- Global Voices in het Nederlands - https://nl.globalvoices.org -

Kritiek op lokale berichtgeving over onrust in Tunesië

Categorieën: Midden-Oosten & Noord-Afrika, Tunesië, Burgermedia, Media & journalistiek, Politiek, Protest, Werk
Een Tunesische demonstrante houdt een bord omhoog met de tekst: Vijf jaar na de revolutie!!! Tunesië??? Foto: Nawaat [1]

Een Tunesische demonstrante houdt een bord omhoog met de tekst: Vijf jaar na de revolutie!!! Tunesië??? Foto: Nawaat [1]

Er is kritiek op de berichtgeving in lokale media over de recente demonstraties voor werk [2] in Tunesië.

De protesten, waarmee werd gevraagd om banen en ontwikkeling van arme regio's, begonnen op 17 januari in Kasserine, in het westen van het land, en verspreidden zich vervolgens naar verschillende andere provincies. Op maandag ging het protest door in verschillende regio's in het binnenland, waaronder Kasserine en Sidi Bouzid, waar eind 2010 de opstand begon die een eind maakte aan het regime van dictator Zine el Abidine Ben Ali.

Hoewel de protesten grotendeels vreedzaam verliepen, was er ook sprake van plunderingen en vandalisme, waarop de regering vanaf 22 januari een avondklok instelde. Hoewel de demonstranten die daden afwezen, hebben de media zich alleen daarop gericht en onvoldoende bericht over de eisen van de demonstranten, zeggen critici.

Journalist Wajd Bouabdallah, die twittert als Tounsia Hourra (Vrije Tunesiër), zei tegen haar 113.000 volgers op Twitter:

De Tunesische mainstream media berichten niet meer over de eisen van de demonstranten, maar alleen over het aantal mensen dat de avondklok negeert en over vandalisme en plunderingen. Dat is precies wat sommige mensen willen.

Ze plaatste een link naar een bericht op haar Facebook-pagina waarin ze meer uitleg geeft:

Sinds twee dagen berichten de Tunesische media niet meer over de eisen van de demonstranten. Nu brengen ze nieuws over het aantal mensen dat de avondklok negeert en over vandalisme en plunderingen. Dat is precies wat veel mensen willen.

Het is verbijsterend hoe de massa in de val trapt.

Ja, er wordt geplunderd en er is vandalisme, maar de maatschappelijke protesten hebben niets te maken met de bendes die bekend zijn bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Er waren ook plunderingen in de nacht waarin Ben Ali op de vlucht sloeg. We hebben allemaal de verschillende soorten Tunesiërs gezien: de eerlijke revolutionairen en de sluwe dieven die winkelcentra en winkels plunderden zodra de veiligheidstroepen waren verdwenen. We zagen zelfs huisvrouwen dat doen. We zagen de Tunesiërs van hun slechtste kant. Werklozen zijn op zoek naar eerlijk werk, niet naar een schroevendraaier om een winkeldeur uit zijn scharnieren te lichten.

In Tunesië zijn er mensen die werkloos zijn en honger hebben. Niet alleen in het binnenland, maar ook in de hoofdstad. Hoofdredacteuren van kranten: nieuws over mensen die van het rechte pad afwijken hoort thuis op de rechtbankpagina. Nieuws over demonstrerende werklozen moet op de voorpagina staan.

Raja voegde toe:

Aan onze Arabische broeders: de media overdrijven, geloof ze niet. Ja, er is een avondklok in Tunesië, maar de situatie is niet zo gevaarlijk als jullie denken

Moez Benja, een activist uit Redeyef – een arme mijnstad ondanks de rijkdom aan grondstoffen – twitterde op 22 januari:

Tunesische media negeren volledig de eisen van jongeren en richten zich op de schade en de vernielde gebouwen. Goed gespeeld!

In een andere tweet deelde hij deze cartoon van de Italiaanse cartoonist en illustrator Marco Marilungo. In de cartoon berichten mediaploegen over een vandaal, maar negeren ze een grote menigte vreedzame demonstranten.

Dit zegt alles.

Het landelijke journaal dat elke avond om 8 uur wordt uitgezonden, kreeg ook kritiek.

De vanuit Tunesië werkende Franse journalist Benoît Delmas merkte op:

Als je naar het journaal kijkt, zie je geen werkloosheid en armoede. Een trieste achteruitgang.

Journalist Thameur Mekki, die schrijft voor Nawaat.org, analyseerde de berichtgeving over de protesten in Kasserine in het landelijke journaal van 19 januari. Zijn conclusie [16]:

Durant les 13 minutes consacrées aux contestations à Kasserine, les pouvoirs législatif et exécutif se sont exprimés alors que les principaux acteurs, les diplômés chômeurs, sont restés en sourdine. De quoi rappeler que les médias du service public, la Watania 1 en l’occurrence, ne se sont toujours pas débarrassés des séquelles de la mainmise du pouvoir politique sur les rédactions tout au long des décennies de la dictature. Du moins, ils n’ont toujours pas coupé le cordon ombilical qui les lie au Palais de la Kasbah et à la bâtisse grise de l’avenue Bourguiba.

In de 13 minuten die waren gewijd aan de protesten in Kasserine kwamen de wetgevende en uitvoerende macht aan het woord. De hoofdpersonen, de werkloze afgestudeerden, kregen geen stem. Het is duidelijk dat de publieke media, in dit geval Watania 1, nog last hebben van de na-effecten van de dominantie van de politieke macht over de nieuwsredacties gedurende tientallen jaren van dictatuur. Ze hebben in ieder geval nog niet de navelstreng doorgeknipt waarmee ze vastzitten aan het Kasbah-paleis [het kantoor van de premier] en het grijze gebouw op de Avenue Habib Bourguiba [het ministerie van Binnenlandse Zaken].

De kritiek kwam op op het moment dat president Beji Caïd Essebsi Tunesische en buitenlandse media ervan beschuldigde de “situatie aan te wakkeren” door een stem te geven aan mensen die “het erger maken”. Hoewel hij dat niet expliciet zei, verwees hij naar zijn politieke tegenstander en voormalig interim-president Moncef Marzouki, die verscheen op de internationale nieuwszender France24 uit Parijs. In dat televisie-interview riep Marzouki op tot vervroegde parlementsverkiezingen en de vorming van een regering van nationale eenheid.

Rana Jawad voegde toe:

Tunesische president zegt vanavond in televisietoespraak dat media en sommige politieke partijen ‘olie op het vuur gooien’. Hij roept mensen op de situatie te respecteren.

En sommige lokale media reageerden op de oproep van Essebsi. De editie van 24 januari van het dagblad La Presse bracht nieuws over de regeringspartij Nidaa Tounes en een bijeenkomst van de coalitiepartijen ter ondersteuning van de regering, en over oproepen aan de media om “de stabiliteit van het land te bewaren”.

La Presse in het paars ter ere van de partij, de zoon [van Essebsi] en de regering. [Paars is de kleur van de vlag van de partij van Ben Ali en wordt vaak gebruikt om regeringsgezinde media te beschrijven.]