Aanhoudende illegale houthandel in de bovenloop-regio van de rivier in Gambia

Een boom die in Kundam, in het Tumana -district in de bovenloop-regio van de rivier in Gambia,  illegaal is gekapt. Beeld: The Alkamba Times.

Dit artikel is geschreven door Foday Manneh en werd oorspronkelijk op 13 juni 2022 gepubliceerd in The Alkamaba Times. Het is geredigeerd en opnieuw uitgegeven door Global Voices, als onderdeel van een wederzijdse inhoudelijke overeenkomst.

Op 6 mei werd in Kundam, een dorp in het Tumana-district in de bovenloop-regio van de rivier in Gambia (URR), een groot aantal bomen gekapt die voor de houthandel waren bestemd. In dit gemeenschappelijke bosreservaat is het illegaal om zonder vergunning bomen te kappen.

Door de wereldwijde vraag naar hout is illegale houtkap in Gambia, waarbij machtige personen of regeringsfunctionarissen met nauwe relaties zijn betrokken, aan de orde van de dag. De houthandel in Gambia raakte omsteeks 2014 in een stroomversnelling tijdens de dictatuur van Yahya Jammeh die actief bij de handel was betrokken. Aangezien de meeste houtsoorten en stammen afkomstig zijn uit het noorden van Senegal, werd een deel van de opbrengst merendeels door de Cassamance-seperatisten opgeëist, die toen min of meer door Jammeh werden gesteund. Zij zagen de handel als een bron van inkomsten om hun activiteiten via Gambia te sponsoren, betoogt Martin Evans, agro-ecoloog aan de  Coventry Universiteit in het Verenigd Koninkrijk.

Maar toen in 2017 Adama Barrow als de nieuwe president in Gambia na de dictatuur aan de macht kwam, verbood hij de houthandel nadat hij na verschillende bevindingen tot de conclusie kwam dat zijn voorganger bij illegale activiteiten was betrokken.

De Forestry Act uit 2018 voorziet in het onderhoud en de ontwikkeling van de bosrijkdommen in Gambia, waardoor de bijdrage van de bosbouw aan de sociaal-economische ontwikkeling van het land kan worden bevorderd en illegale houtkap strafbaar wordt.

Ondanks deze stap en andere amandementen die in de Forest Act zijn vastgelegd en  waarbij de export van hout strafbaar wordt gesteld, zijn toch nog steeds veel personen en regeringssfunctionarissen met nauwe relaties met de houthandel betrokken; dit gaat ten koste van de arme gemeenschappen in hun beschermde bossen of op landbouwgronden, waardoor illegale houtkap toch aanhoudt.

Kleine exploitanten en grote spelers zijn actief betrokken bij deze lucratieve handel die zich ondergronds afspeelt. Ondernemers en regeringsfunctionarissen komen allemaal op voor hun eigenbelang en negeren of maken zich geen zorgen over de legaliteit en de manier waarop het hout wordt verkregen.

‘Onbekende daders’

Dorpsbewoners beweerden dat de “onbekende daders”, die waren betrokken bij illegale activiteiten, samenwerkten met functionarissen bij de dienst URR-bosbeheer.

“Een boer in ons dorp vertelde mij over de massale illegale activiteit op hun landbouwgrond in Makubeh Jawo. De boswachter in Tumana werd ingelicht, maar hij nam indertijd geen actie,” vertelt een oorspronkelijke bewoner uit Tumana.

“Vorig jaar werd een groot aantal bomen rondom de moerassen van het dorp gekapt. Toen dat dit jaar weer gebeurde, voelden de dorpsbewoners zich bedrogen en wilden ze drastische maatregelen nemen. Dat nam ik ter harte en ik meldde me vervolgens bij het bosbouwbureau in Basse, waar ze vertelden dat ze niet wisten dat er in het gebied bomen werden gekapt,”vertelt Fofana.

In URR kunnen dagelijks kleine groepen van vier of vijf mensen in de meest kwetsbare gebieden – meestal op landbouwgronden en beschermde bossen –  probleemloos drie of vier bomen kappen. Veel groepen zijn dagelijks actief, meestal middenin de nacht. De opbrengst van deze illegale houtkap wordt vervolgens door dealers geëxporteerd zonder of met  valse documenten.

Plattelandsgemeenschappen zoals Kundam zijn het slachtoffer van dergelijke praktijken. Die zijn voor hun dagelijkse behoeften en om te overleven deels afhankelijk van de bosbouw, zoals voedsel, brandhout, huisvesting, afrasteringen en producten die allemaal in het bos zijn te vinden.

Het gevolg is dat ze buiten hun schuld in moeilijke overlevingssituaties terechtkomen; hun bronnen voor het verkrijgen van bijvoorbeeld brandhout uit het bos om op te koken worden door aanhoudende illegale houtkap bedreigd.

Vervolgens rijzen er vragen: Hoe is het mogelijk dat dergelijke massale houtkap plaatsvindt zonder de “criminelen” te kennen? Wie zijn de mensen achter de schermen wanneer er kaphout in beslag wordt genomen?

Wie zit er achter de illegale activiteiten? 

 “Twee bomen vielen op mijn boerderij. Ik bleef  daar twee dagen slapen, maar ik kon de daders niet pakken. Toen besloot ik met een tractor de boomstammen naar mijn huis te vervoeren,”vertelt Kajang Balisah. “Maar eigenlijk verrijkt Staatsbosbeheer zich met deze handel. Ze huren mensen in om bomen te kappen, doen vervolgens of ze nergens vanaf weten, halen de boomstammen op en verkopen ze”, zegt Balisah in een interview.

In reactie op deze bewering vertelde de Forestry Officer (RFO) in URR, Yankuba Bajo:

Pas op het laatst werden wij door twee mensen uit Tumana over de zaak ingelicht, waarna ik mijn agenten stuurde om de situatie te bekijken. We vonden vervolgens op de landerijen van Kundam 29 boomstammen, waarna we het dorpshoofd inschakelden, maar die wist nergens van. Daarna namen we de boomstammen in beslag.

Volgens Bajo beweren mensen vaak dat Staatsbosbeheer hem een  vergunning heeft afgegeven; hij adviseerde het publiek waakzaam te zijn en melding te maken van iedereen die bomen kapt met gebruik van vervalsde documenten.

De RFO verklaarde dat van januari tot mei 2022 door hen slechts een  vergunning voor het kappen van één boom is afgegeven. En hiervoor moest een procedure worden doorlopen via het dorpshoofd, superieuren, de regionale boswachter, de gouverneur, de directeur bosbouw en tenslotte het ministerie. Wanneer er vervolgens toestemming is verleend, moet de betreffende persoon betalen op basis van het soort boom die moet worden gekapt.

Wat gebeurt er als de boomstammen in beslag worden genomen?

Volgens de Forest Act mag elke boswachter, districtscommissaris of politie-officier boven de rang van sergeant zelf of elke andere persoon die onder zijn bevoegdheid handelt, elk bosproduct in beslag nemen waarvan wordt vermoed dat het op onrechtmatige wijze is verkregen of werd verwijderd. Dit is ook van toepassing op elk middel of voorwerp waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat het is gebruikt bij het plegen van een strafbaar feit op grond van de wet.

“Wanneer het bosproduct is achtergelaten of wanneer wordt vermoed dat iemand een strafbaar feit heeft gepleegd en nadien is verdwenen, moeten de producten door de regionale boswachter in beslag worden genomen, die na toestemming van een rechterlijk ambtenaar de opbrengst mag verkopen en vervolgens aan de staat moet overdragen. Dit alles na aftrek van de verkoopkosten of na overdracht aan de staat zoals gespecificeerd in artikel 8 van de Forest Act. Ook kunnen de bosproducten, indien nodig, volgens de Forest Act worden vernietigd.”

“Toen we de boomstammen in beslag namen, hielden we de locatie een week lang in de gaten, maar de daders werden niet gevonden. Vervolgens deden we een bod op de stammen, waarna ze werden verkocht. De opbrengst wordt gestort ten name van het National Forestry Fund bij de Centrale Bank van Gambia. De opbrengst was D 12,200 (€ 218),’’ vertelt Bajo.

Ondanks dat de koper van de Forestry Office in URR  toestemming kreeg om de boomstammen naar een andere locatie te vervoeren, waarbij in een document wordt vastgelegd dat de stammen zonder belemmering van Kundam naar de uiteindelijke bestemming  kunnen worden vervoerd, beweert een getuige in Kundam nog steeds dat de stammen zijn gesmokkeld door ze met zakken met pindaschillen af te dekken. 

“De boswachter en zijn baas haalden met een truck de stammen op. Ik telde meer dan 30 boomstammen.Om de lading af te dekken, kochten ze meer dan 240 zakken met pindaschillen. Ik weet zeker dat de boomstammen werden gesmokkeld om ze naar Kombo te vervoeren”, vertelt hij. Volgens hem zou het een truc kunnen zijn die door sommige houtransporteurs wordt toegepast.

Maar de RFO sprak deze aantijging tegen en beweerde dat wanneer iets dergelijks zou plaatsvinden, het naar het oordeel is van de chauffeur die stammen of andere dingen vervoert, zoals zakken met pindaschillen, of hij er extra aan wil verdienen.

Start een discussie

Auteurs graag inloggen »

Regels

  • Alle reacties worden beoordeeld door een moderator. Verzend je reactie maar één keer, anders kan deze als spam worden gemarkeerd.
  • Wees respectvol tegen elkaar. Reacties met hatelijke opmerkingen, obsceniteiten en persoonlijke aanvallen worden niet goedgekeurd.