Toen de leider en mede-oprichter van de Argentijnse beweging ‘Moeders van de Plaza de Mayo’, Hebe de Bonafini, op 20 november 2022 stierf, herdacht de wereld Bonafini's leven en haar werk als activist, ondanks haar bezoedelde reputatie tijdens de afgelopen jaren. De beweging waarvan Bonafini mede-oprichter was, inspireerde andere bewegingen wereldwijd, waaronder de ‘Zaterdagmoeders’ in Turkije. Evenals de Moeders van de Plaza de Mayo, roepen de Zaterdagmoeders op tot gerechtigheid en eisen ze een antwoord over het lot van hun verdwenen dierbaren.
Evenals de Moeders van de Plaza de Mayo die in 1977 bijeenkwamen voor het belangrijkste regeringspaleis in Buenos Aires, verzamelden de Zaterdagmoeders zich voor het eerst in 1995 op de Istiklal Avenue in Istanbul, op zoek naar antwoorden over de verblijfplaats van hun geliefden die sinds de jaren tachtig en negentig werden vermist en in hechtenis zaten. Volgens het Truth Justice Memory Center (HAHM), een lokale mensenrechtenorganisatie die in 2011 werd opgericht, zijn in Turkije tussen de militaire staatsgreep in 1980 en 2013 door toedoen van veiligheidstroepen en paramilitaire groeperingen ongeveer 1.352 personen het slachtoffer geworden van gedwongen verdwijningen. De verdwijningen begonnen na de militaire staatsgreep in 1980 en het daaropvolgende conflict “tussen de regering en de verboden Koerdische separatistengroepering PKK,”volgens berichtgeving door de Voice of America. De PKK staat in Turkije en bij haar westerse bondgenoten, waaronder de Verenigde Staten en de EU, officieel bekend als een terroristische organisatie.
“Bijna dertig mensen woonden de eerste bijeenkomst bij, waaronder de families die betoogden dat hun geliefden door buitengerechtelijke procedures waren vastgehouden en verdwenen. Hun oproep was om regelmatig sit-ins te houden voor de vermiste personen en ze op te sporen. De bijeeenkomsten groeiden wekelijks aan, omdat meer families en mensenrechtenactivisten hoorden over de Zaterdagmoeders”, schreef onderzoeker en wetenschapper Nisan Alici.
De Zaterdagmoeders verzamelden zich elke zaterdag om twaalf uur tijdens een stille wake, net zoals de moeders van de Plaza de Mayo dat deden. Tijdens al hun bijeenkomsten werden de Zaterdagmoeders constant met politiegeweld geconfronteerd. Door het brute politie-optreden in 1999 moest de beweging tien jaar haar activiteiten staken. Maar de moeders kwamen in 2009 weer bij elkaar. Alici beschreef de terugkeer van de Zaterdagmoeders in verband met de militaire processen die toen speelden :” De bijeenkomsten werden, als reactie op de Ergenekon processen, tien jaar later hervat; ze werden door de regering gepresenteerd als een belangrijke stap om een einde te maken aan de dominantie door de militairen over de politiek. Onder de beklaagden waren personen die in verband werden gebracht met gedwongen verdwijningen in de jaren negentig, hetgeen de moeders motiveerde om opnieuw te protesteren.”
Toen in augustus 2018 de gouverneur in het district Beyoğlu de zevenhonderdste wake verbood, werd de Zaterdagmoeders de toegang tot het Galatasaray Plein ontzegd, sinds 1995 hun gebruikelijke ontmoetingsplek aan de Istiklal Avenue.
De minister van Binnenlandse Zaken, Suleyman Soylu, rechtvaardigde het politie-optreden na het verbod in augustus 2018 als volgt: “Wij wilden een einde maken aan dit misbruik en het op bedriegelijke wijze toepassen van het moederschap.” De Voice of America berichtte:
De politie bezette het plein in een straat in het centrum van Instanboel, waar de Zaterdagmoeders al bijna decennia in stilte, met het dragen van foto's van hun dierbaren, bijeenkwamen. Hierna werden zevenenveertig mensen aangehouden en gedetineerd, waaronder vrouwen ouder dan 70 of 80 jaar. Sommigen werden tegengehouden toen de politie de straat schoonveegde, waarbij ze aanhangers arresteerde en traangas gebruikte om de demonstranten uiteen te drijven. De lokale autoriteiten beweerden dat het protest in strijd was met de openbare orde.
Mensenrechtenactivisten bekritiseerden het harde optreden.
De Zaterdagmoeders ontkennen elke band met de PKK.
— DW News (@dwnews) sep 18, 20
Hun zonen, mannen en broers worden al 20 jaar vermist.
Nooit hoorden ze waarom.
Nog niet zo lang geleden, in augustus 2022, werd de groep met politiegeweld geconfronteerd toen de politie 14 leden van de groep arresteerde, op het moment dat de groepsleden bij een begraafplaats een verklaring wilden afleggen.
Sinds het brute optreden in 2018 houdt de groep bijeenkomsten buiten het kantoor van de Human Rights Association in Instanboel. Elders in Turkije werden de bijeenkomsten door de gemeentelijke autoriteiten beperkt of helemaal verboden.
Maar terwijl de Zaterdagmoeders blijven aandringen op gerechtigheid, worden hun familieleden ook het doelwit. Onlangs werd Jiyan Tosun, dochter van de verdwenen Fehmi Tosun en wiens moeder ook Zaterdagmoeder is, eerst online en later offline het doelwit om haar vermeende banden met de terroristengroep die verantwoordelijk is voor de explosie op Istiklal Avenue.
Gerechtigheid is nog ver te zoeken
Ondanks jaren campagne voeren en spreekbeurten voor de Human Rights Research Commissie van het Turkse parlement in 2011 en een ontmoeting met de toenmalige premier Recep Tayyip Erdogan in 2011, was er weinig tot geen vooruitgang omtrent een reactie van de regering. Ook zijn er geen permanente gedenkplaatsen. Een lokaal initiatief, genaamd Memorialize Turkey, een project “dat de nadruk legt op voorbeelden van herdenking onder het grote aantal groepen en personen die de laatste honderd jaar tijdens het late Ottomaanse Tijdperk en de Republiek Turkije schade hebben geleden, bericht:“
Een probleem is ook dat de voortdurende poging om te herdenken niet tot een blijvend resultaat heeft geleid. Dit heeft een behoorlijke impact. Vooral in Instanboel is er geen duidelijk gedenkteken zoals een monument of museum waar de verdwenen personen worden herdacht. Het ontbreken van een permanent herdenkteken dat verwijst naar de strijd van de Zaterdagmoeders verschilt van de benadering van bijvoorbeeld de Argentijnse Moeders. Hoewel de Zaterdagmoeders graag de politiebureaus met hun verdwenen kinderen zouden willen bezoeken en die nu bekend staan als de “Museums of Shame,” is daar tot nu toe geen enkele concrete poging voor ondernomen. Door het gebrek aan dergelijke sites is het vrijwel onmogelijk om de herinnering aan de staatsterreur aan de nieuwe generaties in Turkije over te dragen en daarmee de strijd om straffeloosheid te overwinnen.
Maar de moeders zijn vastberaden. Nu, in hun 27-jarig bestaan, zijn ze vastbesloten om voor hun families en dierbaren gerechtigheid te krijgen , zodat ze eindelijk rust kunnen vinden.