- Global Voices in het Nederlands - https://nl.globalvoices.org -

Palestina: “Ze hebben onze kleren als toilet gebruikt”

Categorieën: Israël, Palestina, Gezondheid, Jeugd, Oorlog & conflicten, Vluchtelingen

Bloggers in Gaza verzamelen momenteel informatie over wat er tijdens de recente Israëlische aanvallen is gebeurd. Dit artikel bevat verklaringen van families waarvan de huizen door Israëlische soldaten zijn geplunderd en ondergesmeerd met uitwerpselen, informatie over de gevolgen van het gebruik van DIME-wapens [1] [en] en het verhaal van een vader wiens dochtertje werd geraakt door een kogel en doodbloedde terwijl zijn vrouw haar borstvoeding gaf.

De Canadese activiste Eva Bartlett blogt op In Gaza en schrijft in een artikel (27 januari) over haar bezoek aan Ezbet Abbed Rabbo, in het oostelijk deel van Jabaliya [2], een gebied waar Israëlische troepen zijn binnengevallen en waar veel huizen werden bezet [3] [en]:

Het eerste huis dat ik bezocht was van mijn dierbare vrienden, waarbij we de avonden voor het begin van de landinvasie hadden doorgebracht. […] Naar boven, naar het appartement op de eerste verdieping. Complete wanorde. Uitwerpselen op de vloer. Alles kapot. Geopende conservenblikjes van het Israëlische leger. Kogelgaten in de muren. Stank. Naar de tweede verdieping, de volgende twee apartementen, de kamers van de aangetrouwde zonen en vrouwen en kinderen. Nog meer wanorde, nog ergere stank. Dit was blijkbaar de belangrijkste basis, te oordelen naar de dozen met voedsel – voorverpakte maaltijden, noedels, blikjes chocolade en in plastic verpakte broodjes – en de achtergelaten kleding van IDF [4]-soldaten. Een legerbroek in de badkuip, bevuild met stront.
F. vertelt: “De stank was afschuwelijk. Overal lag eten. Een walgelijke stank. Ze hebben stront achtergelaten in de gootstenen, overal stront. Onze kleren lagen overal verspreid. Tijdens de laatste invasie (maart 2008) was het gemakkelijk. Ze maakten alles kapot en wij repareerden het. Maar nu hebben ze overal stront achtergelaten: in kasten, op bedden – mijn bed zit vol stront.”
Ze is sterk en wist met de eerdere invasies om te gaan, maar ze is verslagen door de bevuiling van haar huis.
“Sabreen opende net haar kledingkast: er stond een kom stront in! Ze hebben onze kleren als toilet gebruikt. Ze hebben de deur van de badkamer eraf gehaald en in onze kamer gezet. Waarom weet ik niet.”
[…] Twee dagen later bezocht ik hen opnieuw. Het huis was een stuk schoner, maar de stank van de aanwezigheid van de soldaten hing nog steeds in de lucht. “We hebben zo veel mogelijk schoongemaakt, maar het is zo moeilijk. We hebben nog steeds geen stromend water, we moeten kannen vullen bij de watervoorziening in het dorp.” Ik ben wel eens naar boven gelopen via dat zandpad, ik weet hoe moeilijk het is zelfs te voet en zonder bagage, laat staan met zware kannen of met een karretje om grote hoeveelheden water te vervoeren. Het pad was ooit een echte onverharde weg. Dat was voordat het pad, en het land eromheen, door Israëlische tanks en bulldozers werd omgewoeld.

Bekijk hier [5] [en] foto's van de tijdelijke onderkomens waarin veel mensen in Jabalia gedwongen wonen.

In een andere artikel (29 januari) schrijft Eva over Yousef Shrater, een vader van vier kinderen wiens huis ook werd bezet [6] [en]:

Shrater vertelt hoe de Israëlische soldaten het huis binnendrongen en de familieleden naar buiten stuurden, mannen en vrouwen van elkaar scheidden en opsloten in aangrenzende huizen, samen met anderen uit het gebied. Zijn vader en moeder, die in een klein huisje vlakbij woonden, zouden zich al snel bij hen voegen. De soldaten bezetten het huis vervolgens gedurende de landinvasie, net als andere Israëlische soldaten in het hele gebied rond Abed Rabbo, en in heel Gaza. En net als in andere huizen in bezette gebieden vonden bewoners die hun huizen bij terugkomst nog heel aantroffen, een puinhoop van afval, vandalisme, verwoesting, menselijk afval en verdwenen waardevolle bezittingen, zoals mobiele telefoons, gouden sieraden, Amerikaanse dollars en Jordaanse dinars (JOD), en in sommige gevallen zelfs meubilair en televisies, door de soldaten gebruikt en weer afgedankt in kampen die ze in bezette gebieden buiten hadden opgezet. Volgens Shrater hebben de soldaten zo'n 1.000 dollar (ongeveer €750) en nog eens 2.000 JOD (ongeveer €2.200) aan gouden kettingen gestolen. Terug in de hoekkamer met uitzicht op het oosten loopt Shrater rond een kuil in de vloer van 1,5 bij 1,5 meter, waar de tegels zijn verwijderd en de zandlaag van de onderliggende fundamenten is weggehaald. “Ze hebben zandzakken bij het raam gemaakt, om als posities voor sluipschutters te gebruiken.” De zakken liggen er nog, volgestopt met kleding en zand. “Ze hebben de kleren van mijn kinderen gebruikt voor hun sluipschutterzakken”, klaagt Shrater. “De kleren die ze niet in de zakken hebben gestopt, hebben ze in het toilet gegooid”, voegt hij toe.

De vader van Shrater werd uit zijn huis ontvoerd:

Vanaf het dak hebben we een beter uitzicht op het omliggende gebied waar de tanks waren gestationeerd, op de talloze verwoeste en beschadigde huizen en gebouwen en op scherven van de tankraketten. De vader van Shrater (70) staat op het dak en vertelt over hoe hij uit zijn huis werd ontvoerd en met zijn vrouw en anderen vier dagen lang werd opgesloten. “Ze kwamen daar naar ons huis”, zegt hij, terwijl hij naar het lage huis wijst waar hij, zijn vrouw en hun schapen en geiten woonden. “De Israëlische soldaten kwamen bij ons aan de deur, schreeuwden dat we naar buiten moesten komen en schoten in de grond naast onze voeten. Mijn vrouw was doodsbang. Ze namen al ons geld af en deden ons handboeien om. Voordat ze ons blinddoekten, lieten ze onze geiten en schapen uit hun hok en schoten ze dood. Ze schoten er acht dood waar we bij waren.” De oude Shrater en zijn vrouw werden vervolgens geblinddoekt en meegenomen naar een ander huis waar Israëlische soldaten hen vier dagen lang vasthielden en hen niet toestonden de inhaler voor zijn astma en de diabetesmedicijnen voor zijn vrouw te halen. Eten en water waren er al helemaal niet en de vader van Yousef Shrater zegt dat als ze erom vroegen, de soldaten antwoordden: ‘Nee, geen eten. Geef mij Hamas en dan geef ik jou eten.’

Op Tales to Tell schrijft (26 januari) de Australische activiste Sharyn Lock over een gesprek met een arts [7] [en]:

Toen ik dokter Halid pas geleden zag, op verzoek van een journalist, vroeg ik hem naar bewijzen van het gebruik van de gbu39- of “dime”-bom (dense inert metal explosive [1]). Men vermoedt dat Israël dit wapen voor het eerst heeft gebruikt in Libanon in 2006 en nu ook hier. Volgens dokter Halid zagen de artsen van intensivecareafdelingen iets wat ze nog niet eerder hadden gezien: verwondingen die leken op lichte, externe granaatscherfwonden in combinatie met buitenproportioneel ernstige interne verwondingen.
“De patiënt heeft bijvoorbeeld kleine verwondingen in de borst, maar de longen zijn verwoest. Of kleine wonden in de buik, maar de nieren en lever zijn verwoest.” Vandaag hoorde ik dat de compacte metalen scherven waarschijnlijk in minuscule splinters uit elkaar spatten zodra ze het lichaam zijn binnengedrongen en dat deze splinters vervolgens in de bloedbaan terechtkomen, waar ze snel alles wat ze tegenkomen aan flarden scheuren. De toestand van veel patiënten lijkt zich te stabiliseren, en vervolgens sterven ze kort daarna. Alsof dat nog niet genoeg is, is uit Libanese ervaringen gebleken dat degenen die het overleven, snel kanker krijgen. Welke geest verzint zoiets?

In een ander artikel (22 januari) vertelt Sharyn ons het verhaal [8] [en] van Amer:

Amer is 29. Veertien leden van zijn familie waren die nacht in het huis en ze probeerden allemaal onder de trap te slapen als een soort van schuilkelder. Hoewel de trap deels open was aan de kant van de achtertuin, leek de begane grond de veiligste plek in huis tijdens de F16-aanvallen. […] Amer wist het nog niet, maar zijn broer Mohammed was die dag ergens anders al gedood, geraakt door een radiografisch bestuurde raket.
De Israëlische soldaten kwamen om ongeveer half 6 ‘s ochtends naar hun huis, nadat het huis 15 uur lang was beschoten, en openden direct het vuur op de familie; de vader van Amer werd met drie schoten gedood. Vervolgens zeiden ze tegen de familie dat ze moesten weggaan. Amer had een ambulance gebeld (die weer was omgedraaid toen hij werd beschoten) en weigerde het lichaam van zijn vader achter te laten, maar de soldaten zeiden dat ze hem zouden doodschieten als hij zou blijven, dus vluchtten ze 300 meter over de onverharde weg achter hun huis, waar ze vervolgens weer werden beschoten door een andere groep soldaten. Dit keer werd Abdullah, de broer van Amer, geraakt en Saja, de 6-jarige dochter van Shireen, werd in de arm geraakt en Farah, hun dochter van 1 jaar, in haar buik. Vervolgens hielden ze zich 14 uur schuil achter een kleine zandheuvel, terwijl de gewonden bleven bloeden en ze geen toestemming kregen om hulp te halen, ondanks dat de soldaten wisten dat er gewonden waren. Bij gebrek aan een andere manier om haar jonge dochter, van wie de ingewanden uit haar buik hingen, te troosten, gaf Shireen Farah borstvoeding terwijl het meisje langzaam doodbloedde. Na 14 uur, om ongeveer 8 uur ‘s avonds, stuurden de soldaten honden op hen af om hen uit hun schuilplaats te jagen en lieten ze vlakbij fosforbommen ontploffen, maar ontsnappen was moeilijk vanwege de gewonde familieleden en omdat ze met blote voeten over gebroken glas en puin moesten lopen. Het leger nam de drie gewonden over en plaatste hen achter de tanks en ze namen Amer gevangen, maar de rest van de familie wist te ontsnappen en riep de hulp van de Rode Halvemaan in. Het kostte de ambulance (gereden door mijn vriend S, een medicus) die de gewonden uiteindelijk zeven uur later wist te bereiken een uur om hen te vinden en toen was Farah al overleden. […] Amer werd vijf dagen in militaire detentie vastgehouden (gedurende de eerste drie dagen kreeg hij geen eten, water of toegang tot een toilet), geslagen en mishandeld en ondervraagd over verzetsactiviteiten waar hij niets vanaf wist. Toen hij uiteindelijk bij de grens werd vrijgelaten, stuurde het leger twee personen die bekend stonden als collaborateurs om hem te begeleiden, zodat de verzetsstrijders zouden denken dat hij ook een collaborateur was. Maar de strijders wisten wie hij was en dat hij geen collaborateur was. Hij vertelt:
“Ik had mijn vier jonge kinderen en zij brachten mij het meeste geluk in mijn leven. Ik zorgde zo goed voor ze. […] Nu gaan mijn kinderen die het hebben overleefd niet zonder schoenen slapen, omdat ze denken dat we weer moet rennen voor ons leven.”

Mohammed Ali, die voor de niet-gouvernementele organisatie Oxfam werkt, schrijft op het weblog van Oxfam (20 januari) over de kinderen [9] [en] van zijn zus:

Mijn zus durft haar huis niet uit, ze is nog steeds bang dat er iets vreselijks gebeurt zodra ze haar voordeur uitgaat. Sinds het begin van het staakt-het-vuren heeft ze geprobeerd haar kinderen weer in hun bed te laten slapen. Toen ze vanochtend wakker werd, lagen haar kinderen tegen elkaar gekropen in het midden van de woonkamer, zoals ze dat de afgelopen drie weken hadden gedaan. Het zal nog wel weken, maanden, zo niet jaren duren voordat de wonden die het conflict bij hen heeft veroorzaakt, zullen zijn geheeld.

Natalie Abou Shakra, een Libanese activiste, blogt op Moments of Gaza; in een artikel van 20 januari beschrijft ze haar bezoek aan Dr. Imad, hoogleraar microbiologie [10] [en]:

Als ik de woonkamer van Imad binnenkom, zie ik een schilderij van een vrouw in traditionele Palestijnse kleding, in het roze (vergeet niet dat de Israëlische bezetters op de kleur roze mikken… roze pyjama's… vooral kinderen in roze pyjama's)… het schilderij lag op de grond en er zat een gat in de muur op de plaats waar het had gehangen… het was een prachtig schilderij… krachtig en vol leven… misschien is er daarom op geschoten. Aan een andere muur hing een foto van een man en een vrouw in een intieme positie, terwijl ze elkaar kussen… ik stond ervoor. Hebben wij niet ook recht op liefde en intimiteit? Wij willen ook recht op liefde en intimiteit… Ze hebben twee slaapkamers gebombardeerd en de gaten zaten precies boven de bedden… het puin lag allemaal op het bed. Intimiteit… ‘liefde'… sex… verwoest. Een maatschappij waarvan het recht om zich te ontwikkelen [is] tegengehouden, belemmerd.