Agunda Vataeva (LJ-gebruiker agunya) was op 1 september 2004 een 13-jarig meisje dat aan haar negende schooljaar zou beginnen. Dat was ook de dag waarop ze, samen met haar moeder en meer dan 1.100 anderen, werd gegijzeld in School #1 in de stad Beslan in Noord-Ossetië. Ze overleefde de drie dagen durende gijzeling. Haar moeder, een onderwijzeres, overleefde het niet. Onder de 334 gijzelaars die zes jaar geleden omkwamen, waren 186 kinderen.
Agunda is nu een 19-jarige studente. De afgelopen drie dagen heeft ze op haar blogs op LiveJournal en Radio Echo of Moscow [ru – alle links] in drie afleveringen haar herinneringen aan 1 t/m 3 september 2004 gepubliceerd.
In de inleiding van haar eerste artikel schrijft ze:
In het ziekenhuis begon ik, meteen nadat ik een notebook had gekregen, op te schrijven wat ik me herinnerde van die drie dagen die ik als gijzelaar doorbracht. Zes jaar later wil ik mijn aantekeningen van toen [toen alles nog vers in mijn geheugen lag] graag publiceren. […]
Haar verslag van 1 september op het blog Echo of Moscow is tot nu toe 7.554 keer bekeken en er zijn 55 reacties geplaatst.
Agunda begint haar verhaal met een beschrijving van de feestelijke, maar verder heel gewone ochtend op een warme en heel zonnige dag, ze beschrijft hoe ze met haar moeder naar school liep, hoe de laatste hand werd gelegd aan de voorbereidingen voor het inluiden van het nieuwe schooljaar en hoe ze met haar vriendinnen stond te kletsen – toen ze plotseling schoten hoorde:
[…] Ik draaide me om en zag drie jongens naar de uitgang rennen, met achter hen een man in uniform en met een volle zwarte baard. Hij rende achter de jongens aan en schoot in de lucht. Ik dacht: “Iemand haalt hier een hele slechte grap uit, dit moet een grap zijn of misschien gewoon weer een oefening.” Maar die gedachten verdwenen al snel toen er ineens van alle kanten werd geschoten en we gedwongen werden in de richting van het ketelhuis te lopen. We stonden allemaal opeengepakt. Vertrapte bloemen, schoenen en tassen lagen verspreid over het asfalt. […]
Agunda en een paar van haar goede vriendinnen werden opgesloten in de gymzaal, samen met honderden andere gijzelaars:
[…] Mensen waren in paniek, we waren hysterisch. Om ons stil te krijgen, haalden ze een man naar voren en dreigden ze hem te doden als we niet stil zouden zijn. We deden ons best, maar de angst en paniek overheersten. We hoorden een schot. Ze hadden hem gedood… toen werd het stil, doodstil, letterlijk. De stilte werd alleen onderbroken door het gehuil en geschreeuw van de kinderen. […]
Al snel mocht de moeder van Agunda zich bij haar dochter voegen:
[…] We vroegen haar meteen wat er zou gebeuren, of ze ons zouden laten gaan. […] Mamma sprak heel rustig, ze zei dat alles goed zou komen, dat we zouden worden gered. Maar toen ik haar aankeek, wist ik dat zelfs mamma niet wist hoe dit zou aflopen, ze probeerde ons gewoon te kalmeren, als haar leerlingen, als kinderen. Kinderen – we waren gewoon doodsbange kinderen toen. […] In zo'n situatie gaan zelfs de meest verstandige VOLWASSENEN zich als lastige kinderen gedragen. […]
Nog een paar details van de eerste dag van de gijzeling:
[…] Een gewapende gijzelnemer liep langs, en stopte toen plotseling, […] hij keek naar Madina [een vriendin van Agunda] en werd heel boos. Hij gooide haar een jasje toe met de woorden: “Bedek je schaamte!” Ze had blote knieën en doodsbang bedekte ze zichzelf snel. Hierna voelde ik me iets beter. “Ze gaan ons tenminste niet verkrachten”, dacht ik.
[…]
De tijd ging heel langzaam. Het was warm, ontzettend warm. We trokken alle kleren uit die we uit konden doen zonder er onfatsoenlijk uit te zien. Er was maar heel weinig ruimte, we zaten op een bankje. […]
[…]
[…] Rond 8 uur ‘s avonds begon het te regenen […]. We zaten naast de kapotte ramen en vingen regendruppels op in onze mond – zo dorstig waren we. Mamma bedekte mij en de andere meisjes met haar jas, maar ik kroop er steeds onder uit om regen op te vangen. Ik voelde me heel goed – ik denk dat dit de beste herinnering is van die hel. […]
Rond lunchtijd probeerden ze trouwens een tv aan te sluiten in de gymzaal (blijkbaar om de gijzelaars te vermaken met het nieuws), maar [het werkte niet]. Ze vertelden ons dat er volgens de nieuwsberichten op tv 354 gijzelaars waren. We waren […] woedend. […]
[…]
‘s Nachts sliepen we om de beurt een uur in groepjes van twee. Terwijl Madina en ik op het bankje zaten, sliepen mamma en Zarina op de vloer. Na een uur wisselden we. […]
In het verslag van 2 september (9.626 bezoekers, 92 reacties op het blog Echo of Moscow) schrijft Agunda onder andere over de telefoongesprekken van de gijzelnemers, hun eisen (waaronder terugtrekking van de Russische troepen uit het aangrenzende Tsjetsjenië en erkenning van de onafhankelijkheid van Tsjetsjenië), het bezoek van Ruslan Aushev, ex-president van het aangrenzende Ingoesjetië, en de daaropvolgende vrijlating van 11 vrouwen die borstvoeding gaven en alle 15 baby's – een gebeurtenis die Agunda weer hoop gaf.
Het verslag van dag 3 van de gijzeling was voor Agunda het moeilijkste om te schrijven – en het is het moeilijkste om te lezen:
[…] Het is de dag die ik me het beste herinner en deze herinneringen doen al veel te lang pijn, waardoor ik ze niet kon opschrijven. […]
Tot nu toe is het verslag van 3 september op het blog Echo of Moscow 16.185 keer bekeken en zijn er 178 reacties geplaatst (en deze aantallen nemen alleen maar toe).
Agunda beschrijft de uitputting, de dorst en de wanhoop die zij en de andere gijzelaars ervaarden:
[…] Al deze tijd was het neefje van Zarina, die in de eerste klas zat, bij haar en ze maakte zich erg zorgen om hem. Op de derde dag was hij heel zwak en hij bleef maar om water vragen. Ergens vond ze een beetje urine, in een goedkoop, kapot bakje, en ze gaf het hem in kleine slokjes en ze wreef het in zijn gezicht en in haar eigen gezicht. Ik vond het te walgelijk, of misschien had ik niet genoeg dorst om het te drinken. […]
Agunda schrijft dat de gijzelnemers rond 1 uur ‘s middags aankondigden dat de Russische troepen zich zouden terugtrekken uit Tsjetsjenië en dat, als deze informatie juist was, ze de gijzelaars snel zouden vrijlaten:
[…] Voor het eerst in die drie dagen kon ik toen wel huilen, want nu was er hoop dat we daar weg zouden komen. En toen… ik ben het bewustzijn verloren en toen ik bijkwam, stond het dak boven me in brand, alles viel naar beneden, er lagen overal mensen. Het eerste wat ik zag toen ik opstond, was het brandende en verbrande lichaam van een van de terroristen, […] Ze begonnnen te schreeuwen dat wie nog in leven was, moest opstaan en naar de gang moest gaan. Ik weet niet waarom, maar mamma en ik stonden op en we liepen weg. […] Bij de deur zag ik iets waar ik nog steeds aan moet denken als ik aan deze terroristische actie denk… ik zag het lichaam van een klein, mager meisje en toen ik boven haar nek keek, realiseerde ik me dat het bovenste deel van haar schedel weg was […]. Het was een afschuwelijk moment en ik denk dat ik me toen realiseerde dat dit allemaal echt gebeurde. […]
In de daaropvolgende minuten was er nog een explosie, en weer een bloedbad met nog meer gruwelijkheden. Agunda raakte zwaargewond, maar ze kon nog lopen. Haar moeder niet:
[…] Mamma lag even verderop. “Mijn been”, zei ze. “Maak dat je wegkomt.” Ik zal het mezelf nooit vergeven dat ik naar haar heb geluisterd, dat ik me heb omgedraaid en weg ben gegaan. Ik weet niet wat het was. Waar dit verraad vandaan kwam.
Ik kroop op handen en voeten naar het kapotte raam. Bij het raam stonden een paar kachels en het lukte me op de vensterbank te klimmen. Op een van deze kachels lagen de lijken van twee naakte, uitgemergelde jongetjes. Zo te zien waren het broertjes. Hun ogen… […]
Ik was bijna op de straat toen mijn been in een soort gat gleed. Op dat moment voelde ik mijn been nog nauwelijks, ik kon het niet vinden, ik trok eraan, maar er gebeurde niets. Onze plaatselijke militie en de soldaten wachtten beneden al op me. Ze schreeuwden naar me: “Kom dan, goudbloempje, kom, zonnetje!” Maar het lukte me niet. Ik moest huilen van zwakte en wanhoop. Voor het eerst in drie dagen huilde ik. Maar uiteindelijk lukte het me op de een of andere manier om mijn been los te trekken. […]
Agunda schrijft hoe ze naar het ziekenhuis werd gebracht en hoe ze hoorde dat haar moeder dood was. Ze schrijft over haar vriendinnen en onderwijzers die het niet hebben overleefd. Ze schrijft over hoe ze met de pijn leeft:
[…] Er sterven nog steeds mensen aan de gevolgen van deze terroristische actie. Mensen beleven alles steeds weer opnieuw. Ik denk dat ik hier nog niet de helft heb verteld van wat ik heb meegemaakt. Het geheugen is opmerkelijk: je probeert alles te vergeten wat slecht, vreselijk, pijnlijk is.
[…] Ik vertel je mijn verhaal. Alles wat er is gebeurd, gebeurde in mijn mooie school, met de mensen waar ik van hou, en ik vind dat ik het recht heb om je over mijn pijn te vertellen. Wat ik toen mijn leven noemde, is van me afgepakt. […]
De mensen van Beslan willen dat de waarheid bekend wordt. Daar zijn we niet zo goed in. Het onderzoek loopt al zes jaar, maar er is nog niets bereikt. Alle vragen die we toen hadden, hebben we nog steeds. […]
Veel bloggers hebben de afgelopen paar dagen naar de artikelen van Agunda gelinkt of eruit geciteerd. Veel mensen hebben haar geschreven om haar te laten weten dat ze zich nog herinneren wat er zes jaar geleden is gebeurd en dat ze haar pijn en die van andere overlevenden voelen. Maar volgens sommige bloggers heeft noch president Dmitry Medvedev, noch premier Vladimir Putin een verklaring afgelegd over de zesde herdenking van de tragedie in Beslan. En op 1 september plaatste een van de lezers van Agunda deze korte reactie op haar blog Echo of Moscow:
Zouden de dochters van Putin dit lezen?
Klik hier voor meer foto's van Natasha Mozgovaya [en] van Beslan in 2005; ze heeft ook een Russisch LJ-blog.
Lees eerdere GV-artikelen over Beslan [en].
1 reactie
Moskou, Beslan,Bali, Londen, Madrid, Tel Aviv, Jeruzalem,….. Allemaal aanslagen die zijn uitgevoerd in naam van de islam.Na het uiteenvallen van de Sovjetunie werd het voor Arabische missionarissen mogelijk een radicalere vorm van de islam te prediken in republieken als Dagestan en Tsjetsjenië. Zo heeft de orthodox islamitische beweging Wahhabi, die vanuit Saoedi-Arabië wordt gesteund, een groeiend aantal aanhangers in deze landen. Financiële schenkingen van fundamentalistische groeperingen vormen een belangrijke inkomstenbron voor de islamitische volkeren in de noordelijke Kaukasus, waaronder ook de Tsjetsjeense rebellen. Het is niet verwonderlijk dat de Tsjetsjeense oorlog ook wel wordt afgeschilderd als een ‘jihad’.Extremisten in Tsjetsjenië, willen met steun van het reactionaire extreemrechtse Saoedi-Arabië, een kalifaat stichten, waarbij ook de gewone bevolking (die niet vraagt om afscheiding, maar die wordt gegijzeld door moslimextremisten) niet wordt ontzien. Minderheden in Tsjetsjenië, zoals christenen, hebben erg te lijden onder de discriminaties: Christenen kunnen bijna niet samenkomen,en worden beschouwd als verraders van de islam en het land. Controle vanuit overheid en samenleving is sterk.Christenen worden onder druk gezet terug te keren naar islam.Het bezit van christelijke lectuur of een bijbel is extreem gevaarlijk. Rusland heeft al decennialang ervaringen met moslimterroristen en jihadisten zoals bijvoorbeeld de Tsjetsjenen en Mujahidini die door het Westen altijd gesteund en gefinancierd werden tegen Rusland en ‘vrijheidsstrijders’ genoemd werden.Aan de kant van de Tsjetsjeense rebellen zijn ook vrouwen actief geweest. Zie ook de zelfmoordaanslag in de Moskouse metro van maart vorig jaar (38 doden), de gijzeling in het Nord-Ost Theater (2002) en in Beslan (2004). Daar waren ook telkens vrouwen bij betrokken.Een van de vrouwen die in Beslan honderden schoolkinderen in gijzeling namen moest op de eerste dag worden doodgeschoten door haar mederebellen. „Ik ben misleid”, zou ze geschreeuwd hebben toen ze ontdekte dat kinderen het doelwit waren. De vraag is of ze dat uit vrije wil of overtuiging doen. Alleenstaande of verkrachte vrouwen genieten in de Tsjetsjeense maatschappij immers geen status of bescherming meer. Volgens journalisten die zich in de materie gespecialiseerd hebben, gaat het vaak om vrouwen door hun (schoon)ouders verkocht werden aan rebellenleiders om als zelfmoordterrorist te dienen.Het probleem is dat weduwen bij hun schoonfamilie moeten blijven wonen, die ze vaak tot last zijn, zeker in deze economisch barre tijden van grote werkloosheid. Niet zelden worden ze door deze mensen in de armen geduwd van het verzet, dat doorgaans behoorlijke bedragen betaalt voor het aanleveren van kandidaten voor zelfmoordacties.Maar het gaat ook heel vaak om een opdracht, en niet altijd om weduwen. Anderen zijn ontvoerd, misleid of met behulp van drugs gehersenspoeld. Sommigen blazen niet zichzelf op, maar worden vanop afstand tot ontploffing gebracht.De VS bombardeerden bases van islamieten in Sudan en Afghanistan na aanslagen op Amerikaanse ambassades in Afrika. Waarom zou Rusland dan niet mogen optreden tegen Tsjetsjeense terroristen die aanslagen in Moskou pleegden.Russen buigen niet voor terrorisme, ze vernietigen het.Een land dat niet buigt voor mongolen met bommen.
Putin: “Islamic terrorists? Come To Moscow, We’ll Cut Your Balls Off.”
Overzicht aanslagen Rusland:http://www.novatv.nl/page/d