Waarom worden zo veel milieuactivisten vermoord?

Monks in Cambodia rest during a 25km night march through the jungle to voice their anger over environmental destruction in their country. Photo by photojournalist and Flickr user Luc Forsyth. CC-BY-NC-SA 2.0

Monniken in Cambodja rusten gedurende een nachtelijke tocht van 25 kilometer door de jungle om hun woede te uiten over de vernietiging van het milieu in hun land. Foto van Luc Forsyth, fotojournalist en gebruiker van Flickr. CC-BY-NC-SA 2.0

Dit artikel, geschreven door Mike Shanahan [en], werd oorspronkelijk gepubliceerd op Ensia.com [en], een tijdschrift dat internationale oplossingen voor actuele milieuproblemen onder de aandacht brengt en wordt hier opnieuw gepubliceerd volgens een overeenkomst om de inhoud van het artikel te delen.

Jeannette Kawas was een boekhoudster van wie het waardenconcept breder was dan om het even welke balans. Geen enkel cijfer kon voor haar de natuurlijke rijkdom vastleggen die ze zag in de wouden, rivieren, stranden en mangrovemoerassen van Punta Sal, dichtbij haar geboortestad Tela in het noorden van Honduras.

In de jaren 1980 wilden veeboeren, projectontwikkelaars van vakantieoorden en houthakkers allemaal een segment van dit landschap. Naarmate hun honger toenam, stichtte Kawas een milieuorganisatie [es], PROLANSATE, om het land te beschermen en in 1994 overtuigde de organisatie de regering om toestemming te geven om er een nieuw nationaal park te creëren en te beheren. 

Binnen drie maanden gaf PROLANSATE een andere naam aan Punta Sal National Park als eerbewijs voor de oprichtster die doodgeschoten werd in haar huis op 6 februari 1995. Jaren later luidde een arrest [en] van het Inter-Amerikaanse Hof voor de rechten van de mens dat Kawas’ werk ter bescherming van het milieu tot de moord had geleid.

Wereldwijde strijd

Kawas was een slachtoffer van een in de media grotendeels onvermelde oorlog die twee decennia later nog steeds over de hele wereld woedt. De slachtoffers ervan zijn vrouwen en mannen die door vreedzame acties hun lokale milieu beschermen tegen vervuilers en mijnwerkers, gronddieven en houthakkers. Volgens een rapport [en] dat in april 2014 gepubliceerd werd door Global Witness [en] werden in het afgelopen decennium bijna 1.000 dergelijke activisten in 35 landen vermoord.

“Dit rapport is goed om de mensen te waarschuwen voor de naderende trieste werkelijkheid”, zegt Alfredo Quarto, uitvoerend directeur van het Mangrove Action Project, die moorden op activisten en gemeenschapsleiders die in de weg stonden van garnalenkwekers gedocumenteerd heeft. “Gedurende een periode van vijf jaar in de jaren 90 werden meer dan 100 leden van de lokale gemeenschap en activisten vermoord omdat ze protesteerden tegen inbreuken gemaakt door garnalenkwekerijen en het verlies van mangrovebossen in Bangladesh. Gelijkaardige rapporten van vermoorde gemeenschapsleiders die in de weg stonden van garnalenkwekers komen van Thailand, Indië, Honduras, Ecuador en Brazilië.”

Het aantal moorden wereldwijd is de laatste jaren gestegen: in 2012, het laatste jaar waarvoor er betrouwbare cijfers bestaan, waren het er bijna drie per week.

Voor de berekening van het aantal slachtoffers doorzochten onderzoekers van Global Witness honderden geloofwaardige, gepubliceerde en openbare bronnen. Ze namen enkel zaken op waarin de naam van het slachtoffer vermeld was, de aard en de datum van het overlijden evenals zaken waarin er een duidelijk verband bestond tussen de moord en het milieu of eigendomsrechten. Alice Harrison, een adviseur bij Global Witness, stelt dat de cijfers het probleem onderschatten omdat het niveau van verslaggeving erbarmelijk is, vooral in Afrika.

Het aantal moorden wereldwijd is de laatste jaren gestegen: in 2012, het laatste jaar waarvoor er betrouwbare cijfers bestaan, waren het er bijna drie per week. Harrison zegt dat het onwaarschijnlijk is dat de controle voldoende gestegen is om de toename van de gerapporteerde sterfgevallen te verklaren en dat de werkelijke verklaring een nog snellere race is om te profiteren van steeds schaarser wordende grond en middelen.

Volgens het rapport is de vraag van de consument de oorzaak van de wedloop om te profiteren, vooral de vraag naar elektronische goederen, tropisch hout, vlees, olie en — dankzij de alomtegenwoordigheid van palmolie [en] in huidige producten — zelfs alledaagse dingen zoals tandpasta en pindakaas. Geld, corruptie en een cultuur van straffeloosheid dragen eveneens bij tot het probleem.

Toevallige helden

“Geweld is vaak het resultaat van het op korte termijn op grote schaal verzilveren van exportopbrengsten door machtige elites,” zegt Oliver Courtney, een hoofdcampagnevoerder bij Global Witness. “Dit probleem heeft haar wortels op onze werkvloer en in onze woonkamers. De toenemende druk op de middelen, die tot conflict en moord leidt, is een product van overconsumptie, over het algemeen in de rijke wereld, en stimuleert de vraag naar goedkope producten.”

“Veel van hen die vermoord zijn, waren ‘toevallig’ mensenrechtenverdedigers,” zegt John Knox, een professor internationaal recht aan de universiteit Wake Forest en onafhankelijk expert op het gebied van mensenrechten en milieu [en] van de Raad voor de rechten van de mens van de Verenigde Naties. “Ze raakten erin betrokken omdat het hun eigen grond was, hun eigen bossen, hun eigen water dat ze verdedigden.”

Wanneer dergelijke personen proberen te protesteren, kunnen ze te maken krijgen met bedreigingen, geweld, onrechtmatige opsluiting en zelfs de dood.

“Het is echt jammer dat de strijd zo partijdig is,” zegt Knox. “Aan de ene kant zijn er de uiterst krachtige economische belangen. Aan de andere kant gaat het om mensen die vaak aan de rand van de maatschappij leven, personen die geen bondgenoten hebben en die niet goed weten wat er gebeurt. Vaak komen ze er pas achter dat ze onderworpen zijn aan een regeringsbesluit wanneer de bulldozers arriveren, de bomen beginnen om te vallen of wanneer ze van hun land verjaagd worden.

Wanneer dergelijke personen proberen te protesteren, kunnen ze te maken krijgen met bedreigingen, geweld, onrechtmatige opsluiting en zelfs de dood. In ongeveer 1 procent van de moorden die door Global Witness gedocumenteerd zijn, is de moordenaar voor het gerecht gekomen, veroordeeld en gestraft.

“Er is een schreeuwend gebrek aan politieke wil,” zegt Harrison. “Sommige moorden zijn uitgevoerd in opdracht van politieke actoren of bedrijven uit de private sector die banden hebben met politici. Over sommige moorden was er geen berichtgeving en werden ze niet opgevolgd. Er is angst voor represailles.” In de zaak van Jeannette Kawas bevatten verscheidene verslagen van overheidsinstanties, waaronder één van het kantoor van de procureur-generaal, aantijgingen die vermeldden dat leden van de staatsveiligheidstroepen bij haar moord betrokken waren. Maar niemand werd voor de rechter gebracht of veroordeeld.

In 2013 maakte een studie een schatting dat het Nationaal Park van Jeannette Kawas ecologische goederen en diensten verschaft ter waarde van 46 miljoen $ per jaar [es]. Dat is bijna een miljard dollar winst sinds de oprichting van het park in 1994. Indien Kawas 20 jaar geleden gewapend was met deze cijfers zou ze vandaag misschien nog in leven zijn.

Het afremmen van de stroom

Door het stijgende dodental willen organisaties zoals Global Witness mensen stimuleren actie te ondernemen, zowel in landen waar de moorden plaatsvinden als in landen waarin consumenten, journalisten en regeringen enige invloed kunnen uitoefenen.

“Het is een combinatie van werken met organisaties aan de basis die deze misdaden ervaren, bewustmaking en doorsluizen naar boven,” zegt Harrison. “We willen dat regeringen hierop toezicht houden en de daders voor het gerecht brengen. Hiervoor werken we op internationaal niveau samen en roepen regeringen ter verantwoording.”

De ervaring toont aan dat mensen meestal veiliger zijn als ze internationaal gekend zijn, dus is Global Witness van plan om met partnerorganisaties over de hele wereld te werken om een waarschuwingssysteem te ontwikkelen dat milieuverdedigers en hun strijd beter bekend maakt. “We willen niet enkel naar de doden kijken wanneer het te laat is,” beweert Harrison.

“Noorwegen verplicht bedrijven tegenwoordig om hun impact op het milieu bekend te maken en de voedingsbedrijven publiceren nu hun gebruik van palmolie. Daaruit volgt dat de voedingssector in Noorwegen de consumptie van palmolie met twee derde verminderde in één enkel jaar.”  –Oliver Courtney

In dezelfde geest heeft een internationaal netwerk van onderzoekers [en] van universiteiten en niet-gouvernementele organisaties de Environmental Justice Atlas [en] ontwikkeld, een online kaart en gegevensbank met verhalen van meer dan 1.000 lopende milieuconflicten die gebruikers kunnen doorzoeken op basis van product, land of bedrijf.

Global Witness wil een daling zien van de vraag van de consument voor producten die gepaard gaan met geweld, zoals hout, soja en palmolie. Regeringen moeten hiervoor wetten opstellen en consumenten in staat stellen om gefundeerde beslissingen te nemen,” zegt Courtney. “Noorwegen verplicht bedrijven tegenwoordig om hun impact op het milieu bekend te maken en de voedingsbedrijven publiceren nu hun gebruik van palmolie. Daaruit volgt dat de voedingssector in Noorwegen de consumptie van palmolie met twee derde verminderde in één enkel jaar.”

Recht tegen onrecht

Volgens de Treaty Alliance, een wereldwijde coalitie van meer dan 500 maatschappelijke organisaties, is er een internationaal verdrag nodig dat juridisch bindend is [en] om schendingen van mensenrechten door bedrijven te melden. De alliantie dringt er bij de Raad voor de rechten van de mens van de Verenigde Naties op aan om dit in beweging te zetten. Ondertussen hebben regeringen al de verplichting volgens de mensenrechtenwetgeving om burgers te beschermen die zich uitspreken over ontwikkelingskeuzes of de bescherming van het milieu, zoals de zaak van Jeannette Kawas aantoont.

In een baanbrekende uitspraak in 2009 oordeelde [en] het Inter-Amerikaanse Hof voor de rechten van de mens dat Honduras verscheidene rechten schond ten koste van Kawas en haar gezin. Het verordende Honduras om het op verschillende manieren goed te maken.

In een openbare plechtigheid in juni 2010 verontschuldigde de minister van Binnenlandse Zaken en Justitie van Honduras zich en nam hij de verantwoordelijkheid op voor de dood van Kawas. Tot nog toe is Honduras er niet in geslaagd [en] om de deadline opgelegd door het gerechtshof te halen om een monument voor Kawas op te richten, een strafrechtelijke procedure tegen haar moordenaar te beginnen of een nationale campagne te organiseren om de mensen bewust te maken voor het werk van milieuactivisten ter verdediging van de mensenrechten.

Het rapport van Global Witness toont aan dat tussen 2011 en 2013 nog eens 74 milieuactivisten vermoord werden in Honduras alleen. Met de enorme winsten die op het spel staan en de krachtige belangen tegenover arme en gemarginaliseerde gemeenschappen, zal het aantal slachtoffers waarschijnlijk nog stijgen.

“Ik denk niet dat deze mensen een verloren strijd leveren,” zegt Knox. “Ze boeken echt overwinningen, maar ze hebben hulp nodig.” Regeringen, bedrijven en consumenten kunnen die hulp bieden en zo de toekomstige milieuactivisten hoop geven dat ze ook helden kunnen zijn zonder martelaar te zijn.

Mike Shanahan is een freelance schrijver en voormalig regenwoudbioloog uit het Verenigd Koninkrijk. Hij schrijft over regenwouden, klimaatverandering, biodiversiteit en verbanden tussen milieu en ontwikkeling. Hij twittert van @shanahanmike [en].

Start een discussie

Auteurs graag inloggen »

Regels

  • Alle reacties worden beoordeeld door een moderator. Verzend je reactie maar één keer, anders kan deze als spam worden gemarkeerd.
  • Wees respectvol tegen elkaar. Reacties met hatelijke opmerkingen, obsceniteiten en persoonlijke aanvallen worden niet goedgekeurd.