Op het eiland Java in Indonesië speelt Wajang kulit, dat ook wel Wajang purwa wordt genoemd (een schimmenspel met gebosseleerde leren stokpoppen), een belangrijke rol in de maatschappij. Wajangspelen worden uitgevoerd tijdens koninklijke gelegenheden, huwelijksceremonies en andere belangrijke gebeurtenissen. Vaak worden in wajangspelen hindoe-epen [heldendichten] uitgebeeld, zoals de Ramayana en de Mahabharata. Voor de komst van het boeddhisme, de islam en het christendom, was Java namelijk een overwegend hindoeïstisch rijk.
In de jaren zestig vatte Timotheus Wignjosoebroto, lid van de Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria [Latijn: Congregatio Fratrum Immaculatae Conceptionis Beatae Mariae Virginis (FIC)], het idee op om preken uit de Bijbel te integreren in wajangvoorstellingen. En zo was Wajang wahjoe geboren. In Javaans betekent wahjoe openbaringen.
Onder de jongere generatie is de bekendheid met het wajangspel de laatste jaren afgenomen. Zij kijken liever naar Instagram dan naar heldendichten die door een meesterpoppenspeler (dalang) breedvoerig worden uitgebeeld. Een jonge poppenspeler is echter vastbesloten om de kennis van het vertellen van Bijbelverhalen met Wajang wahjoe te bewaren.
Indra Suroinggeno is een poppenspeler die de Bhuana Alit workshop heeft opgericht. Hij geeft les aan jonge Javanen om de traditie van Wajang wahjoe in ere te houden en te promoten.
In een interview met deze schrijver vertelde de poppenspeler over zijn werk en de toekomst van de kunst van Wajang wahjoe.
Global Voices (GV): Kun je onze lezers iets vertellen over Wajang wahjoe en waarin het verschilt met andere wajangspelen?
Indra Suroinggeno (Suroinggeno): In Indonesië bestaan er veel vormen van wajang: Wajang Kulit (met gebosseleerde leren stokpoppen), Wajang klithik (met tweedimensionale houten stokpoppen), Wajang beber (wajang poppenspel waarbij voorstellingen op een lange rol textiel of papier van boombast zijn geschilderd), Wajang golek (met driedimensionale houten stokpoppen). Wajang wahjoe stokpoppen zijn gemaakt van leer, geïnspireerd op de gebosseleerde leren pop, maar in plaats van de traditionele karakters, gebruiken we de karakters van Jezus en de heiligen om Bijbelse verhalen te vertellen. We gebruiken eenvoudiger muziekinstrumenten zoals de saron gamelan (xylofoon-achtig instrument gemaakt van brons), de kendang (traditionele trommel), de gejog lesung (een grote vijzel die op boerderijen wordt gebruikt om rijstvliezen te verwijderen) en de gambang (xylofoon-achtig instrument van hout).
GV: Kun je ons iets vertellen over de geschiedenis van Wajang wahjoe?
Suroinggeno: Wajang kulit wahjoe verscheen voor het eerst in 1960, op initiatief van broeder Timotheus. Als missionaris wilde hij in de eerste plaats het christendom verspreiden en hij wist dat vooral Javanen gevoelig zijn voor het wajangspel. Hij veranderde het wajangspel van een eenvoudige voorstelling naar een betekenisvol en educatief poppenspel over het leven. Na verloop van tijd nam de populariteit van Wajang wahjoe af. Veel (Javaanse) katholieken weten niet eens dat het bestaat. Daarom zijn we een Wajang wahjoe workshop gestart. We wilden via het wajangspel de geest van compassie van Jezus bekend maken bij het publiek.
Veel Javanen praktiseren kejawen, voorvaderlijke geloofsovertuigingen, vermengd met verschillende religies zoals de islam, het boeddhisme, hindoeïsme en christendom.
Suroinggeno vertelde GV dat Wajang wahjoe een voorbeeld is van het syncretisme van de Javaanse cultuur en het katholicisme.
Suroinggeno: Mijn katholieke doopnaam is Fransiscus Asisi Trias Indra Setiawan, maar ik praktiseer kejawen. Mijn grootvader was een Shiva-boeddhist. Voor ons, is God onmetelijk, de transcendentie van de verschillende geloven in de wereld. Wij (de Javanen) staan open voor nieuwe religies.
GV: Jouw workshop heet Bhuana Alit. Kun je omschrijven wat dat betekent?
Suroinggeno: Bhuana Alit Bhuana Agung. Yin en Yang. Microkosmos, macrokosmos. In bhuana alit, ons voorvaderlijk geloof, huist God in onze ziel. Het is een filosofie. Ik noem de workshop Bhuana Alit omdat bhuana de wereld betekent en alit klein of kinderen. Bhuana Alit betekent de wereld van kinderen, omdat we ons in de eerste plaats richten op het opleiden van de toekomstige generatie dalangs.
GV: Voor welke uitdagingen staat Bhuana Alit op dit moment?
Suroinggeno: We hebben niet veel docenten. In het verleden werkten we samen met het Indonesian Art Institute (ISI), mijn alma mater [het instituut waar Suroinggeno zijn opleiding heeft genoten], die onze jongeren opleidt. Bovendien stuurden ouders na verloop van jaren hun kinderen niet meer naar de dalangopleiding, zodat ze zich op school kunnen concentreren. Regulier onderwijs staat natuurlijk voorop.
Suroinggeno vertelde GV dat om zijn vaardigheden als poppenspeler te verfijnen, hij binnenkort naar Habirandha gaat, de oudste dalangschool van Yogyakarta, opgericht door de voormalige Sultan Hamengku Buwono VII van Yogyakarta.
GV: Wat is jouw visie voor de workshop?
Suroinggeno: Het is mijn droom dat Wajang wahjoe op een dag een groter publiek bereikt en niet beperkt blijft tot de kerkgemeenschap.
Wajang werd in 2003 opgenomen in de lijst van immaterieel en cultureel erfgoed van de UNESCO. Het verliest aan populariteit, maar inspanningen om het te bewaren zoals de workshops die door de groep van Suroinggeno worden georganiseerd, geven hoop voor de toekomst van deze kunst.