- Global Voices in het Nederlands - https://nl.globalvoices.org -

Tijd om Soedan te schrappen van de lijst van staten die terrorisme sponsoren

Categorieën: Noord-Amerika, Sub-Sahara Afrika, Soedan, Verenigde Staten, Bestuur, Burgermedia, Geschiedenis, Mensenrechten, Ontwikkeling, Oorlog & conflicten, Politiek, Wetgeving, The Bridge

Vrienden komen samen in Khartoum, de hoofdstad van Soedan. Foto via Pikist [1], een royaltyvrije fotodatabase.

(Tenzij anders vermeld verwijzen links in dit artikel naar Engelstalige pagina's).

In april 2019 ontdeed de Soedanese bevolking zich van het militaire regime dat reeds over het land heerste gedurende 30 jaar [2]. Eén van de vele erfenissen van dat regime was onder meer dat het land moest omgaan met het feit dat het op de Amerikaanse lijst stond van landen die terrorisme sponsoren [3].

Het is ondertussen een jaar geleden sinds Soedan een overgangsregering heeft aangesteld, maar de Verenigde Staten zijn nog steeds terughoudend om hen van de lijst te halen. Dit heeft een enorme impact op de economie en de toekomst van Soedan.

Soedan werd in augustus 1993 op de lijst geplaatst, omdat het land onder de toenmalige president, Omar al-Bashir, “internationale terroristische groeperingen ondersteunde [4], inclusief de Abu Nidal Organisatie, Palestine Islamic Jihad, Hamas, en Hezbollah.” De sancties [3] die hierop volgden gaan onder meer over Amerikaanse buitenlandse hulp, financiële restricties, en een ban op de export van defensieproducten. Er zijn ook sancties voorzien voor landen die wel nog handelen in bepaalde goederen met landen die op deze lijst staan.

De huidige overgangsregering in Soedan, die door burgers wordt geleid, beweert dat deze terroristische groeperingen op dit ogenblik niet meer bestaan in het land. Abdalla Hamdok, de eerste minister van Soedan, bevestigde in zijn speech in september 2019 voor de algemene vergadering van de VN dat het ging om daden gesteld door het afgezette regime [5]. Voorlopig blijft Soedan echter nog op de SST lijst (State Sponsored Terrorism) staan en dat heeft zware gevolgen [6] voor het land, onder meer het feit dat de Amerikaanse overheid zich zal verzetten tegen leningen van de Wereldbank of andere internationale financiële instituten. De sancties houden ook recente restricties in op studentenvisa. [7]

Afgelopen augustus bereikte de Soedanese overheid een akkoord [8] met de regering-Trump om “335 miljoen dollar op een geblokkeerde rekening te plaatsen voor de families van slachtoffers van terroristische aanslagen waarbij het voormalige Soedanese regime een ondersteunende rol heeft gespeeld twee decennia geleden. De aanslagen die in het akkoord staan zijn de bomaanslagen van 1998  tegen de ambassades in Kenia en Tanzania [9]en de terroristische aanslag van 2000 tegen de USS Cole [10].” Dit akkoord werd gesteund door Edith L. Bartley [11], een woordvoerder voor de families van Amerikanen die bij de aanslagen zijn omgekomen.

Deze inspanningen kunnen echter in het gedrang komen door enkele slachtoffers van de aanslagen van 9/11 [12] (nl), die stellen dat Soedan ook bij deze aanslagen een rol speelde. Bij de herdenking van de aanslagen deelde de Amerikaanse senator Bob Menendez dit jaar mee dat de onderhandelingen tussen de Verenigde Staten en de Soedanese overheid een “slag in het gezicht [13] zijn van de slachtoffers van de aanslagen van 11 september en hun nabestaanden”. Hij zei daarbij ook dat hij zich zou verzetten tegen elke wetgeving “die de slachtoffers van de aanslagen en hun familieleden niet zou behandelen met het respect en de waardigheid die ze verdienen.”

Deze beschuldigingen hebben echter geen grondslag. Noureldin Sati, de Soedanese ambassadeur in de Verenigde Staten, ontkende deze beschuldigingen, waarbij hij benadrukte dat geen enkele rechtbank die ooit bevestigd had [14]. Sterker nog, het rapport van de onafhankelijke commissie van 9/11 [15] vermeldde, “… noch waren bin Ladens bezittingen in Soedan een bron van geld voor al Qaeda.” Het rapport bevestigde ook dat “wanneer Bin Laden onder druk werd gezet om Soedan te verlaten in 1996, de Soedanese overheid hem blijkbaar onteigend had en beslag had gelegd op zijn rekeningen, zodat hij Soedan verliet met bijna niets.”

Het merendeel van de wetgevers in de Verenigde Staten, van beide partijen, zijn voorstander van het akkoord, maar twee senators verzetten zich ertegen [16], omwille van de bovenstaande reden. Recent heeft de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Mike Pompeo, echter een brief gestuurd ter ondersteuning van het aannemen van het akkoord [17]. In de brief zegt hij dat het akkoord een “eenmalige kans” is om zowel compensatie te verkrijgen voor de vele slachtoffers van de aanslagen, als het ondersteunen van de jonge democratie in Soedan, nadat het land zich had ontdaan van de dictatuur van al-Bashir.

Veel Amerika-experten in Soedan steunen het akkoord, omdat het volgens hen beide landen ten goede komt.

Cameron Hudson, een senior fellow bij de ‘Atlantic Council's Africa Center’, en voormalig stafchef voor de speciale gezant van de VS voor Soedan, schreef een artikel waarin hij stelt dat het Amerikaanse Congress zich moet inzetten om elke obstructie voor het akkoord uit de weg te nemen [18].

David L. Phillips, een senior adviseur en deskundige op het gebied van buitenlandse zaken bij het Amerikaanse departement van buitenlandse zaken en daarnaast ook directeur van het programma over het tot stand komen van vrede en rechten aan het ‘instituut voor de studie van de mensenrechten’ van de Columbia University, waar hij medevoorzitter was van het ‘Twee Soedans [19]‘ project, heeft recent een artikel gepubliceerd waarin hij het akkoord ondersteunt. Hij stelde dat Soedan van de lijst halen ook voordelen inhoudt voor de economie van de Verenigde Staten, omdat Soedan “rijk is aan koolwaterstof [20]. Er valt ook Arabische gom [21] te vinden, die geoogst wordt van Acacia bomen door vrouwencoöperaties in Darfur [22]. Het uitbreiden van de productie van Arabische gom, die vaak gebruikt wordt bij voedselverwerking en de productie van cosmetica, zou een meevaller kunnen zijn voor bedrijven als Coca-Cola, Chobani en Estee Lauder, die nood hebben aan betrouwbare voorraden van Arabische gom van hoge kwaliteit.”

Onlangs nog gebruikten Soedanezen in de Verenigde Staten sociale media om berichten te sturen naar de senatoren die zich verzetten tegen het akkoord [23], waarbij ze vroegen om Soedan van de SST lijst te halen en Schumer en Menendez opriepen om te stoppen met de politisering van de kwestie.

Ondertussen wordt Soedan vandaag de dag getroffen door verschillende ongekende crises, waaronder economische neergang en extreme overstromingen. Vroeg in september riep de huidige overheid de economische noodtoestand uit [24] na een scherpe daling van de wisselkoers, waarbij de inflatie in juli op een hoogte van 143,78 procent stond. Deze harde economische omstandigheden zijn gelijkaardig aan de laatste periode van het regime van al-Bashir en brengen de hele transitieperiode in gevaar.

Het is duidelijk dat ondertussen geen enkele van de redenen waarvoor Soedan vroeger op de SST lijst werd geplaatst nog geldig is en het is noodzakelijk om Soedan van de lijst te verwijderen, voor de stabiliteit en de groei van het land.

Soedan heeft nu een prille democratie die nood heeft aan internationale steun. Het schrappen van Soedan van de SST lijst door de VS is een cruciale stap om de huidige economische crisis aan te pakken. Bovendien zou dit de burgerlijke regering daar versterken, met ongetwijfeld lange termijn voordelen voor zowel Soedan, als de Verenigde Staten.