De oorspronkelijke versie van dit artikel is gepubliceerd [en] op Bulatlat, een alternatieve nieuwswebsite in de Filipijnen.
Hoewel openlijke deelname aan een gemeenschappelijke bijeenkomst inderdaad een spannende ervaring is – vooral bij de symbolische uitdrijving van schurken uit de maatschappij – is het een misvatting om de term ‘activisme’ te beperken tot het louter bijwonen van demonstraties tegen de regering.
Achter de Instagramwaardige foto van het stoer uitziende individu met gebalde vuist staat een persoon die zijn of haar trouw aan radicale politiek voortdurend beredeneert en bevestigt. Activisme is een politieke stellingname met als doel om de wereld en – realistischer maar zelden onderkend – het zelf te veranderen. De ruimere betekenis van kritiek is eenvoudig en breed uitgemeten, maar wat moeilijker zichtbaar is te maken is de bijna wonderbaarlijke transformatie van het individu.
Iedereen kan een activistische ervaring kopiëren door deelname aan een politieke actie zonder oprechte betrokkenheid met de zaak, behalve een vluchtige nieuwsgierigheid en het verlangen om mee te doen aan een onconventionele activiteit. Om je met toewijding in te zetten voor echt activisme vraagt echter niets minder dan een complete heroverweging van jouw concept van ‘het zelf’ in relatie tot politiek engagement.
De eerste, essentiële taak van een activist is dus het omvormen van ‘het zelf’. Een grote uitdaging die gepaard gaat met een continu leerproces, het afleren van een specifiek wereldbeeld en een pijnlijk afwijzen van gewoonten en verlangens die nodig zijn om in de moderne wereld te slagen, waarvoor je je opzettelijk moet onttrekken aan de ‘goederendienstverlening’ en ‘het zelf’ onderdompelen in de grassroots [activisme vanuit gemeenschappen].
Intensieve politisering en de ontwikkeling van een maatschappelijk bewustzijn worden soms onterecht beschouwd als het willoos zwichten voor een vorm van hersenspoeling. Maar achter de façade van de stoere, vastberaden jonge activist staat een persoon die voortdurend worstelt met tegenstrijdige gedachten en emoties. Hoe overleef ik deze manier van leven? Ben ik echt bereid om mijn comfortabele leventje op te geven en af te zien van de kans om beroemd te worden en fortuin te maken in de reguliere samenleving? Zijn er alternatieven die minder opoffering vragen?
Zelfs als collectief politiek onderwijs wordt nagestreefd – door studiebijeenkomsten, gemeenschappelijke organisatie en massale acties – is het nog steeds het individu dat uiteindelijk de keuze maakt om verder te gaan en de uitdagingen van het leven van een radicale activist te omarmen. En die ambivalentie duurt zelfs voort nadat iemand het besluit heeft genomen om fulltime activist te worden. Stel je de verwijdering voor van familie, vrienden en de meerderheid die plezier beleeft aan de status quo; de altijd bestaande, verleidelijke en gemakkelijke mogelijkheid om het activisme te verlaten om je oude leventje weer op te pakken en je inspanningen te richten op het bereiken van status en het verwerven materiële rijkdommen.
De verleiding om het radicale activisme te verlaten duikt altijd weer op als de activist op een obstakel in de politiek stuit: het mislukken van een massale demonstratie, de snelle verslechtering van de nationale situatie, het fascisme van de staat en de demoraliserende invloed van partijpolitiek. Daarom is de test van de ware activist het vermogen om niet alleen een reeks doctrines te formuleren, maar ook om de persoon te zijn die altijd komt – en blijft komen – tegen de stroom in en ondanks omwegen – om steeds opnieuw zijn of haar betrokkenheid met radicalisme te bevestigen.
De activist overwint persoonlijke tragedies en hardnekkige twijfels door ‘het zelf’ te versmelten met het collectief volgen van een nieuwe politiek. Het is gemakkelijk om dit te betreuren als een griezelig inlijven van ‘het zelf’ bij een onpersoonlijke macht (de Partij, het Collectief, de Massa's). Dit is echter niet een verlies van ‘het zelf’ maar een opleving van ‘het zelf’ in de context van een massabeweging.
En daar vindt de activist het volgende: een nieuw levensdoel, de filosofische handvatten die nodig zijn om de wereld te zien zoals hij is en hoe hij zou moeten zijn, medestrijders en revolutionairen en een plichtsgevoel om resoluut te handelen. De activistische inspiratie van het verzet van de massa's met als enige eis dat de ketens van armoede, onrecht en andere te voorkomen rampspoed worden verbroken. Met strijdbare boeren en arbeiders als nieuwe leermeesters. Met burgers die weten wat het betekent om wat wij in de Filipijnen noemen simpleng pamumuhay at puspusang pakikibaka, een eenvoudig leven en een harde strijd.
Opeens is het leven van de activist niet meer een opsomming van dagelijkse ontberingen, omdat er nu een besef is dat door deze vijandelijkheden te verduren, het lijden van anderen kan worden verzacht en, belangrijker, de komst van een nieuwe wereld kan worden versneld.
Door de aandacht te richten op het bereiken van een reeks politieke doelen, van schijnbaar onbelangrijke tot strategische doelen, is het gevoel van vervulling van de activist niet verankerd in het tellen van materiële aanwinsten, maar in de holistische groei van massa-organisatie en het besef van persoonlijke strijd – niet door te vluchten en je af te zonderen, maar door in het gezelschap van vreemden die je kameraden zijn geworden, deel te nemen aan de grotere collectieve strijd die als doel heeft om een eind te maken aan onderdrukking.
De activist krijgt het levensbevestigende besef dat zorg voor ‘het zelf’ betekenisloos is zonder de ethiek van een maatschappelijk geëngageerd individu. En dus wordt zijn of haar activisme een cruciale link tussen het populaire mantra van zelfontplooiing en de meer urgente taak om maatschappelijke transformatie te bevorderen.