- Global Voices in het Nederlands - https://nl.globalvoices.org -

COVID-19 in het Midden-Oosten: is deze pandemie een gezondheidscrisis of een oorlog?

Categorieën: Midden-Oosten & Noord-Afrika, Bahrein, Egypte, Jordanië, Marokko, Saudi-Arabië, Tunesië, Verenigde Arabische Emiraten, Bestuur, Burgermedia, Censorship, Gezondheid, Humanitair ingrijpen, Ideeën, Media & journalistiek, Mensenrechten, Ontwikkeling, Oorlog & conflicten, Politiek, Rampen, COVID-19

De Egyptische strijdkrachten zijn begonnen met de voorbereidingen voor de inzet in alle Egyptische provincies om de uitbraak van nieuwe het coronavirus (COVID-19) te bestrijden. Screenshot via YouTube [1] Daily News Egypt.

De aanpak om COVID-19  te bestrijden als een “vijand zonder gezicht” – geïntroduceerd door liberale democratieën – weerklinkt nu in de hele regio van het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA).

De Franse president Emmanuel Macron was één van de eerste mondiale leiders die het antwoord op COVID-19 formuleerde als een regelrechte oorlogscampagne. In zijn televisietoespraak over nooit geziene COVID-19 maatregelen gebruikte hij het woord “oorlog” acht keer [2]. Plechtig riep hij op tot een “algemene mobilisatie” en vergeleek gezondheidspersoneel met soldaten die in Wereldoorlog I een “onzichtbare vijand” bestreden.

De eerste minister van het Verenigd Koninkrijk, Boris Johnson, riep zichzelf uit [3] tot hoofd van een “regering in oorlogstijd”, net zoals Donald Trump, president van de Verenigde Staten. [4]

Deze oorlogsretoriek heeft in de MENA-regio de COVID-19 discussie vorm gegeven, en hysterie, angst en polarisatie tussen burgers aangewakkerd. Media, observeerders en politici hebben het militaire karakter verder uitgesponnen door termen te gebruiken als “oorlogseconomie [5]“, “gevecht [6]“, “front [7]“, “uitgaansverbod”, “martelaars [8]” en “gezondheidssoldaten”.

Dit weerspiegelt een globale trend in de richting van oorlogsretoriek die regeringen over de hele wereld toelaat om noodbevoegdheden uit te vaardigen en draconische maatregelen op te leggen die in alle andere omstandigheden onaanvaardbaar zouden zijn.

Strenge lockdowns en uitgaansverboden

In de MENA-regio zijn de gezondheidsdiensten, op zijn zachtst gezegd, overbelast en ondergefinancierd [9]. In vele regio's zijn de gezondheidssystemen vernield door oorlogen of geprivatiseerd.

In tegenstelling tot de meer welvarende landen hebben vele ziekenhuizen in de MENA-regio niet de capaciteit om een groot aantal patiënten te behandelen. Bij een verspreiding van het Coronavirus zouden de gezondheidssystemen heel snel overbelast raken. En dit zou kunnen leiden tot een massa-uitbraak bij alle sociale klassen, inclusief de geprivilegieerde elite.

Tegen gewoonte in werd het mogelijke falen van de gezondheidssystemen publiekelijk erkend, en voerden verschillende MENA-regeringen in een vroeg stadium draconische maatregelen in – ook al was het aantal COVID 19 gevallen nog laag.

Jordanië was op 19 maart één van de eerste landen die een lockdown en uitgaansverbod uitriepen, gevolgd door Marokko op 20 maart, Tunesië op 22 maart en Algerije op 24 maart.

Ook de Golfregio volgde met lockdowns. De Verenigde Arabische Emiraten en Bahrain gingen op lockdown op 26 maart en Saoedi-Arabië, waar naar verluidt honderden leden van de koninklijke familie besmet zijn, volgde op 29 maart.

Landen in de gehele regio dwingen de maatregelen op agressieve wijze af door al wie de lockdownregels niet respecteert, strafbaar te stellen.

Duizenden [10] zijn gearresteerd. “Wie de veiligheidsmaatregelen niet respecteert zal als een misdadiger behandeld worden, want het niet respecteren van maatregelen in de context van een pandemie, is een misdaad,” heeft de Tunesische president Kais Saied gezegd.

Militaire aanwezigheid in de “oorlog” tegen COVID-19

Tunesische soldaten poseren voor een foto. Foto van Dennis Jarvis [11] via Flickr / CC BY SA 2.0 [12].

Terwijl er geen militaire confrontatie of fysieke “gevechten” vereist zijn in de COVID-19 crisis, hebben verschillende regeringen in de MENA-regio hun legers zwaar gemobiliseerd om de “oorlogsinspanningen” te ondersteunen op gebied van logistiek, ordehandhaving en communicatiecampagnes.

Jordanië en Tunesië waren de eerste twee landen die het leger inschakelden [13] om de straten te patrouilleren en de lockdown af te dwingen.

Surrealistische scenes van disproportioneel machtsvertoon doken op. In Tunesië vloog een militaire helicopter op zeer geringe hoogte om een buurtvoetbalmatch te stoppen:

Surreal scene! #Tunisia air force helicopter flying at very low altitude to stop a football match in a neighbourhood # covid19tn

Surrealistische scène! #Tunesische luchtmachthelicopter vliegt op zeer geringe hoogte om een voetbalmatch in de buurt te stoppen # covid19tn

Soldaten in tanks bewaken controleposten tussen steden in Jordanië [18] en Marokko. Militaire vliegtuigen werden gefilmd bij het leveren van medische [19] voorraden.

In Egypte, in een public-relations charme-offensief, poetsten en steriliseerden soldaten [20] de belangrijke wegen van Cairo.

Deze scenes speelden zich soms af onder begeleiding van nationale volksliederen en zwaaiende vlaggen.

Patriottisme en patriarchaat.

In deze oorlogscontext worden helden en schurken gedefinieerd door diegenen die de staat gehoorzamen.

Terwijl gezondheidswerkers “helden” zijn, worden diegenen die regeringsbevelen niet opvolgen – vaak arme mensen die niet kunnen thuisblijven – als schurken, zoniet verraders bestempeld.

In Tunesië verkondigde [21] een gezondheidsvertegenwoordiger van de stad Tataouine, in aansluiting op een rapport over een nieuw COVID-19-geval in zijn kiesdistrict, het volgende: “We zijn in staat van oorlog, en zij die ons niet gehoorzamen zijn verraders”. In een toespraak over voedingstekorten en prijsinflatie die publieke woede uitlokte, noemde de Tunesische president Saied hamsteraars [22] “oorlogsmisdadigers”.

Ook de media hebben de roep naar oorlog en opoffering versterkt met krachtige boodschappen die de bevolking oproepen en overtuigen tot het opvolgen van bevelen.

In een soms kinderachtig betoog dat meer inspeelt op angst dan intentie om te informeren, worden burgers geïnstrueerd om binnen te blijven

In april 2020 herhaalde een Tunesische presentator in het TV-praatprogramma “Adhak Maana” (“Lach met ons”), via Attesia TV [23], de woorden:

It is for your own good.… If you behave yourself well and stay home, you will be able to go out as you used to.”

“Het is voor je eigen bestwil … Als je je goed gedraagt en thuisblijft, zal je weer naar buiten kunnen gaan zoals je gewend bent.”

De meeste televisiezenders in de regio hebben het nieuwe motto “blijf thuis” gepresenteerd als een vaderlandse plicht. Burgers worden aangemoedigd om deel te nemen aan deze “oorlogsinspanning” door overtreders in de gaten te houden en aan te geven.

In Tunesië hebben de autoriteiten gratis nummers en platforms voor sociale media aangemaakt om overtredingen van overheidsmaatregelen te melden.

Het oorlogsverhaal heeft een klimaat gecreëerd van “verzamelen rond de vlag”, waarbij mensen zich scharen achter zogenaamde sterke en besluitvaardige leiders. De analogie met oorlog roept een viriele verbeelding op, bevolkt door mannelijk heldendom, waarbij vrouwen – terwijl ze de meerderheid uitmaken in beroepen en sleutelposities – secundair zijn.

Oorlog zaait verdeeldheid. Is de pandemie een “oorlog”?

De analogie met oorlog werkt een betuttelende, alarmerende toon in de hand, en een taal die verdeeldheid en stigmatisatie uitlokt tijdens de COVID-19 crisis. Het zet mensen ook tegen elkaar op, in plaats van een gevoel van burgerlijke verantwoordelijkheid en solidariteit in de hand te werken.

In Tunesië heeft de angst voor het virus tot extreme toestanden geleid, recent nog versterkt door de begrafenissen van COVID-19 slachtoffers. Locale gemeenten weigerden doden te begraven uit angst [24] dat de bodem gecontamineerd zou raken. Autoriteiten, bijgestaan door het leger, kwamen tussen en verzekerden dat er geen risico voor besmetting door lijken bestaat.

Oorlogstaal verkeerdelijk inzetten om een gezondheidsnoodtoestand te beantwoorden is niet alleen onproductief, het is ook schadelijk voor de sociale cohesie.

Inwoners van Syrië, Yemen of Libië weten maar al te goed wat oorlog betekent – oorlog is chaos en vernietiging. Vele burgers over de hele wereld verheffen hun stem tegen deze strijdzuchtige trend.

In een zeldzame televisietoespraak verklaarde [25] Frank-Walter Steinmeier, de president van de Duitse bondsrepubliek:

No, this pandemic is not a war. Nations do not oppose other nations nor soldiers against other soldiers. It is a test of our humanity. … [This crisis] brings out the best and the worst of people. Let us show others what is best in us.

Nee, deze pandemie is geen oorlog. Naties staan niet tegenover andere naties, soldaten niet tegenover andere soldaten. Het is een test voor onze menselijkheid. … [Deze crisis] brengt het beste en het slechtste in de mens tot uiting. Laten we anderen tonen wat het beste in ons is.