Dit artikel van Samira Trešnjo werd oorspronkelijk gepubliceerd op Balkan Dikurs [en – en alle links], een project van het Post-Conflict Research Center (PCRC). Een bewerkte versie is opnieuw gepubliceerd door Global Voices als deel van een content-sharing overeenkomst.
Het initiatief “Nisam tražila” (“Ik heb hier niet om gevraagd”) startte toen vier kunststudenten van Bosnië en Herzegovina (BiH) — Mateja Mavrak, Asja Krsmanović, Ana Tikvić, en Nadina Mičić — reageerden op onthullingen van verkrachtingen in het naburige Servië. Eerder hadden de Servische actrice Milena Radulović en verschillende andere vrouwen de eigenaar van de toneelschool van Belgrado, Miroslav Mika Aleksić aangegeven voor verkrachting en seksuele intimidatie.
Toen de vier vrouwen hun eigen ervaringen begonnen te delen kwamen ze tot de vaststelling dat elk van hen al minstens één keer slachtoffer van seksueel misbruik was geweest. Ze besloten de Facebookpagina Nisam tražila te lanceren op 18 januari 2021 om drie uur ‘s ochtends.
Ana Tikvić, een van de leiders van het initiatief, in Balkan Diskurs:
“Die Facebookpagina is juist het bewijs dat slachtoffers meer vertrouwen hebben in een anonieme Facebookpagina dan in het systeem en de organisaties die dit probleem moeten behandelen. De eerste dagen kregen we honderden en honderden berichten. Slachtoffers zijn niet klaar om seksueel misbruik aan te geven omdat ze het systeem niet vertrouwen, omdat ze zich niet beschermd voelen, en omdat ze denken dat een aangifte toch niets zou oplossen. Ze hebben er geen vertrouwen in dat de pleger correct gestraft wordt, en rekenen niet op bescherming, gerechtigheid en veiligheid, waarop ze absoluut recht hebben.”
Ze wijst erop dat het een zenuwslopende periode was omdat ze spontaan waren begonnen met de pagina zonder te denken dat het wel eens zou kunnen escaleren.
“Op een gegeven moment dachten we ‘waar hebben we dit voor nodig?’ en toen berichtte iemand: ‘Jullie gaven me moed, ik voel mij beter, ik besloot mijn aanrander aan te geven.’ Dit slag berichten gaf ons sterkte – zelfs al helpen we maar één vrouw, het is absoluut de moeite waard.”
Sindsdien kreeg het initiatief steun uit de hele regio van het voormalige Joegoslavië, van zowel vrouwen als mannen.
Een voorbeeld: nadat de pagina de hashtag #NisiSama (“[Vrouw,] je bent niet alleen”) populair had gemaakt bracht de Bosnische band Bombaj Štampa de gelijknamige song “Nisi sama” uit in samenwerking met de Servische rockstar Bajaga als steunbetuiging voor de beweging.
De vier jonge vrouwen van de campagne blijven gevallen van geweld tegen vrouwen publiceren op hun Facebookpagina en posten ook dagelijks de reacties hierop.
Tikvić vertelt verder:
“Het is interessant hoe verrast iedereen is en hoe men de verkrachting van deze actrice beschouwt als een geïsoleerd geval — maar die zaken gebeuren op grotere schaal dan wij denken. Zeker, verkrachting is de ergste vorm van seksueel misbruik en de meest extreme, maar er zijn veel gradaties van seksueel misbruik en intimidatie die leiden tot de gruwelijke daad.”
UN-vrouwen in Bosnië en Herzegovina startten de publieke campagne “Geweld is geen privé-zaak” op, en benadrukten dat de helft van de vrouwen en meisjes ouder dan 15 in BiH te maken krijgt met ernstig geweld, meestal thuis, en dat de pleger bijna altijd een man is. Dat is een serieus probleem omdat er geen afdoende psychologische hulp bestaat voor slachtoffers van geweld.
“Er bestaat geen wettelijk geregelde vorm van psychologische bijstand waarop je een beroep kan doen wanneer je aangifte doet van seksueel geweld. Veel organisaties verstrekken juridisch en psychologisch advies, maar nogmaals, niets is gereglementeerd op staatsniveau. Onze Facebookpagina heeft ongeveer 40.000 volgers, en we hebben ook nog een gesloten groep op FB met ongeveer 13.000 leden waar mensen blijven schrijven over hun ervaringen met seksueel misbruik. Kortom, er is tenminste een ruimte gecreëerd, al is het alleen maar online, waar je echt kan schrijven over wat je dwarszit zonder beoordeeld te worden door anderen.”
Tikvić benadrukt dat zij elke gedeelde vorm van discriminatie op hun website melden.
Behalve door de burgers van BiH wordt het initiatief ook gesteund door tal van politici en publieke figuren, maar, zoals ze zegt, dat is niet genoeg voor verandering.
“We moeten beginnen met het oplossen van concrete problemen. We hebben ook een open brief geschreven naar het federaal parlement, waarin we specifiek vragen om een herziening van de strafwetgeving. Recent kregen we antwoord van het federaal ministerie met de toelating een werkgroep op te richten voor een voorontwerp tot wetswijziging van het strafwetboek. Ik denk dat het belangrijkste nu is om seksueel misbruik duidelijk te definiëren volgens de Conventie van Istanbul en zo in het strafwetboek te krijgen.”
Hoe dan ook, om te vechten tegen geweld moet het geweld zelf gerapporteerd worden, en dat gebeurt vaak niet omwille van gemeenschapsdruk en de patriarchale normen in onze maatschappij. Tikvić voegt eraan toe:
“Wij leven in een ultrapatriarchale omgeving waarin het woord van een man wet is en de absolute waarheid, en vrouwen, natuurlijk, bang zijn voor maatschappelijke veroordeling — zal iemand hen willen geloven, wat zullen de buren zeggen …? Helaas leven wij nog steeds in een omgeving waar de schande niet voor de man is, maar finaal, voor de vrouw.”
De vier activisten die het platform runnen, hebben echter niet genoeg macht om andere vrouwen te beschermen, zij zijn immers noch de politie noch het gerecht. Zij vinden dat wie een salaris voor dit soort werk krijgt verantwoordelijk is voor de oplossing van dit probleem en voor de verandering van de wet. Tikvić eist aansprakelijkheid van de bevoegde instanties:
“Tenslotte zijn het de overheidsinstanties die de mensen moeten beschermen die een beroep op hen doen. Ze hebben al jaren deze plicht, maar hebben zich helaas alsnog niet van die plicht gekweten. Wij roepen als organisatie voortdurend op tot actie en wijzen anderen op deze kwesties, maar daar blijft het bij. Ik denk dat we ons moeten verenigen en dat we niet mogen ophouden erover te praten.”
Ze is blij dat hun initiatief een regionaal publiek discours over seksueel misbruik in gang heeft gezet.
“Seksueel misbruik kan absoluut iedereen overkomen, elke dag, ongeacht opleidingsniveau, beroep, religie, nationaliteit, en wat nog meer. Geweld overkomt ons, niet om wie we zijn, niet om hoe we ons kleden of niet kleden, en ik denk dat het heel belangrijk is hierover te blijven praten”, besluit Tikvić.