De voortdurende onderdrukking van Palestijnse stemmen op sociale mediaplatforms heeft geleid tot grote bezorgdheid over de vrijheid van meningsuiting en de integriteit van het democratisch debat. Organisaties als SMEX en 7amleh hebben een voortrekkersrol gespeeld bij het documenteren van deze schending van digitale rechten, en onthulden in hoeverre platforms zoals Meta (de eigenaar van Facebook en Instagram) medeplichtig zijn aan het tot zwijgen brengen van Palestijnse stemmen
In oktober 2023 drong een collectief van mensenrechten- en maatschappelijke organisaties, waaronder Oxfam, Access Now en anderen, er bij “technologiebedrijven op aan om onmiddellijk strikte maatregelen te nemen om hun gebruikers te beschermen tegen schade in het licht van de escalerende gebeurtenissen in de regio.” Het collectief beschuldigde platforms zoals Meta ervan Arabische inhoud consequent te veel te modereren en deze verkeerd te interpreteren als gewelddadig, zelfs als het alleen maar kritiek is op het Israëlische beleid. Ondertussen ontsnapt Hebreeuwse inhoud die aanzet tot geweld tegen Palestijnen vaak aan controle, waardoor een flagrante dubbele standaard in de praktijk van het modereren van inhoud wordt blootgelegd.
In een campagne in juli verklaarde 7amleh: “Meta en Facebook hebben de Palestijnen de afgelopen tien jaar niet voldoende beschermd tegen haatzaaiende berichten, verspreid in miljoenen uitingen die aanzetten tot geweld en genocidale retoriek tijdens de laatste negen maanden van de Israëlische oorlog tegen Gaza.”
In 2021 beschuldigde Human Rights Watch Facebook ervan Palestijnse stemmen die opriepen tot meer transparantie in de manier waarop inhoud wordt geëvalueerd en verwijderd, te onderdrukken. In 2022 beschreef SMEX hoe socialemediabedrijven, onder druk van regeringen, zich onevenredig richten op Palestijnse verhalen en hoe Israëlische autoriteiten vaak verzoeken om verwijdering van inhoud die zij ongunstig vinden, en hoe platforms de neiging hebben om hieraan te voldoen zonder transparantie of eerlijk proces.
Verder reikende implicaties
Dit probleem reikt verder dan de digitale sfeer, met gevolgen voor de echte wereld. In februari 2024 waarschuwde een coalitie van mensenrechten- en digitale rechtenorganisaties dat het beleid van Meta de Palestijnen verhindert om hun ervaringen te delen, en dat het de inspanningen om echt antisemitisme te bestrijden, belemmert. De petitie met de titel “Meta: We Need to Talk about Genocide” en ondertekend door meer dan 52.000 mensen luidt:
The powerful voices of Palestinians and allies on social media have been a lifeline during the Israeli government’s genocidal war on Gaza — and often the only way for Palestinians to tell their stories, document human rights abuses, and seek international solidarity during this time of utter horror.
As Palestinians in Gaza face plausible genocide (according to the International Court of Justice) it is disturbing that Meta is choosing this moment to consider a policy that would further silence criticism of the Israeli military, Israeli government, and Zionism by shutting down conversations involving the term “Zionist.” Meta is proposing to treat “Zionist” as a proxy for “Jew” or “Jewish” — but this won’t make any of us safer. Instead, it will undermine efforts to dismantle real antisemitism and all forms of racism and bigotry.
Palestinians should be able to name the political ideology that impacts their survival without fearing reprisals. Anti-Zionist and non-Zionist Jews should be able to criticize the ideology that claims to represent them. And human rights defenders should be able to hold the Israeli military and government accountable — now, more than ever.
De krachtige stemmen van Palestijnen en bondgenoten op sociale media zijn een reddingslijn geweest tijdens de genocidale oorlog van de Israëlische regering tegen Gaza – en vaak de enige manier voor Palestijnen om hun verhalen te vertellen, mensenrechtenschendingen te documenteren en internationale solidariteit te zoeken in deze tijd van uiterste afschuw.
Nu de Palestijnen in Gaza worden geconfronteerd met een echte genocide (volgens het Internationaal Gerechtshof), is het verontrustend dat Meta dit moment kiest om een beleid te overwegen dat de kritiek op het Israëlische leger, de Israëlische regering en het zionisme verder het zwijgen zou opleggen door gesprekken met de term ‘zionist’ uit te sluiten. Meta stelt voor om “zionist” te behandelen als een proxy voor “jood” of “joods” – maar dit zal de veiligheid van niemand van ons verhogen. In plaats daarvan zal het de inspanningen ondermijnen om echt antisemitisme en alle vormen van racisme en onverdraagzaamheid te ontmantelen.
Palestijnen moeten in staat zijn om de politieke ideologie te benoemen die van invloed is op hun overleven, zonder bang te hoeven zijn voor represailles. Anti-zionistische en niet-zionistische Joden zouden in staat moeten zijn om de ideologie te bekritiseren die beweert hen te vertegenwoordigen. En mensenrechtenverdedigers moeten in staat zijn om het Israëlische leger en de Israëlische regering ter verantwoording te roepen – nu, meer dan ooit.
Deze censuur heeft bredere implicaties voor het democratisch debat. Aangezien sociale-mediaplatforms moderne openbare pleinen zijn geworden, zijn ze essentieel voor de uitwisseling van ideeën en de vorming van de publieke opinie. Wanneer deze platforms selectief bepaalde standpunten het zwijgen opleggen, verstoren ze het democratische proces en belemmeren ze de vrije uitwisseling van ideeën. Critici beweren dat deze censuur niet alleen de Palestijnen treft, maar ook een afschrikkend effect heeft op discussies over mensenrechten en sociale rechtvaardigheid, omdat activisten en journalisten bang zijn voor repercussies en beginnen met zelfcensuur.
In het geval van Palestina maakt het ook deel uit van een groter hardhandig optreden, vooral in Europa en de VS, tegen protest en Palestijnse solidariteit, gedocumenteerd door mensenrechtenorganisaties.
De rol van technologiebedrijven
De censuur van pro-Palestijnse stemmen op sociale media is meer dan alleen een gelokaliseerd probleem; het maakt deel uit van een breder probleem met betrekking tot de rol van digitale platforms bij het reguleren van betoog en het vormgeven van het publieke debat. Naarmate deze platforms aan invloed blijven winnen, wordt de behoefte aan transparantie en verantwoording in hun contentmoderatieprocessen steeds dringender.
De technologiesector is in het algemeen al jaren medeplichtig aan discriminerend beleid tegen Palestijnen, een trend die geïntensiveerd is sinds het begin van de oorlog tegen Gaza. Microsoft heeft bijvoorbeeld kritiek gekregen op zijn besluit om Palestijnse accounts te blokkeren en ze af te snijden van cruciale online diensten. In juli 2023 meldde de BBC dat “Palestijnen die in het buitenland wonen, Microsoft ervan hebben beschuldigd hun e-mailaccounts zonder waarschuwing te sluiten – waardoor ze afgesneden worden van cruciale online diensten.”
Als reactie daarop benadrukte de campagne van 7amleh de impact van deze acties: “Door zijn diensten te blokkeren, snijdt Microsoft de Palestijnen effectief af van sociale, professionele en financiële kansen in een tijd van immens lijden en verwoesting.” Het besluit van Microsoft om zijn diensten te beperken heeft de schendingen van digitale rechten verder verergerd, vooral in de context van telecommunicatie-black-outs in Gaza, die vaak worden opgelegd door de Israëlische autoriteiten.
De bredere trend van censuur strekt zich ook uit tot andere platforms, waaronder X (voorheen Twitter), dat onlangs kritiek heeft gekregen voor het bieden van een platform aan extreemrechtse accounts, en LinkedIn, doorgaans gezien als een platform voor professionele netwerken, dat beschuldigd wordt van het censureren van pro-Palestijnse inhoud en het beperken of verwijderen van accounts die pleiten voor Palestijnse rechten
Een van de meest verontrustende aspecten van deze censuur is inderdaad de inconsistentie in de manier waarop sociale-mediaplatforms omgaan met inhoudsmoderatie. Hoewel pro-Palestijnse accounts vaak het doelwit zijn, blijft extreemrechtse en racistische inhoud dikwijls zichtbaar en gedijt deze wel op diezelfde platforms.
Organisaties zoals Access Now, 7amleh en SMEX lopen voorop in het oproepen tot verandering en dringen er bij socialemediabedrijven op aan om een eerlijk en transparant beleid te voeren dat niet onevenredig gericht is op gemarginaliseerde gemeenschappen, en ervoor zorgt dat digitale ruimtes open en toegankelijk blijven.
De strijd tegen censuur op sociale media is een strijd voor de toekomst van het democratisch debat zelf. Zonder een engagement om de vrijheid van meningsuiting te beschermen, lopen de fundamenten van de democratie gevaar.