- Global Voices in het Nederlands - https://nl.globalvoices.org -

Ondanks aanvallen en bedreigingen, verleent een Braziliaanse priester hulp aan het groeiend aantal daklozen in Sao Paulo

Categorieën: Latijns-Amerika, Brazilië, Burgermedia, Good News, Humanitair ingrijpen, Mensenrechten, COVID-19, #EndSARS protest, a youth movement to end police brutality in Nigeria

Júlio Lancellotti (rechts), met iemand die meeprofiteert van de activiteiten van de Aartsengel Michael Kathedraal, draagt een schort met een verwijzing naar Sister Dulce [1], de eerste Braziliaanse beschemheilige|Foto: Publicatie /Gebruikt met toestemming.

In São Paulo schatten gemeentelijke autoriteiten  [2]dat ongeveer 24.000 mensen op straat leven, een aantal dat nog steeds groeit [3], aangezien steeds meer inwoners werkloos raken tijdens de  COVID-19 [4] pandemie. Op het hoogtepunt van de crisis heeft priester Julio Lancellotti en de São Miguel Arcanjo [5] parochie dagelijks sanitaire hulpmiddelen en voedsel aan meer dan 400 daklozen in de stad uitgedeeld.

Lancellotti, al 35 jaar priester, beschikt over een groot sociaal netwerk en wordt geroemd om zijn activiteiten met jeugdige delinquenten, mensen met HIV, daklozen en LGBTQI [6]+ leefgemeenschappen.

Maar vaak belandde hij door zijn activiteiten in de gevarenzone. Hij ontving doodsbedreigingen [7]en werd slachtoffer van pogingen tot afpersing [8]. In september 2020 noemde een parlementslid die campagne voerde voor burgemeester van São Paulo, Lancellotti een “ellendige pooier” en beschuldigde [9] hem van drugshandel. Zijn uitspraken leidde op straat tot verbaal geweld [10]tegen de priester.

In 2017 beschuldigde president Jair Bolsonaro, federaal afgevaardigde van Rio de Janeiro, Lancellotti van morele schade, nadat de priester Bolsonaro tijdens een religieuze toespraak “racist, seksist en homofoob” had genoemd. Begin november 2020 won Lancelotti de zaak tegen Bolsonaro. [11]

Priester Lancellotti telefoneerde tijdens de COVID-19 pandemie met Global Voices over zijn ervaringen,  uitdagingen en contacten met de allerarmsten in Brazilië.

Priester Julio Lancellotti bekommert zich om iemand die op straat leeft en totaal verkleumd in zijn parochie arriveerde. Foto: Publicatie/Gebruikt met toestemming.

Talita Fernandes (TF): U werkte met mensen in de marge van de samenleving. Wat motiveerde u om hiervoor te kiezen?

Júlio Lancellotti (JL): Não tem um fato específico. Eu sempre convivi com a população de rua, e aqui na Arquidiocese de São Paulo, levamos as propostas do Concílio Vaticano II [12] e as propostas de Puebla [13], isto é, da opção preferencial pelos pobres, para as ruas. Formamos, então, comunidades com o povo da rua. E eu fiz essa caminhada desde o início, há cerca de 30 anos, quando foi criado o Vicariato Episcopal do Povo da Rua [14]. E a partir daí, vários grupos surgiram.

Júlio Lancellotti (JL): Er is geen specifieke reden. Ik heb mij altijd bekommerd om daklozen en hier in het Aartsbisdom  São Paulo volgen wij het gedachtengoed van het Tweede Vaticaanse Concilie  [12]en Puebla [13], hetgeen betekent dat wij allereerst opkomen voor de armen op straat. Mensen die op straat leven brengen wij met elkaar in contact en zij vormen op die manier een gemeenschap. Ik begon dertig jaar geleden met deze missie toen het Episcopaal Vicariaat [14] Daklozen in het leven werd geroepen. En vanaf toen hebben zich verschillende groepen gevormd.

TF: In Brazilië zijn daklozen onderhevig aan geweldpleging en riskeren ze te worden vermoord. Denkt u dat dit soort geweld is geëscaleerd omdat het land steeds meer politiek polariseert [15]?

JL: Se intensificaram por isso, mas também porque a população de rua tem aumentado muito [2]. Então, isso traz um incômodo para a população. Às vezes eu penso que é porque eles estão vendo a possibilidade do que pode acontecer com eles também. Então, uma forma de negar é afastar. Há uma política higienista muito forte. A vida da população de rua é muito pública, todo mundo vê onde eles estão e o que eles estão fazendo – quando convém. E isso causa incômodo. Mas o pano de fundo de toda essa intolerância é a especulação imobiliária. A moradia virou comércio. Não se constroem casas para o povo, algo que seja acessível à população que está nas ruas.

JL: Ja, dat denk ik wel, maar het aantal  [2]daklozen is ook enorm toegenomen. Dit veroorzaakt vaak overlast. Soms denk ik dat dit komt omdat mensen misschien zien wat ook hen kan overkomen, dus de enige manier is om ze weg te jagen. Het leven van de daklozen op straat speelt zich geheel in de openbaarheid af. Iedereen herkent ze en ziet wat ze doen, tenminste wanneer het ze uitkomt; dit leidt tot onbehagen. De achtergrond van deze intolerantie is speculatie met grondbezit. Huisvesting is business geworden. De huizen worden niet voor gewone mensen gebouwd, dus voor daklozen zijn ze niet toegankelijk.

TF: Welke vorm van  overheidsbeleid inzake daklozen in Brazilië moet volgens u prioriteit krijgen?

JL: Não tem uma resposta única. É uma complexidade, porque a moradia é uma questão importante, mas também são importantes o trabalho, a saúde, a saúde mental, e a convivência. Por isso que eu digo: o que é muito importante é tudo aquilo que gera autonomia. As respostas que se dão hoje são institucionais. [Nos abrigos públicos] tem horário para entrar, para sair, para comer, e todas as decisões são tomadas por outros. A vida tem uma rotina, mas essa rotina não deve ser estabelecida de fora de você, mas a partir da sua necessidade.

E também tem um aspecto que não se leva em consideração: o aspecto afetivo e da sensualidade. Muitos deles são jovens. Eles vão namorar, encontrar alguém quando? Um dia eu disse isso para uns frades e eles ficaram meio assustados – eu falei: Os frades fazem voto de pobreza, obediência e castidade e quem tem que cumprir são os moradores de rua. Porque eles têm que levar uma vida pobre, obediente e casta. É como se as ruas fossem um grande mosteiro e eles, o tempo todo, têm que ter todas as qualidades que nós não temos: eles têm que ser sempre educados, sempre contidos, sempre gentis, sempre agradecidos, sempre solícitos.

JL: Dit is niet in een enkel antwoord samen te vatten. Het is complex: huisvesting is belangrijk, maar werk, reguliere en geestelijke gezondheidszorg en coëxistentie, kortom alles wat met  autonomie heeft te maken, is ook belangrijk. In publieke opvangcentra kunnen mensen in- en uitlopen en eten, terwijl anderen de beslissingen voor ze nemen. Het leven is routinematig, maar de besluiten zouden eigenlijk op de behoeften en verwachtingen van de mensen moeten zijn  gebaseerd.

Maar ook het emotionele en erotische aspect is tot nu toe onderbelicht. Veel daklozen zijn jong.  Op een dag zullen ze misschien iemand ontmoeten en een relatie aangaan. Ik bracht dit eens bij sommige fraters ter sprake en die waren nogal ontdaan. Ik zei….”fraters leg de gelofte van armoede, gehoorzaamheid en kuisheid af en de daklozen zullen het naleven. Het leek  alsof de straten in een groot klooster veranderden, terwijl zij voortdurend over eigenschappen moeten beschikken die wij niet hebben. Ze moeten zich altijd wellevend, ingehouden, vriendelijk, dankbaar en bescheiden gedragen.

Lancellotti in 2019 aan het werk met mensen die door de kerk worden geholpen. | Foto: Publicatie/Gebruikt met toestemming.

TF: Brazilië is het zevende land ter wereld met de grootste ongelijkheid [16]. Welke rol speelt de kerk inzake sociale ongelijkheid?

JL: A meu ver, o papel da Igreja é lutar pela vida do povo, na defesa dos pobres, na defesa dos direitos humanos. A missão da Igreja é evangelizar, que significa: anunciar uma boa notícia àqueles que estão sofrendo. Aos que estão cegos, aos que estão paralisados, aos que estão maltratados. E, nesse sentido, é o próprio Evangelho. Domingo nós lemos o capítulo 14 de São Mateus, onde Jesus, vendo uma multidão faminta, propõe o Milagre da Partilha, eque a gente chama de multiplicação do pão. Na verdade, a gente devia chamar da Partilha do Pão. Nós vivemos uma sociedade de concentração, não de partilha. E eu acredito que, com o aumento do desemprego, uma economia que, dentro do sistema capitalista, é a que nós estamos vivendo, que nós podemos caminhar ainda pra uma situação social e econômica muito pior. De aumento vertiginoso da miséria.

JL: Volgens mij is het de rol van de kerk om op te komen voor gewone mensen, zoals de armen en het beschermen van de mensenrechten. De missie van de kerk is evangeliseren. Zoals het brengen van goed nieuws aan zij die lijden, de blinden, de verlamden en de gekwetsten: evangelie in haar puurste vorm. In hoofdstuk 14 van Mattheüs volbrengt Jezus bij het zien van een hongerige menigte het mirakel van de vermenigvuldiging van de broden, wat we “De Spijziging van de 5.000″ noemen. Eigenlijk zouden we het “Het Delen van het Brood” moeten noemen. Wij leven in een maatschappij waarin we alles voor onszelf willen houden en weinig met elkaar delen. Ik denk dat wij door een toenemende werkloosheid terecht kunnen komen in een aanzienlijk slechtere sociale en economische situatie met een sterk stijgende armoede.

TF: Volgens u is een nieuwe maatschappijvisie niet alleen een kwestie van geloof, maar het menselijker maken van het leven. Wat betekent dat voor u?

JL: O que eu coloco é que a solidariedade não é uma dimensão religiosa. É uma dimensão humana. A humanização da vida é garantir que todos tenham acesso a alimentação, água potável, trabalho, um lugar para dormir, uma casa, autonomia. Não existe vida humanizada sem liberdade. Você imagina, como mulher, você só poder usar roupas íntimas usadas, que alguém doou para você? As pessoas têm que ter acesso com liberdade. A vida é feita de escolhas, e as grandes escolhas passam pelas pequenas. E as pequenas treinam as grandes. Às vezes as pessoas esquecem que eles [pessoas em situação de rua] têm sentimentos, que têm emoções, que têm tudo aquilo que todo ser humano tem.

JL: Ik bedoel dat solidariteit niets met religie heeft te maken, maar wel met zoiets als mensenlijkheid. Het menselijker maken van het leven betekent dat iedereen toegang moet hebben tot voedsel, drinkwater, werk, een slaapplaats, onderdak en het recht op zelfbeschikking. Een humaan leven zonder vrijheid bestaat niet. Kunt u zich als vrouw bijvoorbeeld  voorstellen dat u tweedehands, door een ander geschonken, onderkleding moet dragen? Iedereen moet vrijelijk goederen kunnen aanschaffen. Het leven bestaat uit keuzes en de grote keuzes vloeien vaak voort uit de kleine. En de kleine keuzes resulteren weer in de grote. Sommigen vergeten dat mensen die op straat leven ook gevoelens en emoties hebben zoals andere normale wezens.

TF: Wat motiveert u, met zoveel uitdagingen, door te gaan om zij aan zij met deze mensen te werken?

JL: É a fidelidade. Eu não luto para ganhar, eu luto para ser fiel.

JL: Het is mijn geloof. Ik hoef niet te winnen, maar ik wil mijn loyaliteit tonen.