- Global Voices in het Nederlands - https://nl.globalvoices.org -

Kinderen opsluiten: hoe volwassenen in El Salvador de jongeren van straatbendes in de steek laten

Categorieën: Latijns-Amerika, El Salvador, Bestuur, Burgermedia, Ideeën, Jeugd, Mensenrechten, Oorlog & conflicten, The Bridge

Illustratie gemaakt door Global Voices.

In El Salvador kunnen kinderen van 12 tot 16 jaar nu veroordeeld worden tot 10 jaar opsluiting in een gevangenis voor volwassenen. Deze verandering maakt deel uit van onlangs ingestelde wettelijke aanpassingen [1] om de misdaad in het land in te tomen. Maar als ontwikkelingspsycholoog ben ik van mening dat een harde aanpak van criminaliteit, vooral bij kinderen, niet werkt [2]. En zeker niet in een land dat kampt met generaties van verscheurde familiebanden en verstoorde relaties binnen de gemeenschap.

Na een piek van moordaanslagen einde maart – 62 moorden in 24 uur – riep El Salvador een 30-dagen noodtoestand uit. Door de reeks moordaanslagen  werd het de meest gewelddadige dag sinds het einde van de burgeroorlog in El Salvador. Grondwettelijke rechten, zoals het recht van vergadering en toegang tot gesubsidieerde rechtshulp, zijn opgeschort. Mensenrechtenactivisten hebben zich uitgesproken tegen [3] deze maatregelen, omdat ze inbreuk maken op de burgerrechten van de Salvadoranen. Vooral kinderen zijn kwetsbaar voor intimidatie en profilering door de politie en het leger. 

Het protest van de activisten is niet onterecht. Ouders meldden [4] dat hun kinderen geconfronteerd worden met willekeurige arrestaties, huiszoekingen en het opschorten van grondrechten. Sommigen zeiden zelfs geen contact of toegang te hebben tot hun kinderen die aangehouden werden.

De veranderingen in het jeugdstrafrecht maken deel uit van een harde aanpak van criminaliteit met een reeks wetten die Mano Dura [5] (“IJzeren Vuist”) genoemd worden. De regering van Francisco Flores [6] heeft deze wetten goedgekeurd in El Salvador in 2003. Ze laten niet alleen grotere militaire verantwoordelijkheid in civiele zaken toe, maar ook meer willekeurige beleidsvormen die het mogelijk maken mensen te verdenken van “bendelidmaatschap” op basis van hun fysieke uiterlijk. 

El Salvador is niet het enige land dat deze praktijken uitoefent. Ook in de Verenigde Staten zijn soortgelijke beleidsplannen opgesteld. In de vroege jaren 2000 vormden politiediensten van Washington DC, Maryland en Virginia samen de Northern Virginia Taskforce (NVT [7]). Reglementen vastgelegd door NVT concentreerden zich op individuen met bepaalde “bende-gerelateerde eigenschappen”. Die betroffen meestal mensen van Afrikaanse en/of Latijns-Amerikaanse afkomst. Ondanks de harde aanpak is het aantal bendeleden sinds 2006 in de Verenigde Staten toegenomen [8].

Het grote aantal opgesloten bendeleden in El Salvador heeft de gevangenissen omgevormd [9] tot plaatsen van rekrutering en training, waardoor de situatie alleen maar verergerd is. In de afgelopen weken werden 13.000 [10] verdachte bendeleden opgesloten en toegevoegd aan de al overvolle gevangenissen in het land. 

Als bewezen [11] is dat de Mano Dura beleidsvormen niet werken, maar eigenlijk het probleem verergeren, waarom grijpt de Salvodoraanse regering – die verandering en innovatie verkondigt [12] – terug naar voorbijgestreefde en nutteloze praktijken?

Er moet juist getracht worden om de hoofdoorzaken van de aantrekkingskracht van jeugdbendes te onderzoeken. Dit betekent het aanpakken van de onderliggende collectieve trauma's waar families en gemeenschappen in El Salvador gedurende de 12-jarige Burgeroorlog [13](1980-1992) onder geleden hebben. 

Gedurende de oorlog tegen de Farabundo Marti National Liberation Front (FMLN [14]) – een coalitie van linkse groeperingen – zijn er naar schatting 75.000 burgers gedood door overheidstroepen. De VN meldde dat de schendingen van de fundamentele mensenrechten, zoals marteling en ontvoering van burgers die er verdacht van werden om FMLN-sympathisanten te zijn, wijd verbreid waren in die tijd. 

Kinderen werden geconfronteerd met gedwongen rekrutering [15] door regeringstroepen of ze meldden zich zelf aan bij de FMLN. Ongeveer 80 procent van de soldaten van de staatstroepen waren minderjarig, en zij vertegenwoordigden een vijfde van de FMLN-strijders. Vele kinderen moesten tijdens de jaren die bepalend zijn voor hun ontwikkeling een rol spelen in de oorlog. Ondanks het grote aantal voormalige kindsoldaten aan het einde van de oorlog, vielen [16] de kinderen buiten de boot voor veel van de sociale overheids- en ngo-programma's omdat die leeftijdsgebonden zijn. Kinderen werden letterlijk aan hun lot overgelaten voor de verwerking van hun traumatische ervaringen. 

Degenen die naar de VS verhuisden kregen nog minder steun omdat ze niet beschouwd werden als vluchtelingen. Zonder de juiste hulp zijn de Salvadoraanse kinderen een makkelijk slachtoffer voor de rekruteringsmethodes van de bendes. Bovendien leiden traumatische jeugdervaringen, zoals blootgesteld worden aan oorlogssituaties, tot negatieve gezondheidsresultaten. [17] Dit kan gaan van vroegtijdig sterven tot veranderingen in de ontwikkeling en het functioneren van het endocriene, immunologische en neurologische systeem. De verwerking van de traumatische oorlogservaringen is een noodzaak voor deze generatie kinderen, die de oorlog meegemaakten gedurende een kritische tijd voor hun socio-emotionele en cognitieve ontwikkeling. 

Volgens Bronfenbrenner's bio-ecologische systeemtheorie [18] hebben de directe omgeving, relaties en de socio-politieke context invloed op de ontwikkeling van het kind. De hechtingstheorie, ontwikkeld door John Bowlby,  houdt in [19] dat kinderen hun gevoel van vertrouwen en veiligheid opbouwen door de relaties met volwassenen in hun leven. Deze hechtingsstijl heeft effect op toekomstige relaties. De vroege relaties helpen om normbeself en waarden te vormen, en een identiteit op te bouwen. Die worden op hun beurt weer doorgegeven aan de volgende generatie. Zonder steun bij het verwerken en herstellen van de gewelddadige oorlogservaringen, werkt trauma door naar toekomstige generaties. Het is niet verrassend dat generaties van Salvadoraanse kinderen slachtoffer worden van bende-rekrutering. 

Hoewel het meer dan 40 jaar geleden is, kun je tot op de dag van vandaag de impact van de oorlog en de diaspora voelen bij kinderen en families in El Salvador. Het huidige “bendeprobleem” in El Salvador is niet een weerspiegeling van wat er inherent fout is met de Salvadoranen, maar juist een weerspiegeling van het ontbreken van een zorgbeleid voor kinderen gedurende de oorlog, en in de na-oorlogse samenleving. 

Studies over kinderen die betrokken zijn bij criminele organisaties tonen aan dat ze dezelfde ervaringen hebben als die van kindsoldaten. Eigenlijk beschouwen vele internationale organisaties en onderzoekers kinderen die deel uitmaken van een jeugdbende als kindsoldaten. UNICEF definieert [20] een kindsoldaat als volgt:

Ieder persoon, van 18 jaar oud of jonger, die is, of werd, aangeworven door een bewapende groep en ingezet in een willekeurige rol. Kinderen in een bewapend machtsconflict spelen vaak een rol in directe gevechten, maar dienen ook als spionnen, koks, boodschappers, dragers en seksslaven. 

Bovendien hebben kinderen geen zelfbestemmingsrecht om zich te voegen bij een jeugdbende omdat volwassenen de socio-politieke macht hebben over kinderen in de samenleving. 

Het wordt tijd om een andere aanpak voor dit probleem te vinden en effectievere kaders te zoeken die leiden tot zinvolle veranderingen. Dit houdt in dat kinderen die lid zijn van een bende anders bekeken moeten worden. 

Kiezen voor Mano-Dura beleidsvormen tegen bendegeweld is niet nieuw, creatief of effectief. Het is opnieuw een tekortkoming van volwassenen aan de macht tegenover de Salvadoraanse jeugd. Als de regering van Nayib Bukele [21] echt iets wil veranderen, moet ze in jonge mensen gaan investeren.

Maar de recente aanpassingen van het jeugdstrafrecht en bezuinigingen op sociale programma's [22] tonen aan dat de geschiedenis zich herhaalt. De oplossing van bendegeweld ligt niet in verhoogde bewaking of meer van dezelfde Mano Dura beleidsplannen die niet hielpen in het verleden. Ze ligt in positieve jeugdontwikkeling, trauma-gerelateerde psychologische zorg en sociale ondersteuningsprogramma's voor kinderen en families.