- Global Voices in het Nederlands - https://nl.globalvoices.org -

Dagboek van een diaspora: Het verhaal van een Nepalese migrantenarbeider in Qatar

Categorieën: Zuid-Azië, Nepal, Burgermedia, Internationale betrekkingen, Mensenrechten, Migratie & immigratie, Politiek, Protest, Werk, The Bridge
Foto via Nepali Times. Gebruikt met toestemming. [1]

Een bouwplaats in Qatar. Foto via Nepali Times. Gebruikt met toestemming.

Dit artikel is een oorspronkelijke vertaling van een dialoog in het Nepalees en gepubliceerd in de Nepali Times [1]. Een bewerkte versie is opnieuw gepubliceerd door Global Voices, als onderdeel van een wederzijdse inhoudelijke overeenkomst.

Meer dan een miljoen [2] Nepalezen werken in het Midden-Oosten en naar schatting 12,5 procent [3] van de Qatarese bevolking met 2,8 miljoen [4] mensen komt uit Nepal.

De afgelopen jaren zijn duizenden mensen [5] uit Nepal ingehuurd om te werken aan de bouw van stadions, hotels en andere infrastructuur, bestemd voor de FIFA Worldcup 2022 [6] in Qatar. Er zijn berichten over de slechte arbeidsomstandigheden [7] en veel onverklaarbare sterfgevallen [8] onder migrantenarbeiders. Hierbij het verhaal van een Nepalese migrantenarbeider in Qatar die in 2021 naar zijn vaderland terugkeerde:

“Ik deel mijn verhaal, zodat ook anderen van mijn ervaring kunnen leren. Ik blijf liever anoniem.”

Nog geen drie maanden geleden heb ik afscheid  genomen van mijn fanilie, maar nu ben ik al vanuit Qatar [9] teruggegaan naar Nepal. 

Ze hadden me een baantje als hulp in de huishouding in een vijfsterrenhotel beloofd, maar ik eindigde op een bouwplaats, waar ze me de hele dag met zware spullen wilden laten sjouwen. Ik moest meer dan 100.000 Nepalese Roepies (€ 737) voor deze baan betalen, die ik met leningen en de verkoop van de sierraden van mijn zuster bij elkaar zou kunnen schrapen. Maar dat was eigenlijk niet de bedoeling. 

Ook toen had ik geen andere keuze dan mijn lot te accepteren. Maar na een maand fysieke arbeid werd ik ziek en realiseerde ik me dat ik niet geschikt was voor dit werk. Toen ik in het ziekenhuis lag of daarna op mijn kamer herstelde, informeerde mijn bedrijf nooit naar mijn gezondheid.

Ik wilde naar huis, maar mijn werkgever weigerde me te laten gaan en uiteindelijk ben ik heimelijk ontsnapt. Werkgevers staan erom bekend dat ze ten onrechte mensen, zoals ik, van bijvoorbeeld diefstal beschuldigen, zodat ze het land niet kunnen verlaten.

Tegenslag

Ik kon alleen ontsnappen omdat sommige Nepalese vrienden in Qatar mij hielpen. De  ambassade, de werkgever en het wervingsbureau lieten het afweten. Alleen enkele Nepalezen met een groot hart waren er voor mij.

Ze gaven me uitgebreid advies over wat ik moest doen, betaalden een taxi en zorgden voor een vliegticket. Ze drukten mij op het hart dat ik de moed niet moest opgeven. Zelfs nu, in Kathmandu, wordt mijn verblijf in dit hotel door een Nepalese kameraad in Qatar betaald.

In een vreemd land voelen juist Nepalezen zich met elkaar verbonden en doen ze alles om buitenlanders te helpen. Het is een onverklaarbare vorm van broederschap dat ik nooit zal vergeten en zich nooit kan terugbetalen.

Ondanks mijn tegenslag had ik toch op veel andere terreinen geluk. Ik ben jong en zocht hulp, die ik spontaan van veel mensen ontving. Maar ik weet zeker dat er veel gelijkgestemdem zijn die het nog erger hebben, in stilte moeten lijden [10] en worstelen.

Maar het pakt niet altijd voor iedereen slecht uit. Ik ken andere Nepalezen, die al jaren in Qatar wonen en blij zijn met hun baan. Het is eigenlijk een loterij en ditmaal pakte het voor mij slecht uit. Het bedrijf waar ik was terechtgekomen, was toevallig het slechste lot uit de loterij.

Vroeger had ik meer geluk, toen ik vanaf 2011 drie jaar in Maleisië [11] in een hotel werkte en Nepalese Roepees 57.356 (€ 480) per maand verdiende, wat voor mij een enorm bedrag was. Na mijn terugkeer werkte ik in een hotel in Nepal. Maar ik wilde meer verdienen, en dat kon alleen als ik weer een baan in het buitenland zou vinden. Ditmaal koos ik voor de Golfregio, maar ik had niet veel geluk.

Terwijl ik in Qatar alleen op mijn kamer zat en herstelde terwijl mijn huisgenoten werkten, mijmerde ik over veel zaken, want ik had veel tijd over. Je laat je vaderland achter en gaat  naar een vreemd land om een paar duizend Roepies extra te verdienen, maar wat moet je er allemaal voor opgeven? 

Nepalese migrerende werknemers bij het ministerie van Binnenlandse Zaken in Doha [1]

Nepalese migrantenarbeiders bij het ministerie van Binnenlandse Zaken in Doha. Foto via Nepali Times. Gebruikt met toestemming.

Erbarmelijke arbeidsomstandigheden

Om op tijd naar mijn werk te gaan, moest ik s'morgens om 04.00 uur opstaan om de bus te halen. We brachten ons eigen eten mee dat we de vorige avond hadden klaargemaakt, maar soms was er een probleem omdat er geen koelkast op de bouwplaats aanwezig was. We mochten ook niet eten als we honger hadden, maar alleen als we daarvoor toestemming kregen.

Zelfs moest ik mijn baas toestemming vragen om op de bouwplaats naar het toilet te gaan. Ongeveer 18.00 uur was het werk afgelopen, maar tegen de tijd dat we bij ons kamp aankwamen was het inmiddels 20.00 uur. Direct daarna maakten we ons avondeten en dat voor de volgende dag klaar. Tegen de tijd dat dit was gebeurd en we ons konden ontspannen, was het al snel na middernacht, om vervolgens tegen 04.00 uur op te staan om naar ons werk te gaan.

En er kwam geen einde aan. In de korte tijd dat ik hier was, zijn we drie keer verhuisd. Je hebt totaal geen inspraak en doet gewoon wat je wordt opgedragen en wat er wordt gezegd. 

Ik herinner me dat ik in het verleden mooie gebouwen zag en daar graag aan wilde werken. Maar na de vreselijke overzeese ervaring in Qatar besefte ik dat het de mensen in de gebouwen zijn die er werkelijk toe doen. Een Nepalees die in een Wakala (winkeltje) werkte, was gelukkger dan ik.

Toen ik alleen op mijn kamer herstelde en wanhoopte om nog mijn vaderland terug te zien, sprak ik met mezelf af dat ik nooit meer naar het buitenland zou migreren. En ook dat ik in Nepal zelf aan de slag zou gaan. De haast die ik voelde om te vertrekken toen ik op de luchthaven Doha eindelijk mijn instapkaart in mijn hand had, is onbeschrijfelijk. Het was een goed geplande ontsnapping, die vreselijk mis had kunnen lopen.

Dit is onze realiteit

Maar al snel nadat ik in Nepal arriveerde, werd ik met de realtiteit geconfronteerd. Waar zijn de banen [12] ? Wat moet ik hier? Wat ga ik verdienen? Ik moet mijn gezin onderhouden en leningen terugbetalen. Je offert veel op voor een baan in het buitenland, maar ook wij moeten die banen invullen.

Ik deel mijn verhaal, zodat ook anderen van mijn ervaring kunnen leren. Ik blijf liever anoniem. Behalve mijn vrouw weet niemand in mijn familie iets over mijn ervaringen in het buitenland. Ik ondervond zoveel  pijn en stress, dus wat heeft het voor zin om mijn zieke moeder ongerust te maken?

Om mijn geld terug te krijgen ga ik een gevecht aan met mijn recruiter [13], en hij is  enigszins bereid om mee te werken. Misschien ga ik eventueel nog eens terug naar het buitenland, maar het publiekelijk delen van mijn verhaal zou mijn kansen weleens kunnen verkleinen, omdat ik als “lastpost” wordt gezien.

Een kameraad uit Nepal in Qatar wie al maanden geen loon was uitbetaald, werd overgeplaatst en beschuldigd voor het opstoken van zijn mede-kamparbeiders, alleen omdat hij zijn baas had gevraagd om een ​​achterstallige voedseltoelage te verstrekken.

Dat is onze realiteit. Ze willen dat iedereen z'n mond houdt en het zwijgen kan worden opgelegd.