuela. De volgende dag vliegt ze terug naar Roemenië, waar ze drie jaar woonde. Ze reisde naar Venezuela om niet alleen haar familie te bezoeken, maar ook om op 28 juli te stemmen voor een nieuwe president.
In de straten van Venezuela heerst een rouwsfeer; het is er stil en de mensen zijn verdrietig. Niemand viert de uitslag van de verkiezingen die door de Nationale Kiesraad de avond ervoor bekend zijn gemaakt, ook is er geen muziek zoals bij vorige verkiezingen. Volgens de Nationale Kiesraad heeft Nicolás Maduro de verkiezingen gewonnen, waarvan de uitslag door de oppositie en mensen met verschillende achtergronden wordt betwist.
Ik moest acht uur wachten voordat ik kon stemmen. “Het stemlokaal zou om 6 uur ‘s ochtends worden geopend, maar het werd vier uur later. Na veel excuses hoorden we dat de stemmachines niet werkten en de waarnemers tijdens de stemming niet waren verschenen. Dit alles om ons te ontmoedigen om te stemmen. Ze wilden het stemlokaal pas openen toen een bejaarde flauwviel en journalisten zich lieten zien”, vertelt Yeni.
Yeni denkt dat er iets in de Venezolaanse samenleving is veranderd. “Tegenwoordig kun je je niet meer openlijk uitspreken of je wel of niet regeringsgezind bent.” Vroeger kon je dat duidelijker aan de mensen zien, door de manier waarop ze zich uitten of aan hun houding. Mensen met een kansarme sociale achtergrond hadden regelmatig samenkomsten met regeringsvertegenwoordigers, die hen ideologisch hebben bijgepraat en voedselpakketten uitdeelden.
Volgens deskundigen is de polarisatie door de socialistische regering gedurende de laatste decennia het gevolg van de radicalisering van groepen of personen die lijnrecht tegenover elkaar staan. Door deze polarisatie ontkent elke partij elkaars legitimiteit, waarbij de emoties hoog oplopen, met repercussies in de persoonlijke sfeer.
“Zelfs mijn familieleden hebben tot voor kort jaren niet met elkaar gesproken. Ik was elf toen een klasgenoot me vertelde dat we niet met een ander meisje mochten omgaan, omdat zij en haar familie Chavista-aanhangers waren. Je vraagt je af waarom kinderen zich hiermee moeten bezighouden”, peinst Yeni.
Ze vertelt dat ze opgroeide in een land waar in elke buurt mensen woonden die door de de overheid werden betaald, de zogenaamde “jefes de calle” (straatbazen), die voedselpakketten en folders uitdeelden over politieke ideologie. “Als ze wisten dat je tegen de regering was, kreeg je geen voedsel. Diezelfde mensen fotografeerden ook demonstranten tijdens de protesten en dienden een klacht tegen ze in.”
In de bus naar Caracas ziet Yeni soldaten in een desolaat landschap, “alsof iemand of het landschap is gestorven”, zegt ze.
Maar wanneer de avond valt en ze door een van de arme wijken, gelegen op de heuvels rondom het stadscentrum loopt, hoort ze het lawaai van potten en pannen (een “cacerolazo”), een vorm van een vreedzame demonstratie die kenmerkend is voor volksprotesten tegen de regering in Venezuela.
“In deze buurten werd nooit geprotesteerd, omdat de mensen het altijd goed hadden. De mensen die vroeger protesteerden behoorden meer tot de middenklasse, omdat hun levensstandaard duidelijk werd aangetast. Wat er nu gebeurt, is totaal anders”.
Florantonia, een Venezolaanse journaliste, bevestigt: “De waarheid is dat de afkeer van Maduro ‘s regering wijdverbreid is. Ditmaal is er, vergeleken met andere protesten in 2014, 2017 en 2021, een groot verschil, omdat de lagere sociale klassen massaal van zich hebben laten horen.”
Volgens tellingen door de oppositie is 70 procent van de bevolking tegen Maduro. Maduro en de Nationale Kiesraad hebben tot nu toe nog niet de notulen openbaar gemaakt die moeten bevestigen dat Maduro de verkiezingen zou hebben gewonnen.
Florantonia vertelt dat Maduro dagelijks vijf keer op de televisie verschijnt, waarbij hij de oppositie met nazi's vergelijkt en het constant over Hitler heeft. Ze vertelt ook dat ‘s nachts de repressie tegen de demonstranten op z'n hoogtepunt is, met de meeste arrestaties en geweld. “Hoewel er een rouwsfeer heerst, weten de mensen maar al te goed dat deze situatie niet lijkt op de vorige, omdat de afkeer die we deze keer voelen massaal is.”
Yeni was erg aangedaan door de hevige protesten in deze wijk; op dat moment realiseerde ze zich dat de fundamenten van de maatschappij het hadden begeven, net zoals haar eigen familie dit had beleefd in de weken dat ze thuis was.
***
Adela (niet haar echte naam), 38, vertrok 2016 uit Venezuela, woonde in Peru en keerde na zes jaar terug naar Venezuela. Ze constateerde dat alles anders was geworden: van het voedsel tot de mentaliteit van de mensen.
“Toen ik vertrok stonden de mensen blindelings achter de regering. Ik woon nu in een veelgeliefde stad, waar bijna 100 procent aanhanger van Chavez was en je moest oppassen om mondeling kritiek uit te oefenen op de regering of aangaf dat er verandering moest komen. Sinds mijn terugkeer is alles enorm veranderd, alsof er een sluier van de mensen was afgevallen”, zegt ze. “Dezelfde mensen die Chavismo blindelings volgden, heb ik de dag na de verkiezingen zien huilen, omdat de regering weigerde haar nederlaag te erkennen.”
Adela vertelt dat in het gebied waar ze woont, er in vijfentwintig jaar sinds het begin van de Chávez-regering geen enkele demonstratie is geweest, omdat alleen de “roodhemden” (de aanhangers van de regering) daar woonden.
Voor Adela is deze ommekeer het mooiste wat het Venezolaanse volk kon overkomen: dat mensen zich bewust zijn van de diepe verdeeldheid, waar ze al jaren het slachtoffer van waren en waarvan ze nu het sluitstuk beleven.
“Volgens de regering zijn de demonstranten fascisten, maar dat is niet waar. Het zijn doodnormale mensen uit geliefde wijken, die uiteindelijk de straat op gaan om fraude aan de kaak te stellen en alleen duidelijke uitkomsten willen zien.”
Adela vertelt verder dat “María Corina Machado, de oppositieleider, door heel Venezuela heeft gereisd en met de arbeidersgemeenschappen sprak, om een beter inzicht in hun noden te krijgen. Al die tijd is ze haar overtuigingen trouw gebleven en heeft ze laten zien dat ze oprecht is toegewijd aan het gemeenschappelijk welzijn.”
Adela denkt dat de enige kans die het volk heeft om te overwinnen het moment is wanneer de wetshandhavers de kant van het volk kiezen.