- Global Voices in het Nederlands - https://nl.globalvoices.org -

Facebook Myanmar erkent te late en inadequate reactie op haatzaaien

Categorieën: Oost-Azië, Myanmar (Birma), Burgermedia, Media & journalistiek, Oorlog & conflicten, Politiek, Technologie, Vrijheid van meningsuiting, Wetgeving, GV Advocacy

[1]

“Een monnik fotografeert de heilige Shwedagon Pagoda in Yangon, Myanmar.”Foto en onderschrift Remko Tanis. Flickr photo, (CC BY-NC-ND 2.0)

In een verklaring [2] op 15 augustus 2018 heeft Facebook in Myanmar erkend dat ze te laat en inadequaat heeft gehandeld over het voorkomen van haatzaaien, verspreiden van misleidende informatie en nepnieuws.

Het etnische geweld in Myanmar is weerzinwekkend en we zijn te laat geweest met het voorkomen van misleidende informatie en haatzaaien op Facebook.

Waarom heeft Facebook gefaald bij het voorkomen en verspreiden  van misleidende informatie in Myanmar:

In Birma wordt slecht nieuws zoals haatzaaien en het verspreiden van misleidende informatie vaak niet via de media gemeld. Dit komt door het gebrek aan objectieve verslaggeving, technische tekortkoningen en te weinig affiniteit met de plaatselijke politiek.

Tijdens zijn optreden in de Senaat in de Verenigde Staten in april 2018, gaf Facebook CEO Mark Zuckerberg hoog op over de vooruitgang die werd gemaakt bij het bestrijden van misleidende informatie, het verspreiden hiervan en het stoppen van haatzaaien in bijvoorbeeld Myanmar.

Zes maatschappelijke burgerorganisaties tekenden [3] een brief waarin ze Zuckerberg's claim dat Facebook adequaat reageert op misstanden als volkomen bezijden de waarheid”  [4]bestempelen. Zuckerberg bood echter snel zijn excuses [5] aan en beloofde plechtig groepen die via Facebook religieus geweld en discriminatie in Myanmar verkondigden, aan te zullen pakken.

De laatste jaren is in Myanmar het gebruik van Facebook enorm toegenomen. Dit heeft echter ook geleid tot het op grote schaal verspreiden van nepnieuws, haatzaaien en andere vormen van misleidende informatie onder moslim-minderheden [6], speciaal de stateloze Rohingya-populatie.

Hardline Boeddistische groeperingen werden beschuldigd van het verspreiden van haat en onverdraagzaamheid dat heeft bijgedragen aan gewelddadige conflicten, verdrijving van moslim-inwoners in de Staat Rakhine en de toename van online vervolgingen tegen minderheden.

De regering in Myanmar weigert [7] de Rhohngya te erkennen als een van de etnische groeperingen in het land en beschouwt ze als illegale immigranten.

Al vóór de getuigenis van Zuckerberg in de Amerikaanse Senaat, hebben officials van de Verenigde Naties Facebook verantwoordelijk gehouden voor haar nalatigheid om haatzaaien in Myanmar tegen te gaan.

Marzuki Darusman, voorzitter van de Independent International Fact-Finding Mission in Myanmar, rapporteerde [8] op 12 maart:

Haatzaaien en aanzetten tot geweld op sociale media is ontoelaatbaar, vooral op Facebook. Het is wijdverbreid en grotendeels oncontroleerbaar.

Yanghee Lee, de speciale rapporteur over mensenrechten in Myanmar, vertelde [9] deelnemers op de 37e zitting van de VN-raad voor de rechten van de mens:

Het niveau van haatzaaien, speciaal op sociale media, heeft een verstikkend effect bij het openlijk kunnen uiten van gevoelige en impopulaire opvattingen.

Een recente update [10] door Facebook over de laatste vijf maanden toont hoe Facebook haatzaaien en het verspreiden van nepnieuws door middel van speciale programma's [11] heeft benaderd:

In het tweede kwartaal van 2018 hebben we op Facebook pro-actief ongeveer 52% aan haatzaaierij in Myanmar geïdentificeerd en verwijderd.

Vanaf juni 2018 analyseerden ruim 60 taalexperts in Myanmar de inhoud van Facebook en einde dit jaar zijn dit er minstens 100.

Wij identificeerden posts met mogelijke bedreigingen van geweld in Myanmar. De posts werden verwijderd en doorgespeeld naar burgerlijke autoriteiten om ze te informeren over eventueel te verwachten geweldsuitingen.

Een dag nadat persbureau Reuters een speciaal artikel publiceerde [12] over de onbetrouwbare [13] bronnen waar Facebook aan refereerde, kwam Facebook met een update waarmee het de klachten over haatzaaien in Myanmar probeerde op te lossen. Reuters identificeerde ook bijna 1.000 posts met haatzaaien die in de eerste week van augustus nog op Facebook konden worden geplaatst.

Nu Facebook eindelijk erkent dat er een link is tussen online haatzaaien en geweld tegen minderheden in Myanmar, moet nog worden afgewacht in welke mate de verspreiding stopt. Voor maatschappelijke- en andere mensenrechtenorganisaties is het in ieder geval een aanmoediging om Facebook en andere digitale platforms nog meer onder druk te zetten om een halt toe te roepen aan de publicatie en verspreiding van misleidende informatie in Myanmar en elders in de wereld.