Het ontwaken van de “tweehonderjarige generatie” in Peru

Foto van Andrés Huacaychuco Quijada, gebruikt met toestemming.

9 November 2020 betekende het begin van de belangrijkste week van de laatste 20 jaar voor ons land. Op die dag besloot het Peruviaanse Congres de president van de republiek, Martín Vizcarra, af te zetten, na een korte discussie met een poging om de actie te rechtvaardigen in het teken van corruptie. Het doel van deze actie, aangespoord door leden van het congres die zelf onderwerp waren van strafrechterlijk onderzoek, was om de belangrijkste machten van de staat, de uitvoerende en de wetgevende, te controleren om op die manier hervormingen tegen te gaan of maatregelen in eigen belang te bevorderen. Maar tegelijkertijd kwamen jonge mensen op straat om te protesteren, in naam van het hele land.

Het afzetten van de president wegens morele onbekwaamheid, geregeld in Artikel 113 van de Peruviaanse grondwet, is een controlemechanisme van het parlement, bedoeld om de functie van de president te beschermen, en te verzekeren dat de persoon die de functie bekleedt “moreel” daartoe in staat is. Maar vooral nu is de inhoud van die bepaling onderwerp van discussie omdat de inhoud ervan niet duidelijk is. Bovendien kan het ongedifferentieerd en willekeurig gebruik ervan leiden tot een verkapte staatsgreep, zegt constitutioneel expert Cèsar Landa.

Het is belangrijk voor ogen te houden dat, alhoewel “morele onbekwaamheid” een ongedetermineerd concept is, het gebruik ervan gelimiteerd is door de grenzen die vastgelegd zijn in de grondwet zelf. Daarom is het nodig, naast de formele voorwaarden vastgelegd in Artikel 89-A van de  congresreglementen die Artikel 113 van de grondwet uitwerken, het recht op een eerlijk proces te respecteren. Ook de rationaliteit, proportionaliteit en logica van de beslissing moeten gewaarborgd worden.

Wat op 9 november gebeurde, voldoet niet aan deze voorwaarden. Hoewel Vizcarra inderdaad onderzocht werd op corruptie gedurende zijn tijd als regionaal gouverneur van het departement van Moquegua, werd er nog bewijsmateriaal verzameld om te bepalen of er een zaak tegen hem geopend zou kunnen worden. Persberichten over de zaak werden gebruikt om de president opzij te schuiven zonder goed onderbouwde informatie of een parlementair onderzoek, in een proces dat afgestemd werd zonder dat hij ter verdediging gehoord werd.

Verder was het sociale klimaat op het tijdstip van de ontzetting uit de macht verre van ideaal. Peru was één van de zwaarst door COVID-19 getroffen landen, zowel wat betreft gezondheid als economie. Ten gevolge van voortdurende confrontaties tussen de uitvoerende en wetgevende macht in deze zaak kwam de politieke crisis bovenop de kollaps van ziekenhuizen en toename van de armoede van de bevolking. Bovendien stond het land voor nieuwe presidents- en parlementaire verkiezingen. Daarom, met zo'n korte tijd – acht maanden – vóór de nieuwe vertegenwoordigers hun functie zouden waarnemen, vonden sommigen dat het ideale scenario zou geweest zijn Vizcarra zijn termijn te laten uitzitten terwijl het onderzoek door de openbare aanklager nog liep. Een onderzoek uitgevoerd door het Peruviaanse onderzoeksinstituut (IEP) in 2020 toonde zelfs aan dat 95 procent van de bevraagden deze positie innamen, terwijl maar 4 procent stemde voor de ontzetting uit de macht.

Als dit juist is, betekent het dat de wetgevers tot doel hadden Vizcarra opzij te schuiven zodat maatregelen in hun voordeel goedgekeurd konden worden. De regering werd gezien als een obstakel voor invoering van controversiële regelingen die, in de meeste gevallen, opgesteld waren door de technische organen van de executieve. Zo werd bijvoorbeeld de dag na de invoering een voorstel ingediend dat het bestaan van het Amazonewoud bedreigt door de expansie van artisanale mijnbouw te bevorderen. Ook een ander wetsvoorstel kwam op tafel waarin het verkrijgen van milieucertificering meer flexibel werd. Verder, ook in die volgende dagen, werd door de Opvoedingscommissie gepland om een wetsvoorstel in te dienen voor de afschaffing of wijziging van secundaire en hogere educatie. Met het excuus van educatieve urgentie veroorzaakt door de COVID-19 pandemie probeerden ze een beleid goed te keuren dat onderwijs- en educatiehervorming inhoudt die alle bestaande procedures om de kwaliteit van basis- en hoger onderwijs te garanderen, in vraag stelt. De kwaliteit van het hele onderwijsstelsel is in gevaar. Over deze voorstellen werd nog niet gedebatteerd, ze liggen nog voor bij het congres.

Al deze gebeurtenissen, beginnend met het besluit om Vizcarra af te zetten, veroorzaakte woede bij duizenden Peruvianen, voornamelijk teenagers en jonge mensen. In de periode van 9 tot 17 november organiseerden ze massaprotesten om de democratie te verdedigen en belangrijke staatshervormingen (op educatief, politiek en juridisch gebied) te eisen. Deze vreedzame demonstraties werden met geweld onderdrukt door de Peruviaanse Nationale Politie, wat op 14 november resulteerde in de dood van twee jongeren, Inti Sotelo Camargo en Jack Brian Pintado Sánchez, en vele zwaar gewonden. Niet alleen had het congres omstreden beslissingen genomen, maar er werd ook een autoritaire regering gevormd. Dank zij de straatdemonstraties bleef ze maar zes dagen bestaan. Maar deze kortstondige regering liet diepe wonden achter.

Bovendien veroorzaakten de incidenten een gevoel van uitputting bij de politieke klasse, geconfronteerd met teenagers en jonge mensen. De “tweehonderdjarige generatie”, een term bedacht door de Peruviaanse socioloog Noelia Chávez, ging de straat op om het land en diegenen die getuige waren geweest van constante corruptie door overheidsfunctionarissen, te verdedigen. Deze generatie zag hoe politici vochten om de buit van het land. Deze generatie zag ook de toenemende ongelijkheid, en een ongrijpbare justitie. Dit laat jonge mensen niet onverschillig. Zij willen gewoon een beter land, en om dat te bereiken gebruiken ze een nieuwe taal en nieuwe ruimten zoals Instagram of Tik Tok om informatie te delen, om te organiseren en zorgen te uiten.

Dat er sprake is van een nieuwe constitutie is geen reden tot bezorgdheid. Er is nood aan debat, want de samenstelling van de maatschappij en de sociale context zijn anders dan die van 1993, toen de grondwet werd opgesteld. Misschien zijn hervormingen nodig, en mogelijk een nieuw sociaal pact, maar eerst en vooral moet er wederzijds respect zijn, en geluisterd worden naar elkaar om duidelijk te stellen wat tot een nieuwe fase zal leiden. Op 28 juli van dit jaar wordt 200 jaar onafhankelijkheid gevierd, en we weten nog niet wie we zijn. Misschien is het tijd om te bouwen aan een nieuwe toekomst voor iedereen.

Start een discussie

Auteurs graag inloggen »

Regels

  • Alle reacties worden beoordeeld door een moderator. Verzend je reactie maar één keer, anders kan deze als spam worden gemarkeerd.
  • Wees respectvol tegen elkaar. Reacties met hatelijke opmerkingen, obsceniteiten en persoonlijke aanvallen worden niet goedgekeurd.