Geen water, geen zeep en geen brood: de uitdagingen van daklozen in Brazilië in tijden van pandemie

Nara Gonçalves et son compagnon José Luís portant des masques dans un square de Porto Alegre.

Portret van Nara Gonçalves en José Luís met hun twee honden. De maskers werden hen aangeboden door de daklozenkrant Boca de Rua. Foto: Talita Fernandes.

Tenzij anders aangegeven, verwijzen alle links in dit artikel naar pagina's in het Portugees.

Het Covid-19-virus [en] heeft het ritme van de hele wereld veranderd. Ondanks twijfels over de beste manier om op de uitbraak te reageren, hebben veel landen de wetenschappelijke adviezen opgevolgd en voor sociaal isolement gekozen om de pandemie in te dammen: zoals werken op afstand, sluiting van scholen en thuisisolatie. Maar hoe kunnen mensen die geen dak boven hun hoofd hebben in quarantaine worden geplaatst?

De impact op de armste en meest kwetsbare bevolkingsgroepen is moeilijk in te schatten, maar zou groter kunnen zijn in de grote steden, althans in Brazilië. Zo zijn er in buitenwijken van veel Braziliaanse hoofdsteden constant meldingen van waterschaarste. In het land dat de 7e plaats inneemt op de ranglijst van sociale ongelijkheid, werd met de pandemie de kloof tussen klassen duidelijker.

Als voor daklozen het gebrek aan openbare toiletten om de persoonlijke hygiëne te garanderen al een probleem is, wordt dit helemaal een probleem. Hoe kun je je handen schoon en gedesinfecteerd houden – een essentiële preventieve maatregel – zonder toegang tot water en zeep?

Opvanglocaties zijn berucht vanwege onvoldoende ventilatie, omdat er weinig ramen zijn.Ook zijn er weinig opvanglocaties, wat leidt tot een concentratie van veel mensen in een beperkte ruimte. In Porto Alegre, een gemeente en stad in het zuiden van Brazilië, heeft het gemeentebestuur onlangs de opening aangekondigd van 175 nieuwe opvangplekken voor daklozen tijdens de pandemie. Het gebouw waarop de maatregel betrekking heeft, is echter een bestaand hostel dat via een decreet [pdf] onder gemeentelijk beheer is gevallen.

Porto Alegre [nl], de hoofdstad van de staat Rio Grande do Sul, telt 1.483.771 inwoners, volgens het Braziliaanse Instituut voor Geografie en Statistiek (IBGE). Het gemeentebestuur schat het aantal daklozen rond de 4.000 personen. Naast de kwestie van te weinig opvangplekken, hebben instanties publiekelijk aandacht gevraagd voor effectieve maatregelen om verspreiding van het virus onder daklozen op straat te voorkomen.

Verschillende van deze lokale organisaties hebben een brief [pdf] ondertekend waarin snelle maatregelen worden voorgesteld zoals het openen van bestaande waterkranen op openbare plaatsen (die meestal zijn afgesloten), het leveren van toiletten voor de hygiëne en het openstellen van sporthallen om daklozen  tijdens de quarantaineperiode te huisvesten.

Het perspectief van de mensen die op straat leven

Voor de 40-jarige Anderson Corrêa, die tien jaar op straat leefde in Porto Alegre en nu voor de krant Boca de Rua werkt, is momenteel het belangrijkste dat de overheid investeert in openbare toiletten. Volgens hem zouden ook leegstaande gebouwen en gymzalen beschikbaar moeten worden gesteld en in gereedheid moeten worden gebracht voor het in quarantaine plaatsen van daklozen – met respect voor hun autonomie. Hij sprak telefonisch met Global Voices:

Nem todo mundo quer ficar confinado, tem que respeitar. As pessoas têm que ter o seu direito de ir e vir. Teria que ter gente da saúde para cuidar do local, pessoas da assistência social, e não militares [em cidades do interior do Rio Grande do Sul, como Caxias do Sul, hospitais de campanha erguidos pelo Exército ficam próximos aos pontos de abrigo para pessoas em situação de rua]. Teria que ter pessoas que tenham experiência com pessoas que estão em situação de rua pra tomar conta desses locais e um abrigo para as pessoas que quisessem ficar de quarentena.

Niet iedereen wil zichzelf opsluiten, dat moet je respecteren. Mensen moeten het recht hebben om te komen en te gaan. Medisch opgeleid personeel zou voor hen moeten zorgen, maatschappelijk werkers, en geen militairen [in steden in het binnenland van Rio Grande do Sul, zoals Caxias do Sul, zijn door het leger veldhospitalen opgericht niet ver van de leefplekken van daklozen]. Er zijn mensen nodig die al eerder met daklozen hebben gewerkt om voor deze leefplekken te zorgen en een opvanghuis voor mensen die zichzelf in quarantaine willen plaatsen.

De verhalen van daklozen die zijn geïnterviewd door de krant Boca de Rua – geproduceerd en in Porto Alegre op straat verkocht door daklozen – gaan over moeilijkheden in het krijgen van hulp en het vinden van werk, zelfs vóór de pandemie. Nu, met de angst voor besmetting, is de verkoop bij de verkeerslichten op een kruispunt nog moeilijker geworden, zoals Anderson Corrêa uitlegt:

Eles sabem que o jornal passa pelos moradores de rua e os moradores de rua estão sempre com as mãos sujas. O vírus é muito contagioso, ele pode estar no jornal. Eles não querem nem que o jornal chegue perto do carro.

[De klanten] weten dat de krant van hand tot hand gaat en dat de handen van daklozen altijd vies zijn. Het virus is zeer besmettelijk, dat kun je in de krant lezen. Ze willen niet eens dat de krant in de buurt van hun auto komt.

Maar het sociaal isolement is niet hun enige zorg. Het is moeilijk om hun baantjes in het informele circuit te behouden en om aan eten te komen, door afname van donaties of geldgebrek. Met dit in gedachten heeft de krant een internetabonnement opgezet om de distributie te kunnen continueren en er voor te zorgen dat hun leden in hun levensonderhoud kunnen blijven voorzien. Ze hebben de verspreiding van de papieren krant opgeschort ten behoeve van de veiligheid van de krantenverkopers en de mensen die de krant kopen.

Un homme circule entre les voitures pour vendre le journal Boca de Rua.

Krantenverkoper bij de stoplichten, voor de Covid-19-pandemie. Foto: Charlotte Dafol, gebruikt met toestemming.

Steun van het maatschappelijk middenveld

Vanuit het gezichtspunt van de daklozen in de stad Porto Alegre – opgetekend door Global Voices – is het maatschappelijk middenveld actiever geweest dan de regering in het bieden van hulp. Er werd voedsel en hygiënische producten verstrekt en voor de allerarmsten, wel of niet dakloos, is er een ondersteunend netwerk. Josiane Oliveira, 40 jaar, die al bijna vier jaar op straat leeft, vertelt:

Se não é o pobre ajudar o pobre, a favela ajudar a favela, estava todo mundo morto.

Als de armen de armen niet hadden geholpen, als de favela de favela niet hielp, zou iedereen dood zijn.

Ter illustratie van dit solidariteitsnetwerk in de stad, zijn er de initiatieven zoals  Banho Solidário (solidariteitsbaden), waar water en zeep is om je te kunnen wassen; of het uitdelen van snacks, in samenwerking met de Mouvement national de la population sans-abri du Rio Grande do Sul, Amada Massa, Escola Porto Alegre en het Centre social de rue.

Voor Nara Goncalves, die al minstens een jaar op straat leeft, is het vooral het werk dat het meest is veranderd gedurende de pandemie:

Porque ninguém quer me pegar para faxina. Eu fazia e agora ninguém está me pegando e não estão comprando nosso jornal mais.

Omdat niemand meer wil betalen voor huishoudelijk werk, wat ik hiervoor deed. Maar nu heb ik geen inkomen meer en niemand koopt meer onze krant.

José Luís, 51 jaar, is Nara Gonçalves’ partner. Hij leeft al twaalf jaar op straat en zegt dat hij nog nooit zo'n kritiek moment heeft meegemaakt in zijn levensloop:

Eu já passei por várias dificuldades em termos de doenças contagiosas, tipo doença da vaca louca, gripe do frango e todas outras que apareceram, né? Mas nenhuma me deixou com tanta dificuldade como essa de agora. Porque eu vivo a realidade da rua, né? Eu não estou dentro de uma casa, eu vivo debaixo de uma árvore, numa barraca […] Mesmo vivendo na rua a gente gosta de buscar o nosso dinheiro, mesmo que seja pouco, mas a gente gosta de trabalhar. Eu preferia estar trabalhando hoje na sinaleira do que estar nessa situação.

Ik heb al vaak voor moeilijkheden gestaan in de vorm van besmettelijke ziekten zoals de gekke koeienziekte, de vogelgriep en alle andere epidemieën die er zijn, weet je? Maar geen enkele veroorzaakte zoveel moeilijkheden als deze. Omdat ik op straat leef, snap je? Ik heb geen huis, ik leef onder een boom, in een tent […] Zelfs als je op straat leeft, wil je graag de kost verdienen, ook al verdien je maar weinig, maar je wilt graag werken. Op dit moment, zou ik liever bij de stoplichten willen staan, dan in deze situatie verkeren.

Naast het werken bij de krant, verkocht hij ook flesjes water bij de stoplichten en paste op geparkeerde auto's in de straten van de hoofdstad Porto Alegre. Door het sociaal isolement zijn al deze inkomstenbronnen in gevaar gebracht.

Está difícil, porque não tem carro pra cuidar, nem carros na sinaleira. Dos poucos carros que ainda andam por aí, as pessoas não querem falar com a gente, para preservar a sua saúde, né? É dificuldade total.

A gente procura evitar aglomerações, só vou no mercado quando precisa mesmo, e sobre a questão das mãos, se antes eu lavava as mãos três vezes durante o dia, hoje estou lavando quinze vezes.

Het is moeilijk omdat er geen auto's meer zijn om te bewaken, ook niet bij de stoplichten. De bestuurders van de weinige auto's die hier nog passeren willen niet met ons praten, vanwege hun gezondheid, snap je? Het is een ramp.

We proberen de drukte te vermijden. Ik ga alleen naar de markt als het echt nodig is. En wat het handen wassen betreft: voorheen waste ik ze drie keer per dag, nu vijftien keer per dag.

José Luís vertelt dat hij water heeft gekregen van vriendelijke medewerkers van een winkel, wiens naam hij niet noemt, uit vrees voor represailles van hun baas:

Faz 10 anos que eu cuido [de] carro, faz oito anos que eu trabalho com o jornal, e faz oito anos que eu parei de reciclar. Não desmerecendo o pessoal que recicla, mas é um trabalho diferente. E hoje estou me vendo de novo na condição de reciclador, uma atividade que eu tinha abandonado. De novo, eu tenho que botar a cara no lixo.

Ik werk al tien jaar als bewaker van [geparkeerde] auto's en acht jaar als krantenverkoper. Acht jaar geleden ben ik gestopt met het recyclen van vuilnis. Ik kijk er niet op neer, maar het is een ander soort werk. En nu ben ik weer vuilniszoeker, werk dat ik achter me had gelaten. Opnieuw moet ik mijn neus in de afvalcontainer stoppen.

Noot van de redactie: de auteur is medewerkster van de krant Boca de Rua (Porto Alegre, Rio Grande do Sul) en schreef een masterscriptie onder de titel La rue, substantif féminin : femmes en mouvement et le droit au corps dans la ville (Université fédérale de Rio Grande do Sul).

Start een discussie

Auteurs graag inloggen »

Regels

  • Alle reacties worden beoordeeld door een moderator. Verzend je reactie maar één keer, anders kan deze als spam worden gemarkeerd.
  • Wees respectvol tegen elkaar. Reacties met hatelijke opmerkingen, obsceniteiten en persoonlijke aanvallen worden niet goedgekeurd.