Dit artikel door onderzoeksjournalist Shree Bhakta Khanal was oorspronkelijk gepubliceerd in de Nepali Times en is een opnieuw uitgegeven geredigeerde versie op Global Voices als onderdeel van een wederzijdse inhoudelijke overeenkomst.
Er zijn talrijke boeken verschenen over de legendarische moed en opoffering van de Gurkha soldaten in Nepal. Officieren hebben hun gehoorzaamheid en vreugde bezongen, ondanks de ontberingen en het gevaar. Het beeld dat de mensen zich van de Nepalese soldaten op het slagveld hebben gevormd is onverschrokken, maar altijd met een lach.
Historici hebben brieven en dagboeken van Gurkha soldaten uit de twee wereldoorlogen nauwkeurig bestudeerd en komen tot een enigszins andere conclusie. Nepalezen in de loopgraven van Flanders Field of onder de klippen bij Gallipoli waren ziek door heimwee, doodongelukkig en ze doorstonden doodsangsten in de barre kou.Veel brieven voor het thuisfront werden door de militaire censuur achtergehouden en bevinden zich nu in de archieven.
Momenteel heeft het dagboek van een Gurkha sergeant in het Britse leger tijdens de Slag bij Bassée in Noord-Frankrijk in de Eerste Wereldoorlog in 1914, dat door een Duitse officier werd gevonden, een totaal ander daglicht geworpen op de zogenaamde Gurkha legende. Het is een bevestiging van het traditionele heldendom, maar het geeft ook een inkijkje in de Gurkha soldaat als mens.
Luitenant Pfeifer van het Kurhessische Jäger-Bataillon Nr. 11, vond op 20 december 1914 – na een zware strijd tegen de geallieerde Britse en Franse troepen – het dagboek van de Nepalese soldaat in La Bassée.
Luitenant Pfeifer’s achterkleinzoon Philip Cross vond de documenten en een khukri (Nepalees hakmes) toen hij de persoonlijke bezittingen van zijn familie doorzocht. Momenteel is hij volop bezig met het vertalen van het dagboek van zijn overgrootvader in het Engels en ook wil hij het dagboek van de Gurkha sergeant in het Engels en Duits laten vertalen.
Blijkbaar had luitenant Pfeifer de opdracht om de lijken van de vijandelijke soldaten te doorzoeken op mogelijke informatie over de plannen van de geallieerden. Hierdoor zou hij ook op het dagboek, de foto's en zelfs op de Khurkri zijn gestuit.
De eerste bladzijde van het dagboek van de onbekende Nepalese soldaat staat in omgekeerde vorm in genummerde strofen. Hier worden de namen van de jeugdige vrienden van de auteur, die werden gedood of gevangengenomen, vermeld. Ook vertellen de strofen iets over de ontberingen en de zware omstandigheden waaronder de soldaten moesten werken. Op grond van het handschrift, de vocabulaire en het gebruik van de genummerde strofen, kan worden aangenomen dat de soldaat door een dorpspastoor is geïnstrueerd, omdat hij in die tijd de enige inwoner in de Nepalese dorpen was die kon lezen en schrijven.
Vertaling:
Arme kameraden, jullie jeugd is door de vijand ontnomen (20)
De liefde van het leger hebben jullie in Nepal achtergelaten
Wij zijn de levende doden die naar de hemel zijn gegaan
Subedar Bhimsi Bhandari (21) Harke Thapa Jasraja Dharma Khatri Commandant Pasitan Nainsingh Khatri Swarup Kunwar Pratiman Thapa’
De tweede bladzijde van het dagboek van de Nepalese soldaat (zie boven) vermeldt de namen van Ghurka soldaten. Zowel de namen als de volgorde zijn, heel interessant, identiek aan de namenlijst in de documenten van luitenant Pfeifer, waar hij de namen vermeldt van de Gurkha's die gevangen zaten (links op de foto). Ook de Duitse fonetiek is bijna identiek aan de manier waarop de onbekende soldaat de namen in het Nepalees heeft geschreven, bijvoorbeeld door Gurung te schrijven als गुरुं (Gurun).
Luitenant Pfeifer’s aantekening in zijn eigen dagboek:
Een aantekening op bladzijde 1 van een Gurkha sergeant-majoor: “De soldaten van de sectie (bataljon) dienen liefdevol, vriendelijk en respectvol te worden behandeld. Iedereen die de regels van zijn religie inzake law and order opvolgt, krijgt zijn loon uitbetaald (en zal hier blij mee zijn).
De orders van de bevelvoerende officier dienen nauwgezet en onmiddellijk te worden opgevolgd.” De inhoud op bladzijde 2 bevat de namen van de Gurkha's:
- Thuparau Gurun
- Chandrabir Thapa
- Akalbir Gurun
- Manbahadur Gurun
- Amarsing Gurun
- Udjersingh Gharti
- Imansing Gurun
- Manbir Thapa
- Chhabilal Rana
- Akatbir Thapa
- Narbahadur Thapa
- Schatasin Gurun
Tijdens het speurwerk naar sommige namen, gebaseerd op aantekeningen van het Britse leger, blijkt dat Chandrabir Thapa als grenadier in het Sirmur Rifles Regiment diende. Manbir Thapa diende als sergeant in het Malaun Regiment, zijn legernummer was 1896. Hij sneuvelde op 20 december 1914 tijdens de Slag bij La Bassée. Wij kennen nu ook de naam van Manbir’s vader, namelijk Parasram Thapa. Hij woonde in het dorp Dohadi in het westen van Nepal.
Uit documenten over de Slag bij La Bassée blijkt dat nog meer Gurkha soldaten waren gesneuveld of gevangengenomen die niet in luitenant Pfeifer's dagboek werden genoemd.
Het 107 jaar oude handgeschreven dagboek van de Nepalese soldaat vertelt ook veel over de oorlog en de strijders uit Nepal. De soldaat schreef over zijn Nepalese kameraden bij zijn eigen, maar wellicht ook andere eenheden, en noteerde nauwgezet de namen van de gesneuvelden en krijgsgevangenen. Bij de namen die in het gedicht opdoken, gaat het waarschijnlijk om de kameraden die in het gevecht sneuvelden, maar dat is niet bewezen. Bij de tweede lijst kan het, gezien de overeenkomsten met de Duitse lijst van luitenant Pfeifer, gaan om soldaten die op 20 december krijgsgevangen werden gemaakt.
Maar deze theorie roept veel vragen op. Bijvoorbeeld, hoe kan het dat de lijst met gesneuvelde soldaten in het dagboek van de Nepalese soldaat nauwkeurig overeenkomt met de lijst krijgsgevangenen van de Duitse officier luitenant Pfeifer?
Het is niet helemaal duidelijk of luitenant Pfeifer slechts het dagboek van de Nepalese soldaat vertaalde of dat hij uit zichzelf handelde. Het privé dagboek van de Duitse officier werd uiteindelijk ruim een eeuw later door zijn achterkleinzoon ontdekt. De naam van de Ghurka, zijn verblijfplaats in Nepal en wat er verder met hem gebeurde, zijn nooit achterhaald.
Veel gevangengenomen Gurkha's in Frankrijk en België werden op transport gesteld naar krijgsgevangenkampen in Duitsland. Daar werden van sommige gevangenen de stemmen en liederen op de onlangs geïntroduceerde voice recorders voor altijd vastgelegd.
De Nepalese professor Alaka Atreya Chudal van de Universiteit van Wenen heeft tussen 1914 en 1918 een aantal van deze getuigenissen uit het krijgsgevangenkamp Halbmondlager in Wünsdorf, 40 kilometer van Berlijn, vertaald.
De bijna honderd opnamen bevatten Nepalese volksverhalen, liederen, gedichten en volksraadsels die een grote taalkundige en culturele waarde vertegenwoordigen, omdat ze meer dan een eeuw geleden op audio zijn opgenomen. De opnamen bevinden zich thans in de archieven van de Humboldt Universiteit in Berlijn.