- Global Voices in het Nederlands - https://nl.globalvoices.org -

“De wereld heeft Tunesië nodig”

Categorieën: Midden-Oosten & Noord-Afrika, Tunesië, Burgermedia, Good News, Ideeën, Internationale betrekkingen, Politiek, The Bridge
 Demonstratie voor vrede in Tunis tijdens de revolutie van 2011 - CC-BY-20 [1]

Demonstratie voor vrede in Tunis tijdens de revolutie van 2011 – CC-BY-20

Guy Sitbon is een Frans-Italiaans-Tunesische journalist met jarenlange ervaring op het gebied van verslaggeving over Noord-Afrika en het Midden-Oosten voor Franse publicaties als Le Monde, Le Nouvel Observateur en Marianne. Met dit artikel [2] [fr] op de Tunesische website Leaders [3] [fr] verwelkomt hij de Nobelprijs voor de Vrede die werd toegekend aan het Tunesische Kwartet voor Nationale Dialoog. We publiceren het hier met zijn toestemming, als een van de reacties uit de Franstalige wereld op de Nobelprijs.

Guy Sitbon

Guy Sitbon

“Parijs, vijf over elf. Ik hoor een sms binnenkomen op mijn telefoon. Daar kijk ik straks wel naar. Twee minuten later volgt een tweede bericht, dan een derde, een vierde. Wat is er in hemelsnaam aan de hand? Ongerust haal ik mijn telefoon uit mijn zak en lees mijn berichten. Laura, een vriendin uit Rome: “Evviva la Tunisie!” (Leve Tunesië!) Mijn kleinzoon vanuit zijn kantoor: “Had je dat ooit gedacht? Fantastisch.” Nicole uit Madrid: “Bravo Radès!” (Ze groeide op in de havenstad Radès.) John uit San Francisco: “Congratulations. You really deserve it.” (Gefeliciteerd. Jullie hebben het verdiend.) Boris uit Moskou: “Molodets, Slava Tunis” (Goed gedaan. Leve Tunesië.) Mijn buurvrouw Annie: “Nu ga je ons lastig blijven vallen over dat Tunesië van jou.”

Ik ga naar buiten. Mijn buren Ahmed de kebabverkoper en Samuel de schoenenverkoper, allebei “Tunes” (Tunesiërs), proosten in het café aan de overkant. Een snelle blik op Google News maakt alles duidelijk: ik heb zojuist de Nobelprijs gewonnen. Nou ja, bijna dan. Alle “Tunes” zijn geëerd. Ik kan me voorstellen hoe dit overal in Parijs wordt gevierd, in Belleville, Barbès en de restaurants van het 17e arrondissement.

Ik ben niet verbaasd. Wie anders dan Tunesië had hem moeten krijgen? Obama? Poetin? Assad? Le Pen? Nergens anders dan onder onze hemel stroomt het bloed van de oorlog van dit moment. Hier, in deze verlaten “Arabisch-islamitische wereld” die is ondergedompeld in een bloederige strijd.

Tunesië, op een kruispunt tussen geluk en verdoemenis, een kiezelsteen die nauwelijks zichtbaar is op de wereldkaart, is van ons. Niet het meest elegante, niet het vernuftigste, maar misschien wel het fijnste land. Zonder olie en wapens, maar met alleen de droom om dit leven glimlachend en niet bezorgd te leven. Met liefde in plaats van vergif. Met haat aan de haat.

Congres van de Nationale Dialoog, 16 oktober 2012  CC-BY-20 [4]

Congres van de Nationale Dialoog, 16 oktober 2012 CC-BY-20

Ergens in de buurt van de Noordpool houdt een handjevol blonde oude mensen zich bezig met maar één taak: goed letten op de vuisten en vuurwapens op deze aarde. Wie gedraagt zich slecht, of juist goed? Wie gelooft in rechtvaardigheid, wiens geloof is verknipt? Wie sust in plaats van te moorden? Niets en niemand ontkomt aan hun scherpe microscoop. Een heel jaar lang hebben ze de mensheid doorgespit, en wie hebben ze uiteindelijk aangewezen? U. Ons. Mij. Ik weet dat ik Tunesië nodig heb. Maar dit is wat Oslo me heeft laten zien: de wereld heeft Tunesië nodig.

Het Kwartet is het thuisland waardig. Oslo had kunnen terugvallen op de gewoonte door de prijs toe te kennen aan Béji Caïd Essebsi en Rachid Ghanouchi, omdat ze de verwachte ramp hebben afgeweerd door vuur en water te verenigen. Maar in Oslo hebben ze wrede herinneringen aan het eren van helden als Kissinger en Le Duc Tho (1973), en Arafat, Rabin en Peres (1993). Zelfs Merkel kwam niet in aanmerking. Het Nobelcomité had ook het hele Tunesische volk kunnen nomineren. Veel mensen in Damas of Sousse zijn dat niet waard. Niet alleen het Kwartet, maar de hele geschiedenis van Tunesië is geëerd. De geschiedenis ligt voor eeuwig in de handen van ons allemaal.

Vandaag legt Moncef [5] zijn werkster uit wat de Nobelprijs is. Na een lang verhaal van haar baas vraagt Salha: “Wat maakt dat uit voor mij?” Met die ene vraag heeft Salha alles gezegd.

Vanaf nu moet elk woord en elke daad worden vooraf gegaan door een vraag: Past wat ik wil gaan doen of wil gaan zeggen bij een Nobelprijs voor de Vrede? Ja, dat hebt u goed gehoord—de Vrede.