- Global Voices in het Nederlands - https://nl.globalvoices.org -

Een plan om houtkap toe te staan in het biologisch rijke Ebo-woud van Kameroen is stopgezet, maar het gebied blijft kwetsbaar

Categorieën: Sub-Sahara Afrika, Kameroen, Burgermedia, Inheems, Milieu

Uitzicht op de heuvels van het Ebo-woud in januari 2021. Foto door Ekonde Daniel. Gebruikt met toestemming.

Het Ebo-woud in Kameroen is een biologisch gevarieerd gebied dat de thuis is van een rijke selectie van flora en van ernstig bedreigde primaten [en] [1], waaronder de enige populatie chimpansees ter wereld waarvan bekend is dat ze noten kunnen kraken en termieten kunnen uittrekken met gereedschappen.

In juli 2020 wees [en] [2] de regering van Kameroen het 141.706 hectare grote Ebo-gebied aan als een Bosbeheereenheid (Forest Management Unit – FMU) en keurde ze een houtkapconcessie goed in het gebied. Een paar weken later, in augustus  2020, tot grote opluchting van natuurbeschermers die tegen het plan waren [en] [3], draaide de regering de beslissing terug, waarbij ze een decreet uitvaardigden waarin stond dat het plan om houtkap toe te staan was opgeschort [en] [4]

Het besluit beviel ook veel bewoners van het gebied.

“Als zij [de regering] beslissen om het woud in te nemen zonder met ons te praten, dan zullen wij het woud ingaan en rebellen [en] [5]worden,” vertelde stamhoofd Dekath Moise Nguile  me. “We zullen doen wat er gebeurt in Bamenda,” voegde hij eraan toe, verwijzend naar een stad in de onrustige noordwestelijke regio van Kameroen. 

“Onze ouders zijn hier begraven!”

Ik had afgesproken met Chief Nguile, een plaatselijk stamhoofd, voor een bezoek aan het Ebo-woud, op ongeveer zes uur rijden van Douala, de economische hoofdstad van Kameroen.

“Daar heb je de bomen, de gorilla's en chimpansees – onze ouders liggen daar begraven. Het is de oorlog die ons naar deze plaats dreef,” zei Nguile verwijzend naar de nederzetting waar de inwoners van zijn dorp wonen en waar hij een huis heeft. “We hebben daar onze heilige plaatsen waar we bidden als we problemen hebben.”

Chief Dekath Nguile ontmoet een stamlid in het dorp bij zijn aankomst uit de economische hoofdstad van Kameroen, Douala. Foto door Ekonde Daniel. Gebruikt met zijn toestemming.

De tocht die ik met Nguile maak is een van de vele die hij regelmatig maakt naar het woud, waar ook zijn voorouderlijk dorp ligt, een van de 40 gemeenschappen in het gebied.

Bij aankomst in een dorp ontmoetten wij Chief Emmanuel Belema, een hoofd van de gemeenschap, die cacaobonen aan het uitstrooien was voor zijn huis aan de rand van het Ebo-woud. Belema had het besluit van juli 2020 om het bos open te stellen voor houtkap vernomen via de radio, zijn enige verbinding met de buitenwereld.

Chief Emmanuel Belema spreidt cacaobonen uit voor zijn huis. Afbeelding door Ekonde Daniel. Gebruikt met toestemming.

“We wachten hier op de regering. Voordat ze het woud gaan exploiteren moeten ze ons vertellen wat ze ons zullen geven. Als er niets is om ons te helpen, dan weten we niet hoe we hen zullen antwoorden,” vertelde Belema.

Belema meent dat de elites van zijn dorp, die nu “in de grote steden Douala en Yaoundé wonen”, met de regering onderhandelen over het kappen van het bos voor industrieel gebruik. “Maar wij zijn de bewakers van dit woud,” zei hij, en pauzeerde toen even. “Het baart ons zorgen. We zullen niet blij zijn als dat gebeurt.” 

Of het nu gaat om goudwinning of houtkap, concessiehouders hebben lange tijd te maken gehad met verzet van de bewoners van hun exploitatiegebieden. Dit komt deels doordat beloften van duurzaam beheer of de aanleg van voorzieningen nooit worden nagekomen. Voeg daaraan toe de vermeende landroof [en] [6] en vervuiling door de Franse zakengroep Bolloré in de Littorale regio van Kameroen, en voortdurende botsingen [en] [7] tussen Chinese mijnwerkers en de plaatselijke bevolking in de goudrijke oostelijke regio.

Net als Nguile is het gebied waar Belema woont niet zijn oorspronkelijke nederzetting. Zij verhuisden naar dit gebied, waar een gemeenschap van ongeveer 200 mensen woont, vanwege een guerrillaoorlog zo'n 50 jaar geleden.

De clan van Nguile behoorde ook tot de slachtoffers van gedwongen verhuizingen in de jaren zestig, toen de Kameroense regering streed tegen de rebellen van de politieke partij Union des Populations du Cameroun (UPC [en] [8]). Omdat UPC-leden zich in de bosgronden schuilhielden om hun hit-and-run-operaties uit te voeren, evacueerde de staat de inheemse bevolking van het gebied.

Een plaats van verbazingwekkende biodiversiteit

In januari 2021 wonen er meer dan 200 mensen aan de rand van het Ebo-woud. Afbeelding door Ekonde Daniel. Gebruikt met toestemming.

In februari sprak ik aan de telefoon met Dr. Ekwoge Abwe, een onderzoeker van de San Diego Zoo Wildlife Alliance voor het Ebo-woud. “Ebo wordt beschouwd als een belangrijk stuk woud in de hotspot voor biodiversiteit in de Golf Van Guinea,” vertelde hij me.

Abwe werkt in het woud sinds 2004. In 2005 hebben hij en 13 anderen van een permanent onderzoeksstation in Ebo een grote populatie [en] [9] Kameroens-Nigeriaanse chimpansees in het woud geobserveerd en geregistreerd. De chimpansees worden beschouwd [en] [10] als “de meest bedreigde, met slechts tussen de 3.500 en 9.000 van de dieren die nog in het wild leven”. 

Abwe vertelde me dat de Ebo ongeveer 1.000 primaten herbergt of 1/9 van de totale wereldpopulatie. Maar wat eigenaardiger is aan die in Ebo, merkt de onderzoeker op, is dat “zij de enige chimpansees zijn die noten kraken met gebruikmaking van werktuigen en tegelijkertijd termieten vangen met gebruikmaking van werktuigen”.

“Andere populaties doen het ene, maar die van Ebo doen het beide, wat het woud tot een echt uniek gebied maakt,” zei Abwe, die ook opmerkte dat er sinds 2005 28 nieuwe planten zijn ontdekt die ” inheems zijn in het woud “.

Ondanks zijn rijke biota en het feit dat het 35 miljoen koolstof vasthoudt, heeft de Kameroense regering de aanwijzing van het gebied als nationaal park, een verzoek dat natuurbeschermers al sinds 2005 hebben ingediend, vertraagd.

“Dit zijn enkele van de redenen waarom we naar de regering stappen,” vertelde Abwe me. In plaats van dit gebied te kappen, zouden we moeten denken aan andere manieren om alternatieve en duurzame inkomsten te creëren voor de lokale gemeenschappen.” 

Maar de stijgende investeringen in timmerhout in Kameroen, een sector die voorheen gedomineerd werd door de Europeanen maar nu gedomineerd wordt door Chinese bedrijven [en] [11], garanderen Ebo’ veiligheid niet, vooral gezien het belang van de houtproductie voor de economie van Kameroen.  

In juli 2020, rond de tijd van de oorspronkelijke aankondiging, zei [en[aid [10] de Kameroense minister van Bosbouw en Wildbeheer dat het land al meer dan twee keer de 12% bosbedekking vereist door de Verenigde Naties, had bewaard, en dat niet alle bomen in Ebo zouden geveld worden. Ik heb op 25 februari een bezoek gebracht aan het Ministerie van Bosbouw en Wildbeheer van Kameroen om na te gaan of er een kans bestond dat het bos in de toekomst voor industriële houtkap zou kunnen worden opengesteld, maar ik trof daar niemand aan die hierover officieel iets wilde zeggen.

Sinds de regering het kapplan heeft opgeschort, heeft zij nog geen verdere mededelingen gedaan.”Deze mensen [de concessiehouders], die ik aasgieren mag noemen, zijn nog steeds op zoek naar een manier om erin te kappen,” zei Abwe. 

Totdat Ebo wordt uitgeroepen als beschermd gebied, blijft het woud vrij spel voor diegenen die de geschenken ervan willen uitbuiten.

Boris Karloff Batata [12] heeft bijgedragen aan dit artikel. 

Noot van de redactie: Op 11 maart 2021 hebben wij dit bericht bijgewerkt met de nieuwe naam San Diego Zoo Wildlife Alliance (voorheen San Diego Zoo Global's Central Africa Programme). Wij hebben ook verduidelijkt dat Dr. Abwe en 13 anderen, werkend vanuit een permanent onderzoeks-observatiestation in het Ebo-woud, een enorme populatie wilde primaten hebben geregistreerd (niet ontdekt)

Deze berichtgeving is tot stand gekomen met middelen van CIVICUS, gecoördineerd door de Universiteit van Witwatersrand in Johannesburg via de African Investigative Journalism Conference (AIJC)