- Global Voices in het Nederlands - https://nl.globalvoices.org -

Osaka verbreekt de band met zusterstad San Francisco wegens “troostmeisjes”-standbeeld

Categorieën: Oost-Azië, China, Filipijnen, Japan, Zuid-Korea, Burgermedia, Internationale betrekkingen, Mensenrechten, Oorlog & conflicten, Protest, Vrouwen & sekse
san francisco comfort woman statue [1]

Onthulling van het Troostmeisjes-gedenkteken in San Francisco, 22 september 2017. Screencap van KPIX officieel YouTube kanaal.

Osaka heeft haar zusterrelatie met San Francisco in de VS officieel beëindigd [2] [en – alle links] nadat die stad besliste dat het monument “Troostmeisjes” mocht blijven op een plaats die eigendom van de stad is.

Het monument was gemaakt in opdracht van de Alliantie voor Gerechtigheid voor “Troostmeisjes” [3], een maatschappelijke organisatie die de aandacht wil vestigen op het lot van de vrouwen die vanuit heel Azië als seksslaven werden ingezet door het Japanse leger tijdens WO II. Het bestaat uit vier beelden: een Koreaanse, een Chinese en een Filipijnse vrouw, en een overleden vrouw, die vanuit het hiernamaals getuige is van hun lot.

Het monument lokte hevige reacties uit in Japan toen het in september 2017 werd onthuld en zowel gemeentelijke, departementale als centrale besturen [4] uitten officiële protesten tegen San Francisco toen die stad een maand later, als deel van een niet gerelateerde transactie het terrein aankocht [5]. Yoshimura Hirofumi, de burgemeester van Osaka, dreigde ermee [6] de zusterbanden tussen de twee steden te verbreken indien het monument niet van het terrein verwijderd werd, of indien de opschriften niet werden aangepast.

Op 2 oktober 2018 voerde hij het dreigement daadwerkelijk uit, met een begeleidende brief van 10 bladzijden [7] gericht aan London Breed [8], de burgemeester van San Francisco, waarin hij een waslijst aan redenen voor de breuk opsomt, vaak vetgedrukt en onderstreept.

Zo klaagt hij erover dat de opschriften op het monument “onzekere en eenzijdige zaken voorstellen als historische feiten”, ook beweert hij dat er onder historici meningsverschillen bestaan over het aantal “troostmeisjes” dat ingelijfd werd en de mate waarin het voormalige Japanse leger hierbij betrokken was.

Hoewel Yoshimura weliswaar de betreurenswaardige behandeling van vrouwen in de oorlog erkent, vindt hij toch dat Japan er onterecht “uitgepikt” wordt:

[…] Deze kwestie mag niet behandeld worden als betrof het uitsluitend het Japanse leger. Zolang de wijdverspreide seksuele oorlogsmisdrijven van andere landen dan Japan niet openlijk erkend worden, zullen wandaden uit het verleden die de hele wereld onder ogen moet zien, ongestraft blijven en zullen die schendingen in andere delen van de wereld niet ophouden.

De burgemeester van San Francisco, London Breed, antwoordde niet rechtstreeks op de brief, maar legde wel een verklaring [9] af over Osaka's beslissing de banden te verbreken:

Een burgemeester kan niet unilateraal de verwantschap die tussen de bevolking van onze twee steden bestaat verbreken,  en al helemaal niet als die verwantschap al 60 jaar duurt. Wat ons betreft blijft die Zusterstadband tussen San Francisco en Osaka bestaan omwille van de verbondenheid van onze inwoners, en San Francisco kijkt ernaar uit de verwantschap die onze twee geweldige steden met elkaar hebben nog te versterken.

“Japan moet zich nog altijd oprecht verontschuldigen”

San Francisco Comfort Women Memorial, as of February 2018 [10]

Het Troostmeisjes-gedenkteken in San Francisco, februari 2018. Ka-cw2018/Wikimedia, CC BY-SA 4.0

Vrouwen die ingelijfd en tot slavin gemaakt werden door het Japanse leger werden eufemistisch ianfu (troostmeisjes) genoemd in het Japans, en zijn al lang een bron van politieke controverse.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden minstens 200.000 vrouwen van meer dan tien landen over heel Azië door het Japanse Keizerlijke Leger gedwongen tot seksuele slavernij [11]. (De Verenigde Staten gebruikten een gelijkaardig netwerk van bordelen tijdens hun bezetting van Japan van 1944 tot 1952.)

Osaka zelf is de thuisbasis van heel wat inwoners van Koreaanse afkomst, en Yoshimura [12]‘s voorganger, de populistische nationalist Hashimoto Toru, stond bekend om het uitlokken van diverse polemieken [13], zoals zijn bewering in 2013 dat troostmeisjes een “militaire noodzaak [14]” waren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Sinds 2011 is Yoshimura [12], een 41-jarige voormalige advocaat, zelf ook betrokken bij de populistische politieke beweging [15] op lokaal en nationaal niveau.

Het was de bedoeling dat een akkoord [16] tussen de Japanse en Zuid-Koreaanse regeringen eind 2015 “eindelijk en onomkeerbaar” [17] de kwestie van de troostmeisjes zou oplossen, maar het leidde evenwel tot massale protesten in Zuid-Korea.

Ondertussen werd tegen Park Geun-hye, de Zuid-Koreaanse president die het akkoord ondertekende, de afzetprocedure ingezet. Hij moest aftreden en belandde uiteindelijk in de gevangenis wegens corruptie (los van de troostmeisjeszaak).  Zijn opvolger, Moon Jae-in, verklaarde [18] dat Japan zich alsnog oprecht moet verontschuldigen en moet erkennen dat “troostmeisjes” systematisch tot slaaf gemaakt en uitgebuit werden tijdens de oorlog.

Het is niet alleen het monument in San Francisco dat polemiek uitlokt. Activisten voeren al drie jaar tevergeefs [19] een gevecht om een gelijkaardig monument [20] te verwijderen in Glendale, Californië. In Manila werd een standbeeld verwijderd zogezegd omwille van infrastructuurverbeteringen [21], hoewel de verwijdering er pas kwam na officieel protest van de Japanse regering [22]. De Japanse regering heeft ook protest aangetekend tegen een “vredesstandbeeld [23]” dat werd opgetrokken tegenover [24] de Japanse ambassade in Seoul, Zuid-Korea.

 

In dit artikel werd research van Eric Johnston [25] verwerkt.