Kan muziek ons dichter bij elkaar brengen? Noa en Mira Awad hopen dat hun boodschap van het Eurovisie Songfestival overal wordt ontvangen.
Eerder dit jaar, toen de Israëlische militaire actie in Gaza op zijn hoogtepunt was, werd aangekondigd dat Mira Awad [en], een Palestijns-Israëlische actrice en zangeres, op het Eurovisie Songfestival van 2009 een duet zou zingen met de Joods-Israëlische zangeres Achinoam Nini (beter bekend als “Noa”). Het gekozen nummer ging over het vinden van “een andere weg”, maar het duo werd van alle kanten veroordeeld. De bezwaren waren afkomstig van Arabische artiesten die Mira dringend verzochten om zich terug te trekken [en] van deelname aan het Songfestival. In hun boodschap [en] vroegen ze haar om niet het land te vertegenwoordigen dat andere Palestijnen doodt. Radicaal rechts, zowel binnen als buiten Israël, was ondubbelzinnig: Awad moet weigeren om op zo'n bloederig podium te zingen.
Het Eurovisie Songfestival is een van de meest bekeken en uitgezonden evenementen op het Europese continent. Het programma, dat een brug slaat tussen landen die lid zijn van de European Broadcasting Union (waartoe ook een aantal landen buiten het Europese continent behoren, zoals Israël, Libanon en Tunesië), is sinds de eerste uitzending in 1956 elk jaar uitgezonden en is daarmee een van de langstlopende televisieprogramma's ter wereld. Hoewel het puur om de muziek gaat, kan het evenement door de deelnemers en de stemmen van elk land uitlopen op een zeer politieke avond. Libanon heeft zich in het verleden teruggetrokken van deelname aan het festival omdat het de inzending van Israël niet wilde uitzenden [en] op de Libanese televisiezender Tele-Liban. Hiermee schond Libanon de regels van het Songfestival, die voorschrijven dat landen die meedoen het hele evenement moeten uitzenden.
In een gastartikel op het weblog van Binyamin Netanyahu schrijft [he] Zalman Shoval [en]:
Ik geef toe: ik vond het niet erg dat de film Waltz with Bashir [en] de Oscar niet won. Ik zal ook geen traan laten als Achinoam Nini op de laatste plaats eindigt op het Eurovisie Songfestival. Dit zijn allebei voorbeelden van wat er momenteel in onze cultuur gebeurt: men probeert Israël voor het oog van de wereld onwettig te verklaren en te belasteren. De journalist die beide zangeressen interviewde is ook niet helemaal onschuldig, want hij schreef dat de twee “proberen te bewijzen dat er in Israël in 2009, ondanks de verkiezingsresultaten, nog steeds mensen zijn die vrede willen…” – met andere woorden, hij denkt dat de 70 procent die deze coalitie steunde, oorlog wil.
Hoe dan ook, dit is de boodschap van het lied dat de twee artiesten voor de hele wereld gaan zingen. Nini (Noa) vindt dat “de situatie in Israël een ramp is” en voegt toe dat ze denkt dat aan beide zijden veel mensen hun leven geven voor de vrede, maar zonder dat ze zelf ook maar één naam kan noemen van iemand aan Palestijnse zijde die dit heeft gedaan.
Ondanks alle beroering gaf het duo een fantastisch optreden tijdens het Songfestival en haalde zelfs de finale, die gisteravond (16 mei) plaatsvond:
isRealli [en] publiceert een interview dat Noa aan de Spaanse krant La Razon [es] gaf. Noa, die bekendstaat als vredesactiviste, benadrukt het belang van de boodschap van het lied:
- Dit is de eerste keer dat er een Israëlisch-Arabische combinatie naar het Eurovisie Songfestival gaat. Is muziek de beste manier om een verdeelde stad te verenigen?
Noa: Mira en ik zijn er erg trots op dat we het eerste Arabisch-Joodse Israëlische duo zijn dat naar het Songfestival gaat. We zijn er ook trots op dat de interne regels op ons verzoek zijn veranderd en het nu is toegestaan om binnen het ESC in het Arabisch te zingen als officiële taal van Israël. Ons duo werpt licht op de complexiteit van onze situatie hier in het Midden-Oosten. Israël heeft een hele grote minderheid, bijna 20 procent, van Palestijnen, christenen (zoals Mira) en moslims, die allemaal Israëlische burgers zijn. Deze groep vecht nog steeds voor volledige integratie in de Israëlische maatschappij. Daarbij komen nog de Palestijnen die in de bezette gebieden wonen en die voor hun afhankelijkheid en de stichting van de Palestijnse staat vechten. Daarnaast wordt Israël omringd door Arabische landen waarvan de meeste het recht van bestaan van het land niet erkennen. Je ziet dus dat de situatie gecompliceerd is. Mira en ik vertegenwoordigen [Israël] niet om de realiteit te laten zien, maar om te laten zien waar onze landen naar kunnen STREVEN als we kiezen voor de dialoog in plaats van voor geweld. Onze vriendschap is een symbool van hoe we met elkaar KUNNEN omgaan, op basis van respect en communicatie.
Kunst en muziek kunnen de problemen in deze wereld niet oplossen, maar we kunnen wel helpen. En we MOETEN helpen. We moeten onze plicht vervullen in de WERELDWIJDE inspanningen om tot vrede en verzoening te komen voor ELKE mens en elke organisatie, waarbij ieder zijn plicht vervult.- Hoe werd de aankondiging in Israël ontvangen? In hoeverre heeft het publiek jullie gesteund sinds het lied is gekozen?
Noa: Sommige mensen hadden om verschillende redenen bezwaar tegen dit duet, maar de overgrote meerderheid was ZEER positief en enthousiast. Ik denk dat we voor de meeste mensen een symbool van hoop zijn. Ik heb verbazingwekkende e-mails ontvangen van over de hele wereld, onder andere uit Arabische landen zoals Libanon, Syrië en Qatar! Hier word ik altijd zo diep door geraakt en het geeft me de kracht om verder te gaan op mijn weg.
David Hirsh plaatst [en] een tekst uit een artikel uit de Britse krant de Guardian [en] van Rachel Shabi, waarin ze schrijft wat ze van het duo vindt nadat ze hen heeft geïnterviewd:
Toen ik de twee zangeressen interviewde, werd ik getroffen door hoe Mira Awad vertelde over hoe ze bevriend bleef met Noa en met haar bleef discussiëren ondanks hun grote meningsverschillen over aspecten van de oorlog in Gaza. Bij elkaar blijven voor dergelijke gesprekken, terwijl elke vezel van je lichaam vol afschuw wil weglopen, is misschien wel een van de meest uitdagende aspecten van echt vredeswerk – en dat verdient respect.
Deze twee zangeressen lijken te zeggen dat, wat de internationale gemeenschap ook doet of niet doet in dit conflict, de Palestijnen en de Israëliërs toch een manier moeten vinden om samen te leven. Dat is waar het slopende, ontmoedigende en grotendeels onzichtbare dagelijkse werk van conflictoplossing uit bestaat. Het lijkt erop dat ze het Songfestival als podium willen gebruiken om dat te verkondigen. En je zou kunnen zeggen dat het een beetje hippieachtig is en veel te gematigd – maar is het desondanks de moeite waard om het uit te zenden?