Benoeming eerste zwarte minister in Israël in een samenleving die worstelt met acceptatie van Ethiopische Joden

Foto van Pnina Tamano-Shata, gebruikt onder licentie CC BY-SA 3.0

Israël heeft zojuist zijn eerste zwarte minister benoemd uit de Falasha-gemeenschap, die bestaat uit Ethiopische Joden. Ondanks dit bemoedigende gebaar blijft deze gemeenschap het mikpunt van discriminatie en racisme.

De pijlsnelle opkomst van Pnina Tamano-Shata

De weg die Pnina Tamano-Shata [nl] die op 1 mei 2020 werd benoemd tot minister van Immigratie en Integratie, heeft afgelegd is opmerkelijk: geboren in Ethiopië in de Falasha-gemeenschap [Beta Israël], bracht ze haar eerste jaren door in een vluchtelingenkamp in Soedan.

Op driejarige leeftijd werd ze samen met 7.000 andere leden van deze gemeenschap naar Israël gerepatrieerd als onderdeel van een geheime militaire transferoperatie die door Tel Aviv werd georganiseerd met steun van Washington tussen 20 november 1984 en 6 januari 1985, beter bekend als Operatie Mozes [en].

Zodra ze zich in Israël heeft gevestigd, integreert ze in de samenleving. Ze studeert rechten en werkt als journalist en advocaat. Ze raakt betrokken bij het maatschappelijk middenveld als ze in 2004 vice-president van de National Association of Ethiopian Students wordt en lid van het uitvoerend comité van Transparency International van 2015 tot 2018.

Ze begint een politieke carrière en wordt gekozen in de Knesset, het Israëlische parlement, waar ze van 2013 tot 2015 de seculiere partij Yesh Atid (‘Er is een toekomst’) [nl] vertegenwoordigt.

Ze kreeg in Israël en in het buitenland erkenning voor haar maatschappelijke en politieke inzet. In 2016 won ze de UNSUNG AWARD 2016, uitgereikt door het Drum Major Institute [en], een Amerikaanse niet-gouvernementele organisatie die strijdt voor mensenrechten en rassengelijkheid.

De inwijding was in mei 2020 toen ze op 2 maart 2020 werd herkozen in de Knesset en vervolgens werd benoemd tot minister van Immigratie en Integratie. Bij deze gelegenheid sprak ze de volgende woorden:

Ik ben verheugd en trots om de functie van minister van Immigratie en Integratie te vervullen. Het betekent voor mij een mijlpaal. De cirkel wordt gesloten voor dat driejarige meisje dat zonder moeder naar Israël emigreerde, tijdens een voettocht door de woestijn; het opgroeien in Israël en in de strijd die ik heb gevoerd en die ik nog steeds voer voor de gemeenschap, integratie, acceptatie van de ander en tegen discriminatie en racisme; tot mijn publieke opdracht binnen en buiten de muren van de Knesset en vandaag tot de status van minister van Immigratie en Integratie.

Immigratie is de ziel en het kloppend hart van de staat Israël. Ik zal me met volle ijver inzetten om immigratie van over de hele wereld aan te moedigen en de hervorming van het immigratiebeleid in Israël te leiden.

De achterkant van de medaille: institutioneel racisme

Zelfs al wil Tamano-Shata optimistisch zijn, de situatie van zwarten in Israël blijft moeilijk. Deze gemeenschap, geschat op meer dan 130.000 leden [nl] of twee procent van de bevolking, blijft namelijk het doelwit van racisme [fr]. Zoals in dit artikel [fr] wordt geschreven, getuigen talrijke schandalen van een wijdverbreid racisme tegen zwarten waarvan Tamano-Shata ook zelf het slachtoffer was:

In 1996 werden tijdens een nationale inzamelingsactie door de Israëlische bloedbank alle bloeddonaties van Ethiopische immigranten weggegooid uit angst voor aidsbesmetting. De Falasha-gemeenschap [Ethiopische Joden] was vernederd en boos en organiseerden een grote protestbijeenkomst in Jeruzalem voor het kantoor van de toenmalige Israëlische premier Peres. De demonstratie mondde uit in botsingen met de politie.

De botsingen veranderden de zaken echter niet. In 2013, toen Tamano-Shata parlementslid was, besloot ze om bloed te doneren tijdens een wervingsactie georganiseerd door Magen David Adom [nl] binnen het parlementsdistrict in Jeruzalem. Een medewerker van deze organisatie (gefilmd en opgenomen met videocamera) legt haar uit dat ‘volgens de richtlijnen van het Ministerie van Volksgezondheid het niet mogelijk is speciaal bloed van Ethiopisch-Joodse afkomst te accepteren’. Het parlementslid protesteerde in een interview op de commerciële televisiezender Israel 10 tegen ‘deze belediging van een hele gemeenschap vanwege zijn huidskleur’.

Een ander groot schandaal dat in 2013 aan het licht kwam, is de gedwongen anticonceptie van Ethiopische vrouwen, zoals in dit artikel wordt verteld:

De regering heeft vijf jaar lang ontkend dat ze een anticonceptiesysteem voor Ethiopische immigrantenvrouwen had opgezet. Ethiopische vrouwen werden gedwongen om een injectie met het anticonceptiemiddel Depo-Provera [nl] te accepteren als ze naar Israël wilden immigreren.

De Vereniging voor Burgerrechten in Israël (ACRI) heeft opgeroepen tot een onderzoek en het stopzetten van deze injecties. De directeur-generaal van het ministerie van Volksgezondheid gaf het bevel deze anticonceptie-injecties te stoppen. Ethiopische Joden of Falasha's zijn Israëlische burgers die lange tijd gescheiden zijn gehouden van andere Joodse gemeenschappen.

Een ander voorbeeld van het geweld en racisme waarvan de Falasha's het slachtoffer zijn is het geval van Damas Pakada, een in Ethiopië geboren Israëlische soldaat van het Israëlisch defensieleger. Op een dag in april 2015 keerde hij naar huis terug in militair uniform om zijn verjaardag te vieren. Hij wordt aangehouden en in elkaar geslagen [fr] door twee politieagenten en zonder enige reden in de gevangenis gegooid. Binnen enkele uren nadat de videobeelden op de nationale televisie zijn uitgezonden, wordt Pakada vrijgelaten uit de gevangenis. De politiemannen zijn gearresteerd op verdenking van buitensporig geweld. Na dit incident gingen Falasha's de straat op om te protesteren [fr]. Damas Pakada kreeg later een militaire onderscheiding en werd ontvangen door premier Benjamin Netanyahu.

Destijds gaf president Reuven Rivlin toe dat de Hebreeuwse staat fouten had begaan [fr] die traumatiserend waren voor Joden van Ethiopische afkomst:

Demonstranten in Jeruzalem en Tel Aviv hebben een open wond blootgelegd in het hart van de Israëlische samenleving. We moeten deze open wond rechtstreeks behandelen. We hebben fouten gemaakt, we hebben onze ogen niet genoeg geopend en we hebben niet goed geluisterd

Ondanks deze schandalen en de verklaringen van Rivlin gaat het anti-Falasha en anti-zwarte racisme door, zoals in juli 2019 werd gerapporteerd [fr] door de Franse vakbondsactivist Pierre Lemaire:

Sinds 1997 zijn elf zwarte Israëliërs omgekomen tijdens een confrontatie met de politie. Volgens de Vereniging van Ethiopische Joden zijn de aanklachten van Israëlisch-Ethiopiërs sinds 2015 met 90% toegenomen en wordt 90% van de jonge zwarte mensen die voor de rechtbank verschijnen veroordeeld, tegen slechts een derde van de andere Israëli's.

Bij de aankondiging van de benoeming van Tamano-Shata als minister deelden veel Israëli's hun gevoelens op sociale netwerken.

Voor professor Chely Lobatón (@chelylobaton) is de aanwezigheid van Pnina in de regering het enige goede nieuws:

Dat Pnina Tamano-Shata de ministerpost van Immigratie en Integratie krijgt, is een van de weinige goede dingen van de nieuwe regering. Het feit dat zij het eerste zwarte parlementslid van Israël is en zelf Ethiopische immigrant, betekent hoop ik een betere toelating van Afrikaanse Joden. https://t.co/zu7U5BCiGO

Igor Delanoë van de Frans-Russische l’Observatoire merkt op:

De ironie wil, schrijft [fr] serpent-libertaire.over-blog.com, dat de vorige minister van Immigratie en Integratie Sofa Landver, Russische van oorsprong, wiens plaats Pnina Tamano-Shata heeft ingenomen, in 2012 zei: ‘Jullie zouden ons moeten bedanken dat we jullie hebben verwelkomd’ in reactie op een eerdere golf van protesten van jonge Israëlische Ethiopiërs.

Start een discussie

Auteurs graag inloggen »

Regels

  • Alle reacties worden beoordeeld door een moderator. Verzend je reactie maar één keer, anders kan deze als spam worden gemarkeerd.
  • Wees respectvol tegen elkaar. Reacties met hatelijke opmerkingen, obsceniteiten en persoonlijke aanvallen worden niet goedgekeurd.