- Global Voices in het Nederlands - https://nl.globalvoices.org -

‘Als je doodgaat, ga je dood: Covid-19 en de heropening van de Jamaicaanse economie

Categorieën: Caraïbisch gebied, Jamaica, Bestuur, Burgermedia, Economie & bedrijfsleven, Gezondheid, Reizen, COVID-19, The Bridge

Floyd's Pelican Bar, Black River, Jamaica. Foto: [1] Karl Stanton (CC BY-NC-ND 2.0 [2]).

De oorspronkelijke versie [3] van dit verhaal werd gepubliceerd op Petchary's Blog.

« If a dirt, a dirt. » [Als je doodgaat, ga je dood].

De psyche van de Jamaicaan heeft een fatalistische kijk op het leven. Soms wordt het punt bereikt waarop mensen hun schouders ophalen en zeggen “Suh it guh” (Zo gaan die dingen).

In dit coronatijdperk is deze neiging naar fatalisme nog sterker geworden. “Dirt” (stof, vuil) verwijst naar de dood. Zoals het bovenstaande spreekwoord suggereert (er zijn nog talloze andere, oude Jamaicaanse spreekwoorden): vroeg of laat gaat iedereen dood. Het maakt niet uit of je doodgaat van de honger, door de economische crisis of het coronavirus. Sommigen zijn het erover eens dat je ‘het risico moet nemen en het virus onder ogen zien. Dat brengt in ieder geval weer geld in het laatje. Als we doodgaan dan gaan we dood.’

Ik heb het gevoel dat de Jamaicaanse overheid een tijdje geleden tot dezelfde slotsom is gekomen en nu de grenzen oprekt. In het beleid van de Jamaicaanse premier Andrew Holness [4] [en] moet nu eenmaal worden gekozen tussen twee kwaden. Er is geprobeerd een balans te vinden tussen levens en levensbehoeften, zoals het coronacliché wil. De bruisende en bloeiende economie van Jamaica, met name de omvangrijke informele economie, kan echter niet voor onbepaalde tijd worden stilgelegd. Misschien zal het leiden tot woede en zelfs rellen. De wanhoop is voelbaar. Ik weet zeker dat politici iedere dag te horen krijgen “Wi hungry!” [We hebben honger!]. Dit is de wrede werkelijkheid. Bovendien liggen de verkiezingen in het verschiet. Het “evenwicht” is verstoord.

De persconferentie in het kantoor van de premier in de nacht van 12 mei was doorslaggevend en kan serieuze gevolgen hebben. Het lijkt erop dat we het punt hebben bereikt waarop de economie kan instorten en met name eenmanszaakjes en micro-ondernemingen failliet gaan. Hoe dan ook, we moeten proberen de beperkende coronamaatregelen weer te versoepelen, uit de lockdown te komen en maar zien wat er van komt. In feite zijn we nooit helemaal in lockdown gegaan, maar kleine en micro-ondernemingen, verkopers, taxichauffeurs en de velen die op of nabij de armoedegrens leven hebben buitensporig geleden.

Dit is de huidige situatie, die snel zal veranderen: de plaatsen waar mensen samenkomen zijn gesloten, met uitzondering van supermarkten en de bijzonder gezegende callcenters. De toeristische sector ligt op sterven, evenals bedrijven die aan deze sector zijn verbonden. Ed Bartlett, minister van Toerisme, zei tijdens de persconferentie dat hij binnenkort een “heropeningsdatum” zal aankondigen. Dit zal uiteraard moeten worden afgestemd op de heropening van onze grenzen. Onze terughoudende regering werd gedwongen om toeristische activiteiten te staken doordat reisorganisaties, luchtvaartmaatschappijen en cruiserederijen voor 95% gesloten blijven.

Er was vijf minuten spreektijd ingeruimd voor het ministerie van Gezondheid en Welzijn, vertegenwoordigd door de raadgevend arts, die zoals gebruikelijk een kalme en heldere uitleg gaf. De rest van de twee uur durende persconferentie werd besteed aan een gedetailleerde uitleg van de premier over de grenzen van het in quarantaine geplaatste gebied op het platteland van St. Mary, in en rondom de stad Annotto Bay; een ingewikkelde uitleg over de avondklok, die minder streng is geworden (vanaf woensdagavond hebben we ‘s avonds twee extra uren vrijheid en ‘s ochtends een extra uur – van 20.00 uur tot 05.00 uur); en de gebruikelijke, gedegen uitleg van de minister van Financiën over regelingen voor verdeling van hulp aan de meest kwetsbare gemeenschappen. Op vragen van journalisten werd nuttige informatie verstrekt en soms ontwijkende antwoorden gegeven.

Na een ontmoeting met kerkelijke leiders kondigde premier Andrew Holness vervolgens aan dat hij heeft besloten om kerken en café's gedurende een proefperiode van twee weken weer open te stellen. In Jamaica zeggen we dat naast iedere kerk een café staat (of vice versa).

Het is duidelijk dat pogingen om sociale distantie op te leggen niet erg succesvol zijn gebleken. Twee plaatsen waar mensen samenkomen om elkaar te ontmoeten zijn kerken en cafés – uiteindelijk de belangrijkste ontmoetingsplekken. Volgens de premier zijn er ten minste 10.000 cafés in Jamaica (en dat is een voorzichtige schatting) en God weet hoeveel kerken er op het eiland staan. Naar horen zeggen 2000 tot 3000, maar het kunnen er ook meer zijn.

Ik zit nog met zoveel triviale – en toch niet onbelangrijke – vragen. Hoe moeten mensen drinken als ze een mondkapje dragen? Sommige cafés hebben een keuken, waar eten wordt bereid en waar mensen gaan zitten om iets te eten. Kunnen mensen de verleiding weerstaan om een spelletje domino te spelen? Zullen kerkgangers elkaar echt niet omhelzen of elkaar de hand schudden? Wie houdt hen tegen, als ze het wel doen? Wie gaat deze duizenden etablissementen controleren en wie gaat de regels handhaven die door menselijk gedrag door het publiek al voortdurend zijn genegeerd?

Op plaatsen zoals markten [5][en] en buiten de kantoren van Western Union [6] [nl] in verschillende plaatsen op Jamaica (overboekingen vanuit het buitenland zijn een levensader voor veel Jamaicanen) komen grote groepen mensen bijeen. En, gebaseerd op wat ik op televisie en tijdens mijn schaarse uitstapjes buitenshuis heb gezien, schat ik dat slechts 30% van de bevolking mondkapjes draagt. En degenen die ze dragen doen het niet op de juiste wijze.

De Jamaicaanse overheid rest nu niets anders dan de Jamaicanen dwingend te adviseren zich verantwoordelijk en respectvol te gedragen en de regels na te leven. Zodat we allemaal leren om “met het Covid-19-virus te leven” en onze levens weer op te pakken. Velen van ons kunnen of willen hier echter niet naar luisteren. Een gedragsverandering is een lang, frustrerend en ook zeer technisch proces. Dat gaat niet zomaar een-twee-drie. Door eenvoudig tijdens een persconferentie, waar waarschijnlijk de helft van de bevolking niet eens naar heeft geluisterd, de bevolking te vertellen dat ze zich moeten gedragen, zal geen effect hebben.

Als de dingen weer eenmaal “zijn geopend” zal alles weer normaal zijn. Ik geloof niet dat het een “nieuw normaal” zal zijn, maar gewoon normaal. We zijn er al bijna.

Er is veel gezegd over het “onder controle houden” van het virus. Beste premier Andrew Holness e.a., ik wil jullie iets zeggen. Een ding dat we wereldwijd hebben geleerd, is dat mensen het virus niet onder controle hebben; het virus heeft ons onder controle. Het enige wat we kunnen doen is proberen om het bij te houden, ons aan te passen, erop te reageren – en soms doen we maar wat en verlaten ons op hoop en gebed. Zelfs president Trump, die echt gelooft dat hij een soort god of koning is, ziet dat het virus in zijn Witte Huis rondwaart – en hij kan er niets tegen doen.

We kunnen allerlei plannen hebben en denken dat we alles onder controle hebben. Maar “de dingen en de tijd zal het leren”, zoals Jamaicanen zeggen.

Laten we nadenken over de tekst op een spandoek dat vandaag buiten het Florida State House tijdens een demonstratie omhoog werd gehouden: “Een lichaam is geen klant”.